Fed-watchers houden hun adem in.
De economie van de Verenigde Staten kent al een aantal jaren een hoogconjunctuur. Sterker nog, hij zit al geruime tijd tegen de capaciteitsgrens aan. Anders gezegd, wat ze daar de output gap noemen (het verschil tussen de feitelijke en de mogelijke productie) is ongeveer gelijk aan nul. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) bedraagt 3% en de werkloosheid bereikte met 4,3% een laagterecord. Tot voor enige jaren waren we gewend dat onder dergelijke omstandigheden de inflatie begint op te lopen. De nairu immers - de non-accelerating inflationary rate of unemployment - bedroeg een procent of 5,5. Dat wil zeggen dat je bij een werkloosheid onder de 5,5% een oplopende inflatie zou mogen verwachten. We hadden ons er intussen al mee verzoend dat de nairu zo rond de 5% zou kunnen liggen. Maar 4,3% werkloosheid en dan nog slechts een inflatie van 1,4% (maart '97 -maart '98) is ongehoord. De achtergronden hiervan hebben we al eerder belicht (zie 'Groei zonder inflatie')
Het feit dat we kunnen verklaren hoe zo'n lage inflatie mogelijk is, terwijl een economie op volle capaciteit draait, betekent niet dat de financiële markten echt op hun gemak zijn. Er wordt vol spanning uitgekeken naar cijfers die kunnen aangeven of de economie van de VS iets afkoelt of juist nog verhitter raakt. Nerveus wordt gereageerd op de minste suggestie dat het laatste het geval zou zijn. De hamvraag is of de Amerikaanse centrale bank, de Fed, de korte rente verhoogt - om de economie wat af te remmen - of niet. Al een jaar staat de federal fundrate op 5,5% en de algemene stemming was tot voor kort dat een afremmend monetair beleid via een verhoging van de federal fundrate niet nodig was. Immers, zoals gezegd, de inflatie was laag en steeg niet, de goedkope invoer en het wegvallen van afzetmarkten in Azië hadden een deflatoir effect. En dan kwamen daar nog de dalende energieprijzen bij.
Op 27 april schrokken de financiële markten omdat uitgelekt was (sommigen nemen aan dat dit met opzet gebeurde) dat de algemene stemming bij de Fed was omgeslagen. De hardliners binnen de Fed zouden een renteverhoging noodzakelijk vinden. Maar de President van de Fed, Alan Greenspan, voelt daar weinig voor als er geen duidelijke beweging in de inflatiecijfers zichtbaar is. De Dow Jones index dook omlaag naar 8917, om overigens twee dagen later al weer op 8951 te staan.
Het uitlekken van dit bericht deed de obligatierente iets boven de 6% stijgen. In Amsterdam liet op 27 april de AEX-index een duik zien van 1168 naar 1110 (5%) om vervolgens snel weer te herstellen. ('Beurs likt wonden na forse terugval' NRC Handelsblad 28 april 1998)
Met spanning werd vervolgens uitgezien naar berichten van de Duitse centrale bank, de Bundesbank. Deze besloot 15 mei de korte rente niet te verhogen. De Duitse economie is nog steeds in de herstelfase en er is dus geen enkele aanleiding voor een remmend monetair beleid. Inmiddels zijn alle ogen weer gericht op de vergadering van de Fed op 21 mei. (zie: 'Markt staat voor spannend weekje rentepolitiek', NRC Handelsblad 13 mei 1998). De algemene opinie is dat de Fed de korte rente ongemoeid zal laten.
Business Week (11 mei) kan het zo mooi zeggen: 'Skittish Bulls; They aren't turning tail yet. But they sure are edgy about rates' . (Schichtige 'bulls'- een bull-markt is een markt die in een stijging gelooft -; ze keren nog niet om. Maar ze zijn wel degelijk nerveus over de rente).
Twee soorten verwachtingen staan tegenover elkaar;
de optimistische die zegt dat de Dow eind '98 de 10.000 haalt, omdat
- de inflatie niet toeneemt;
- de verwachte winstgroei in de tweede helft van het jaar gezond lijkt;
- de financiële markten geen vertrouwensschok krijgen, omdat de gevolgen van 'Azië' beperkt zijn en niet verder reiken dan de eerste helft van '98;
- de Fed de rente niet zal verhogen als de cijfers daartoe geen duidelijke aanwijzing geven.
Daartegenover de pessimistische, die zegt dat een correctie van zo'n 15% verwacht mag worden, omdat:
- de krappe arbeidsmarkt de inflatie op gang kan brengen;
- de stijging van de ondernemingswinsten afzwakt;
- de financiële markten een vertrouwensschok krijgen, omdat Azië nog verder wegzakt;
- de Fed de rente verhoogt omdat zij de op hol geslagen bestedingen door consumenten, die worden versneld door de stijgende beurs, wil afzwakken.
Fed-watchers houden hun adem in.
RS