Tien jaar na Zwarte Maandag
Een volgende beurskrach ziet er anders uit
Door Lucas Ligtenberg en Maarten Schinkel
Morgen, 19 oktober, is het tien jaar
geleden dat de koersen in New York op één dag met bijna
een kwart kelderden. Vandaag lijkt de koersval van Zwarte Maandag nog
maar een kleine oneffenheid in een beursgrafiek die al vijftien jaar
slechts één richting kent: omhoog. Wat veroorzaakte de
krach van 1987? Kan het weer gebeuren?
1997
NEW YORK / AMSTERDAM, 18 OKT. Zo'n 1800 punten zou het Dow
Jones-gemiddelde overmorgen moeten dalen om de koersval van tien jaar
geleden op Zwarte Maandag te evenaren. De AEX-index zou moeten zakken
van 904 punten nu naar 700 punten. Komt het weer zover als in 1987? Wie
het koerspatroon op Wall Street van de laatste twee jaar afzet tegen het
patroon van de twee jaar voor oktober 1987, kan niet om een treffende
gelijkenis heen. Net als toen zijn de aandelen in duizelingwekkende
vaart gestegen. De gemiddelde koers-winstverhouding op Wall Street is nu
boven de 20. Daarmee staan de koersen op een hoger peil dan vlak voor de
oktoberkrach van destijds. Zit er een nieuwe krach in de lucht? Een
koersval van 22 procent op één dag lijkt technisch
onmogelijk te zijn geworden. Maar een serie van gemene neerwaartse
schokken is natuurlijk altijd mogelijk. Hoe hoog staat de Amerikaanse
beurs? Te hoog? Die vraag trekt een breuklijn door de internationale
analistengemeenschap.
Het kamp van de optimisten ziet geen problemen. De omstandigheden
waaronder de koersen zo sterk zijn gestegen, zijn ditmaal volledig
anders. ,,In 1987 steeg de inflatie in de VS, en liep de rente op de
kapitaalmarkt sterk op. Nu is de inflatie laag, en is de rente
stabiel,'' zegt Marnix Vriezen, hoofd van het America Fund van Robeco -
een van de succesvolste beleggingsfondsen in zijn soort in Europa. Nog
eergisteren kwam het jongste inflatiecijfer van de VS over september
binnen op 2,2 procent. De 'kern-inflatie', zonder voedings- en
energieprijzen, bleek daarmee het laagst sinds 1965. ,,De
koers-winstverhoudingen zijn hoog, maar vergeleken met de rente van dit
moment zijn de aandelen niet zo hoog gewaardeerd als in 1987,'' zegt
Vriezen.
Nu de Amerikaanse economie voor het zesde achtereenvolgende jaar groeit
zonder dat er een spoor van oplopende goederen- en diensteninflatie is,
gonst het op Wall Street van de verhalen over een nieuwe economische
orde. Sterkere concurrentie en globalisering maken het ondernemingen
onmogelijk om hun prijzen te verhogen, en dat houdt de inflatie laag.
,,Als je bij Amerikaanse ondernemingen komt, heeft niemand het over
prijsverhogingen,'' constateert Vriezen. Verbetering van het rendement
wordt gezocht in herstructurering, rationalisering en
productiviteitsverhoging. Die worden niet meer alleen bij economische
tegenslag toegepast, maar vormen een constant proces in het
bedrijfsleven. De productiviteitsverbetering, die bij de zelfde of
dalende prijzen toch voor meer winst zorgt, wordt in de 'Nieuwe
Wereld'-these in verband gebracht met de huidige revolutie in de
toepassing van computers en communicatie die de productie per werknemer
heeft verhoogd.
Tegenover het optimisme zijn er zat andere geluiden te horen. ,,De
aandelenmarkt is op dit moment zeker overgewaardeerd, misschien wel meer
dan tien jaar geleden,'' zegt David Shulman van de Amerikaanse
effectenbank Salomon Brothers. Of de koersen nog met één
klap kunnen corrigeren, zoals in 1987, betwijfelt hij. De
computergestuurde handel die destijds met 'dynamic hedging' de koersen
emotieloos deed kelderen, is veel minder gangbaar.
Het grootste verschil, vindt Shulman, is dat er nu allerlei buffers zijn
ingebouwd tegen te sterke koersdalingen. Sinds Zwarte Maandag wordt de
handel even gestaakt als het Dow Jones-gemiddelde met 50 punten daalt,
een half uur als de koersindex met 250 punten naar beneden gaat en een
vol uur als de index 500 punten zakt.
Of deze schokbrekers als het er op aankomt echt zullen werken,
betwijfelt Richard McCabe, hoofd marktanalyse van de effectenbank
Merrill Lynch. ,,Ze kunnen net zo goed een averechts effect hebben. Als
we straks een daling hebben en er treedt een pauze in, kan het gebeuren
dat er daarna een run is op de markt om snel meer te verkopen.'' Moet
een krach wel echt op één dag plaatsvinden? ,,Een val van
22 procent op een dag is gewoon onmogelijk geworden,'' zegt Shulman.
,,Maar dat wil niet zeggen dat we hetzelfde niet in een week kunnen
bereiken. Een krach kan weer plaatsvinden, maar in een andere vorm dan
die we kennen.''
McCabe is niet optimistisch over de beursvooruitzichten, al was het maar
door de roekeloosheid van beleggers. ,,Ik ben bezorgd dat mensen denken
dat aandelen alleen maar kunnen stijgen. Negentig procent van al het
geld dat nu in de markt zit is er na 1990 in gekomen.'' Shulman wijst
daar ook op. ,,De overeenkomst tussen nu en toen is de overwaardering
van aandelen en de enorme euforie van beleggers. Er is nu nog meer
gezapigheid in de markt dan toen.''
McCabe denkt dat ergens in de komende zes tot negen maanden een
correctie kan optreden van 25 procent. Vriezen van Robeco denkt van
niet. Hij maakt een onderscheid tussen verschillende fasen waarin een
opgaande beurs verkeert als de economie uit een dal komt en in een
hoogconjunctuur terechtkomt. Eerst zijn er koersstijgingen omdat de
rente daalt. Vervolgens loopt de beurs vooruit op winstverbetering bij
de genoteerde bedrijven. Daarna is er de instroom van steeds meer
beleggersgeld dat op de stijgende koersen afkomt. ,,We zitten nu in de
fase tussen de winstverbetering en een door liquiditeiten gedreven beurs
in,'' zegt Vriezen. McCabe is argwanend. ,,Het is de vraag of er
voortdurend geld de markt in blijft komen. De instroom is tegenwoordig
per maand al lager dan in de eerste zes maanden van 1996.''
Lopen de koersen gevaar? ,,Kijk, 19 oktober is een gewone dag als alle
andere maar een gemene bear market is nog steeds mogelijk,'' zegt
Shulman. Vriezen houdt zich verre van doem-scenario's. ,,Een 'verwachte
krach' is met zichzelf in tegenspraak.''
(NRC HANDELSBLAD / ECONOMIE 18 OKTOBER 1997)