Yen-politiek is spil in nieuwe financiële crisis
Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL
De Russische financiële markten staan
op instorten en in Azië dreigt een tweede crisis. Japan is tegen
wil en dank een van de hoofdrolspelers.
AMSTERDAM, 28 MEI. De Amerikaanse minister van Financiën Robert
Rubin had er desgevraagd altijd wel een omfloerste formulering voor: ja,
de Verenigde Staten streven naar een sterke dollar; nee, de Verenigde
Staten staan geen daling van de Japanse yen toe.
Vorige week, na de jongste bijeenkomst van acht grootste industrielanden
in Birmingham, bleek de boodschap gehalveerd. De sterke dollar was er
nog, maar rond de yen bleef het stil. Langzamerhand is het tot de
Amerikanen doorgedrongen dat de eis dat Japan zichzelf uit zijn recessie
moet trekken door de binnenlandse vraag te stimuleren in plaats van zich
uit de problemen te exporteren, niet langer reëel is.
De Japanse stagnatie vraagt om een paardenmiddel, en een depreciatie van
de yen maakt daar integraal deel van uit. Een officieel disconto van de
Bank van Japan van 0,5 procent heeft tot nu toe niets gedaan om de
kredietverlening weer van de grond te krijgen in de Japanse economie,
die er al zeven jaar nauwelijks in slaagt om te groeien. De
tienjaars-rente is inmiddels gedaald tot onder de 1,3 procent. Een
lawine van stimuleringspakketten van de Japanse regering heeft haar
effect goeddeels gemist, en Japanners gaven vanmorgen in een
opiniepeiling aan dat zij een belastingverlaging zeker niet zullen
gebruiken om hun uitgaven te verhogen. Vanmorgen bleek uit een nieuwe
stroom van gegevens dat de economie van Japan verder wegzakt in een
spiraal van stagnatie en deflatie.
De krachten tegen de Japanse yen bundelen zich al langere tijd:
Japanners brengen geld overzee om iets meer rendement op beleggingen te
halen dan de minimale rentes thuis. De lage rente zelf, in vergelijking
met 5,5 procent op dollars, werkt tegen de yen, evenals de moeilijke
economische vooruitzichten. De komst van de euro als internationale
reservemunt zal de yen als internationaal betaalmiddel verder
marginaliseren.
Een verdere renteverlaging in Japan is vrijwel onmogelijk, en stuit op
politieke weerstand: pensioenfondsen en levensverzekeraars dreigen met
de huidige rentestand al niet meer aan hun toekomstige verplichtingen te
kunnen voldoen. En zo rest de Bank van Japan nu vrijwel geen ander
middel meer om de economie op te starten dan het pompen van vers geld in
de economie, vooral door middel van het opkopen van schuldpapier. De
inflatie die moet volgen uit de stroom van verse yens moet de economie
nieuw leven inblazen.
De druk op de wisselkoers van de yen is dus formidabel, maar de munt
mocht lange tijd niet omlaag teneinde de Amerikaans-Japanse verhoudingen
niet te verstoren. Nog steeds is de handel beducht voor interventies
door de Bank van Japan, zodat de munt slechts langzaam daalt tegenover
de dollar. Deze week bereikte de munt schoorvoetend met meer dan 137 yen
per dollar het diepste punt van de laatste zeven jaar.
De economische opleving waar Japan en de VS nu met een lagere yen op
hopen, heeft een hoger doel: juist een economisch sterk Japan is in
staat om de Aziatische crisislanden de exportmarkt te bieden die zij
nodig hebben om er bovenop te komen. Voorspellingen in de markt gaan uit
van een yen-koers die kan uitkomen op 150 yen per dollar, en er zijn
ramingen van 200 yen.
De yen-daling heeft echter een belangrijke keerzijde. De Japanse export
wordt concurrerender binnen Azië en op Westerse markten waar Japan
een rechtsreekse concurrent is van zijn Aziatische buurlanden. In
Zuid-Korea komt een yen-daling hard aan: het Koreaanse exportpakket
(auto's, elektronica, zware industrie en chemie) is steeds meer op dat
van Japan gaan lijken. Dat geldt met name ook voor Taiwan, Hongkong en
de Chinese kustprovincies.
Hongkong en China hebben temidden van de financiële storm die over
Azië raasde als enige hun valuta's niet laten devalueren. Een
dalende yen kan hun exportsector nu te veel worden. De yen-daling en het
risico dat ook de Hongkong-dollar en de Chinese yuan in waarde worden
verlaagd, drukken op dit moment zwaar op de munten en aandelenmarkten in
Azië. De beurskoersen zijn, na een opleving in de eerste vier
maanden van dit jaar, weer fors gedaald naar het niveau van januari.
Korea zit daar, na twee forse koersdalingen met zes procent deze week,
zelfs al weer onder. De consequenties van een zwakke yen, en lokale
politieke crises als gevolg van de financiële en economische
crises, kunnen zorgen voor een tweede Azië-golf.
De schokgolf van de eerste Azi-e-golf werd eind vorig jaar in alle
'opkomende markten' gevoeld. Tot tweemaal toe verdedigde de Russische
centrale bank toen de roebel met hoge rentes. Rusland kampt ook nu met
de herhaling van de algemene vertrouwenscrisis op de financiële
markten, en de centrale bank verhoogde gisteren zijn rente tot een
verstikkende 150 procent om de roebel voor een val te behoeden. De lage
olieprijs, mede veroorzaakt door vraaguitval in Azië, en de
haperende belastinginkomsten waren al een tijdbom onder de Russische
staatsfinanciën. Gisteren benam de mislukking van de openbare
verkoop van het staatsoliebedrijf Rosneft, waarvoor zich geen enkele
koper meldde, de Russische regering ook nog het zicht op 2,1 miljard
dollar aan inkomsten. De centrale bank had vorige week na steunaankopen
van roebels nog 15,5 miljard dollar aan deviezenreserves over, tien
miljard minder dan een jaar geleden. Hoewel er geen gegevens bekend
zijn, moeten de reserves in de afgelopen week verder zijn geslonken.
Elke crisis heeft zo zijn lokale redenen, maar het is het probleem-Japan
dat centraal staat. Japan kan kan alleen als trekpaard dienen als een
lagere yen wordt toegestaan. Maar daalt die munt te ver of te onstuimig,
dan wordt de vertrouwenscrisis in de opkomende markten alleen maar
groter. Aan Tokio en Washington de taak om een 'managed decline' van de
yen zonder brokken te laten verlopen.