NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E, F,
G, H,
I, J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
Financieel- economische
schakels
|
Afgelopen week kreeg bierbrouwer Heineken een onverwacht bezoekje van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Hoewel, helemaal onverwacht zal de 'dawnraid' van de NMa niet zijn geweest. Begin deze maand liet de Italiaanse Eurocommissaris Mario Monti (belast met mededingingszaken) al merken dat hij net als zijn voorganger, de Belg Karel van Miert, niet van valsspelen houdt. Zo gaf hij Microsoft te verstaan dat het concern mag rekenen op zeer hoge boetes als het zich aantoonbaar schuldig zou maken aan monopoliepraktijken ('Commissaris Monti laat zijn tanden zien', NRC Handelsblad 3 maart 2000). De inval van de NMa bij Heineken vond dan ook plaats op zijn aandringen.
De Europese Commissie verdenkt de grote bierbrouwers in de Europese Unie ervan onderlinge prijsafspraken te hebben gemaakt. Het onderzoek van de Commissie richt zich vooral op Nederland, België en Frankrijk. Eind vorig jaar al had kwam de Commissie in aanvaring met de grote brouwers. Die waren gewend eenzijdige financieringscontracten met beginnende caféhouders te sluiten die de tappers tien jaar lang exclusief aan hun biermerk koppelden. Die looptijd heeft de commissie nu teruggebracht tot hoogstens vijf jaar. En dan nu de beschuldiging van kartelvorming.
De biermarkt wordt beheerst door een klein aantal aanbieders. In Nederland zijn dat Grolsch, Interbrew (onder meer Dommelsch en Hertog Jan) en de reus Heineken. We hebben hier te maken met een oligopolie. De concurrenten op zo'n markt houden elkaar voortdurend scherp in de gaten, want zij beseffen maar al te goed dat een groei in het marktaandeel van de ene aanbieder een merkbaar negatief effect heeft voor het eigen marktaandeel. Binnen een oligopolie concurreren de deelnemers op allerlei manieren met elkaar, zoals: zegeltjesacties, cadeautjes en natuurlijk allerlei vormen van reclame. Maar van een concurrentiemiddel blijven ze het liefste af, de prijs. Doodsbenauwd als ze zijn daarmee in een noodlottige prijzenoorlog verzeild te raken. Als er eentje gaat stunten met zijn prijzen, kunnen de anderen immers niet achterblijven. Die angst zit zo diep dat ze het liefst het risico willen uitsluiten door een prijskartel te vormen.
Maar zulke kartels zijn niet in het belang van de consument. Die is het meest bestaat met vrije concurrentie. Concurrentie houdt ondernemingen scherp. Aan de ene kant worden ze erdoor gedwongen voortdurend te zoeken naar manieren waarop ze beter kunnen inspelen op de behoeften van de klant. En aan de andere kant dwingt de concurrentie ondernemingen ertoe efficiënter te produceren. Die gedachte zat ook achter de creatie van de gemeenschappelijke Europese markt. Begrijpelijk dus dat Monti zijn taak zo ernstig neemt.
JP
|