NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E, F,
G, H,
I, J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
Nieuw kabinet staan mogelijk tegenvallers te wachten
Het eerste kabinet Kok (1994-1998) heeft kunnen regeren in een opgaande conjunctuur. De meevallers - grotere belastingontvangsten dan gepland vanwege een meevallende groei van het bruto binnenlands product (BBP) - waren dan ook niet van de lucht. In totaal stroomde bij de belastingdienst van minister Zalm f 16 miljard meer binnen dan was voorzien in het regeeraccoord. Daarvan is f 4 miljard gebruikt voor verlaging van het financieringstekort en f 12 miljard teruggegeven aan de burgers. Daar is later nog eens f 2 miljard lastenverlichting aan toegevoegd. Die burgers waren dan ook best tevreden en kozen op 6 mei overtuigend voor Paars 2.
Het tweede kabinet Kok zal het, als de voortekenen niet bedriegen, zonder meevallers moeten doen. ('CPB rekent met terugval economie', NRC Handelsblad 16 april 1998). Misschien krijgt het wel tegenvallers te verwerken. De Nederlandse economie zit op of rond de top van de hoogconjunctuur. Daarna zet de onvermijdelijke daling in. Niet alleen in het recent verschenen Jaarverslag van De Nederlandsche Bank wordt daarvoor gewaarschuwd. Al enkele weken eerder had het Centraal Economisch Plan (CEP)1998 dit al gemeld. De in de figuur getoonde conjunctuurindicator van het Centraal Planbureau (CPB) illustreert wat bedoeld wordt.
Bron: CEP 1998
Het CEP '98 beschrijft dat in 1997 de groei van het BBP (3,3%) vooral gedragen werd door de binnenlandse vraag. Dus door de bestedingen van consumenten en de investeringen van bedrijven. In 1998 komt daar de aantrekkende uitvoer bij, die de groei op 3,75% brengt. Maar vervolgens wordt in 1999 een afremmen van de groei naar 3% verwacht; waarbij de groei in de tweede helft van dat jaar terugloopt naar 2,5%.
Als oorzaken voor de lagere groei van de binnenlandse bestedingen worden genoemd:
- het minder stijgen van de koopkracht van de consumenten, onder andere doordat de positieve vermogenseffecten van de gestegen huizenprijzen en aandelenkoersen wegebben;
- de groei van de investeringen in woningen loopt terug;
- de groei van de overheidsbestedingen wordt minder.
Ook de uitvoer zal in 1999 minder toenemen, en wel door:
- lagere groei van de wereldhandel en door
- verslechtering van de onze prijsconcurrentiepositie, dat wil zeggen dat onze exportprijzen zich wat ongunstig ontwikkelen ten opzichte van onze concurrenten waardoor we minder scherp kunnen concurreren.
Een lagere groei van het BBP heeft tot gevolg dat - bij gegeven tarieven - bij de minster van financiën de belastingontvangsten minder groeien. Die lagere groei van de ontvangsten zal moeten leiden tot een lagere groei van de uitgaven. De kans op meevallers wordt een stuk kleiner, misschien zijn er zelfs tegenvallers te verwerken. Het valt niet moeilijk in te zien dat het sluiten van een regeeraccoord met zwaar weer op komst lastiger is dan het meedobberen op de golven van de hoogconjunctuur. We zullen er de komende maanden getuige van zijn.
RS
|