Zwarte dinsdag
DE EFFECTENBEURZEN van de wereld bevinden zich in een
vrije val. Dramatische koersdalingen hebben in één klap
het zorgeloze sentiment 'voel-rijk' van de zomer van 1997 doen
verdampen. Goed, beleggers weten dat beurzen omhoog en weer omlaag
kunnen en dat het soms ruw toegaat in de achtbaan van de financiële
markten.
Maar noodmaatregelen van opschorting van de handel en koersdalingen met
vijf, tien, vijftien procent op één dag - valt dat nog te
beschouwen als een welkome correctie op een doorgeschoten markt of vormt
dit het begin van de gevreesde wereldwijde paniek die eerst de
effectenmarkten en vervolgens de echte economie van productie,
werkgelegenheid en consumptie onderuit zal halen?
De bodem lijkt plotseling te zijn weggevallen onder de koersen,
beginnend in het Verre Oosten, in Europa, daarna in de Verenigde Staten
en vervolgens weer van voren af aan. Zo tuimelen de financiële
dominostenen de wereld rond. Scènes van tien jaar geleden, toen
de krach van 'zwarte maandag' tweeëntwintig procent van de
aandelenkoersen in New York afsloeg, komen in herinnering.
Evenals in oktober 1987 zijn er specificieke oorzaken voor de
plotselinge omslag in het beleggersvertrouwen, maar het zijn andere
oorzaken. Toen, in 1987, bestond er een diepgaand meningsverschil tussen
West-Duitsland en de Verenigde Staten over het dollar- en rentebeleid.
De Amerikaanse economie had te kampen met Reagans erfenis van onhoudbare
overheidstekorten. Nu heeft president Clinton, toevallig gisteren,
aangekondigd dat het federale overheidstekort dit jaar vrijwel is
verdwenen.
De Amerikaanse economie, in het zesde jaar van economische groei,
vertoont geen tekenen van oververhitting of oplopende inflatie. Het gaat
uitstekend met de bedrijfsresultaten. Het beleid van de Federal reserve,
het stelsel van Amerikaanse centrale banken, is voorzichtig. In Europa
gaat het met de continentale economieën eindelijk bergopwaarts,
terwijl de Britse economie onverminderd robuust is. De Economische en
Monetaire Unie (EMU) staat redelijk in de steigers. In de hele wereld is
sprake van voortgaande handelsliberalisatie en marktwerking. Nog slechts
een maand geleden voorspelde het Internationale Monetaire Fonds dat de
internatinale economische vooruitzichten voor de komende jaren
uitzonderlijk gunstig blijven.
DE PANIEK VAN VANDAAG volgt op het zelfvertrouwen van gisteren. Deze
zomer bereikten de indexen van de effectenbeurzen recordniveaus. Maar in
december vorig jaar waarschuwde de voorzitter van de Federal reserve,
Alan Greenspan, al voor 'irrationele overdadigheid' in de beurskoersen.
Een soortgelijke waarschuwing herhaalde hij enkele weken geleden. De
zorg van de centrale banken is dat zich weliswaar geen prijsinflatie in
de winkels of de arbeidsmarkt voordoet, maar wel in de aandelenkoersen
en huizenprijzen. Dergelijke 'financiële luchtbellen' kunnen
ontstaan in tijden van lage rente. Zowel de Amerikaanse rente als de
Europese heeft vanaf het begin van de jaren negentig een vrijwel
onafgebroken daling te zien gegeven. Het is duidelijk dat met de stevige
economische groei die in het verschiet ligt, de periode van lage rente
voorbij is. Dat veroorzaakte het eerste schokeffect op de beurzen.
Het tweede schokeffect ligt in de internationale verwevenheid van de
financiële markten. Vier maanden geleden barstte in
Zuidoost-Azië de tijdbom van overgewaardeerde munten, speculatie
met onroerend goed en wankele financiële instellingen. Zolang deze
crisis zich beperkte tot Thailand en Maleisië bleef de uitstraling
beperkt. Maar toen vorige week de koersdalingen oversloegen naar
Hongkong, zette een spiraal van paniek in. Grote instituten die in de
ene markt verloren zagen zich genoodzaakt om in andere markten te
verkopen om hun posities in te dekken. De beurzen van de 'opkomende
landen' in Azië, Latijns Amerika, Oost-Europa en Rusland zijn de
allergrootste verliezers in de slachting van vandaag.
ZWARTE DINSDAG HOEFT niet het einde van een lange periode van economisch
optimisme in te luiden. De koerscorrectie is lang over tijd en zelfs nu
bevinden Wall Street en de meeste Europese beurzen zich nog boven het
niveau van eind vorig jaar. Een overslag naar de 'reële economie'
en daarmee een periode van langdurige recessie is onwaarschijnlijk. Maar
onrust op een schaal zoals zich nu voordoet, is fnuikend voor het
investeringsklimaat en dat kan op korte termijn de economische
ontwikkelingen schaden. Het is daarom urgent dat de verantwoordelijke
autoriteiten met geruststellende verklaringen en gebruik van het
monetaire instrumentarium zo snel mogelijk rust in de markten brengen
zodat de vrije val tot staan komt.
(NRC HANDELSBLAD / OPINIE 28 OKTOBER 1997)