C O L U M N NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
VRIJDAG
DE DRAAD
|
God of wielrenner?
door Kester Freriks
Heeft niemand zich afgevraagd wie Godot in werkelijkheid geweest is, en hoe dat zit met het kruispunt? Godot was een wielrenner. In een wedstrijd reed hij achteraan, en riep: "Attendez-moi, Godot! Wacht op Godot!" Beckett was aanwezig bij die wedstrijd, het idee voor zijn toneelstuk werd geboren. In het pas verschenen boek Altijd weer Frankrijk en andere Gallische hartenkreten van voormalig GPD-correspondent Rudolf Bakker staat de verlossende foto. In Zuid-Frankrijk, in de Luberon, snijden de N 100 en de D 108 elkaar. Het is een zielige, naamloze kruising. Een groot achthoekig stopbord valt op, een ander bord geeft met een pijl aan de vluchtheuvel rechts te passeren. Ik ontwaar een wijzer met een caravan erop. Naar de camping. Lege heuvels in de verte, een huis halfverscholen achter kale bomen. De foto moet in het koude jaargetijde zijn genomen. De elkaar kruisende wegen zijn leeg, het asfalt grauw. Vele decors zag ik van Wachten op Godot. Helemaal kale zwarte speelvloer met alleen die boom - de boom die nu weg is. Omgehakt? Of ook een kruising van spoorlijnen, de speelvloer als fabrieksterrein, vervuild stuk strand. En niemand die op het idee kwam Becketts voetsporen en zijn fascinatie voor wielrennen eens na te trekken. Dan was de regisseur of ontwerper uiteindelijk op het meest realistische en ook dramatische beeld uitgekomen: een kruispunt van asfalt, de twee clochards in de berm. Wachten op Godot als een stilstaande road-movie. Urenlang kijken we alleen naar dat kruispunt met de wegwijzers als te korte armen die helemaal naar niets verwijzen. Ik zie de voorstelling al voor me: 's zomers de weg afzetten en Godot opvoeren in zijn eerlijkste vorm, wars van alle zwaarte.
(Uit Cultureel Supplement van 30 juli 1999 ) |
Bovenkant pagina |