NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E, F,
G, H,
I, J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
De haven van Rotterdam heeft in 1998 een record van 315,5 miljoen ton goederen overgeslagen ('Haven Rotterdam boekt nieuw record', NRC Handelsblad 31 december 1998).
Naast het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam (GHR) speelt Europa’s grootste overslagbedrijf voor containers Europe Combined Terminals (ECT) de hoofdrol in de haven. De grootaandeelhouders van ECT (Pakhoed, Nedlloyd en Inernatio Müller) zijn bezig het bedrijf te verkopen. Van de aandelen komt 50% in handen van Hutchison Whampoa, een handelsconglomeraat uit Hongkong. Verder neem het GHR voor 30% deel. Dit laatste zorgt voor de nodige opwinding. Tegenstanders stellen dat het GHR een overheidsorgaan is dat onder andere voor de infrastructuur van de haven verantwoordelijk is. En dat GHR dus niet tegelijkertijd zelf aandeelhouder kan zijn van een bedrijf dat gebruik maakt van die infrastructuur. Klinkt niet onlogisch. Maar tegelijkertijd is er een ontwikkeling gaande waarbij het GHR zich wil verzelfstandigen. ('Havenbedrijf zoekt na records het avontuur', NRC Handelsblad 31 december 1998).
In Fem/deWeek van 12 december lezen we daarvoor onder andere als argumenten dat de verscherpte concurrentiestrijd tussen de Europese havens het noodzakelijk maakt dat het Havenbedrijf een particulier bedrijf wordt, losgemaakt van de besluitvorming in de Rotterdamse gemeenteraad. Het GHR ‘moet bedrijfsmatiger, kostenefficiënter en proactiever de positie van de Rotterdamse haven kunnen versterken’. Maar de gemeenteraad wil het GHR niet loslaten.
Een interessante kluwen van argumenten. Wanneer je de politieke besluitvorming de laatste tijd een beetje volgt ben je in eerste aanleg geneigd te denken: als politici iets bepaalds willen dan moet je vooral het tegenovergestelde doen. Maar op zichzelf valt er iets te zeggen voor de gedachte dat de bestaande structuur het tot dusver goed heeft gedaan en dat er blijkbaar in de achter ons liggende jaren adequaat is gereageerd op veranderingen in de omgevingsfactoren. Rotterdam is toch maar – gemeten naar het volume overgeslagen goederen – de grootste haven ter wereld. Daar staat tegenover dat havendiensten individuele goederen zijn die in principe ook door particuliere ondernemers kunnen worden aangeboden. Een theoretisch argument dus vóór verzelfstandiging. De overheid zou zich kunnen bepereken tot de besluitvorming over de infrastructuur, vanwege de daaraan verbonden positieve externe effecten. Waarmee in dit geval wordt bedoeld dat van de aanleg van een waterweg of een distributiecentrum meer dan één onderneming profiteert.
In Antwerpen heeft men voor verzelfstandiging van de havendienst gekozen en de overheid in de Raad van Comissarissen laten plaatsnemen. Sindsdien is een mentaliteitsverandering opgetreden en is het bedrijf slagvaardiger geworden.
RS
Zie ook:
Profiel Rotterdam, NRC Handelsblad 5 juni 1997
|