N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

CS VRIJDAG
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

Uitgekleed

door Henk van Gelder
Aan de gevel van een rijtje zeventiende-eeuwse stijlpanden aan de Herengracht in Amsterdam hangen twee vlaggen. Op de ene staat de naam van het Theater Instituut Nederland dat hier is gevestigd. Op de tweede staat: Theatermuseum. Maar die tweede moet weg. In het beleidsplan dat TIN-directeur Dragan Klaic gisteren naar het ministerie van OCenW heeft gestuurd, staat dat er geen geld meer is voor tentoonstellingen. De huidige exposities zijn begin september afgelopen; daarna gaat het Theatermuseum dicht.

Klaic heeft het plan, naar hij zegt, 'onder protest' ingediend. Het instituut is in het nauw gedreven omdat staatssecretaris Van der Ploeg de subsidie van 6,8 miljoen gulden heeft verminderd naar ruim 5 miljoen - een korting van 24 procent. Bezuinigen op de vaste lasten van huisvesting en collectiebeheer is onmogelijk, aldus het nieuwe beleidsplan, en ook de bibliotheek en het depot moeten toegankelijk blijven. Zo zit er niets anders op dan elf van de 49 formatieplaatsen te schrappen, te stoppen met informatieverstrekking en debatten voor de theaterwereld, coproducenten te zoeken voor het maken van de cd's en boeken, de internationale activiteiten op een lager pitje te zetten en te stoppen met het organiseren van tentoonstellingen in eigen huis. Hooguit kan het TIN de komende jaren nog meewerken aan exposities op andere locaties, maar dat hangt af van de belangstelling die daarvoor buitenshuis bestaat. Er is geen garantie.

Nog voordat OCW zich over dit voornemen kan buigen, hebben de medewerkers van het instituut zich al luidkeels verzet. Het museum is ons gezicht, zeggen ze. De tentoonstellingen hebben de afgelopen jaren steeds meer publiek getrokken (40.000 bezoekers per jaar) en zijn ook zo ongeveer de enige activiteit waarop de Raad voor Cultuur in zijn negatief gestemde advies aan Van der Ploeg geen kritiek heeft geuit. Ze vrezen dat het TIN zonder museum geen uitstraling meer zal hebben. En ze hebben gelijk: een theaterinstituut zonder museum is als een winkel zonder etalage - daar loopt vrijwel iedereen aan voorbij. Zie het Vormgevingsinstituut dat nooit tentoonstellingen wilde organiseren - voor de buitenwereld bestond het niet en nu is het opgeheven.

Klaic zegt met de rug tegen de muur te staan. Nergens anders meent hij de 'kale' acht ton te kunnen vinden, die het behoud van de museumfunctie zou kosten. Vurig verdedigt hij de voortzetting van minder zichtbare activiteiten als het onderhoud van de internationale contacten, die Nederlandse theatermakers in contact brengen met buitenlandse collega's.

Maar hoe hij het ook wendt of keert: zijn plan om het Theatermuseum te sluiten, is onzalig. OCenW mag het niet laten gebeuren. "Komt dat zien!" luidt de lokroep van het theater, en dus hoort óók een theaterinstituut dat te roepen. Die tweede vlag moet blijven wapperen.

(Uit Cultureel Supplement van 19 januari 2001 )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad