N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

CS VRIJDAG
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
LEO PRICK

Een Europese route

door H.J.A. Hofland
Culturele reizen, naar tempels, oude slagvelden, romaanse kerken, streken van beroemde Franse kazen, worden die nog georganiseerd, vroeg ik me de vorige week af. Dit nadat ik in België vanuit de trein een paar oude, verlaten fabrieken had gezien, indrukwekkende gebouwen, die het waarschijnlijk niet lang meer zouden maken. Ik veroorloofde me een mijmering over de verdwijnende monumenten uit het industriële tijdperk en opperde dat het de moeite waard zou zijn, zo'n reis door de zwarte streken van weleer te maken: Noord-Frankrijk, België en het Roergebied.

Die reis bestaat, althans in Duitsland. In het julinummer van het Historisch Nieuwsblad staat een artikel van Judith Stalpers, In het Ruhrgebied is de lucht weer blauw, waarin ze beschrijft hoe daar de Route der Industriekultur is opgezet, een traject langs zeshonderd industrieel-historische locaties. De grondslag is gelegd in de jaren zeventig. 'Het economisch hart van Duitsland verloederde. Liefst wilde men meteen alles platgooien en opnieuw beginnen. 'Normaal worden' noemden de politici dat. Geëngageerde burgers en historici uit de regio dachten daar echter anders over. [...] Het Ruhrgebied was immers de bakermat van industrieel Europa. Risicovolle ondernemers hadden elkaar daar overtroefd in de bouw van de grootste, modernste en mooiste gebouwen en installaties. Die industriële geschiedenis moest behouden blijven om als kapstok te dienen voor de drastische Strukturwandel die de regio ondergaat.'Het Duitse initiatief is een succes. Britse, Belgische, Nederlandse en Duitse industrie- archeologen willen een Europese route, de European Route of Industrial Hertitage. Ik citeer het Historisch Nieuwsblad: 'Het project valt onder het aandachtspunt Europa, gemeenschappelijk erfgoed en kan daarom rekenen op 162 duizend euro aan subsidie om het komend jaar een masterplan voor de route op te zetten.' De route moet in 2006 klaar zijn. De vice-voorzitter van de Stichting Industrie Cultuur Nederland, de heer Hildebrand de Boer, zegt: 'Industriecultuur gaat om de cultuur van de gewone man en vrouw. Het spreekt daarom een heel breed publiek aan.' (Ik kan het niet laten, een opmerking te maken. Dit is hemeltergend Nederlands).

Deze omvangrijke restauratie en conservering, verklaart de Duitse kunsthistoricus Wolfgang Eber, heeft alleen voordelen. Het verleden wordt op wetenschappelijke wijze bewaard, de vervuilde bodem wordt gezuiverd, en de economie gediend, want hier ontstaat 'een toeristische trekpleister.' Het klinkt goed. Alleen bij het woord trekpleister krijg ik achterdocht. Onze voorouders kunnen geen monumentaal bouwwerk hebben neergezet, of tweeduizend of honderd jaar later is het een toeristische trekpleister geworden. De Acropolis, de piramiden, de toren van Pisa, de loopgraaf van Verdun, Montmartre, de Dam in Amsterdam, allemaal trekpleisters.

Op een trekpleister wil de toerist niet alleen iets moois zien of zich verzadigen aan het verleden met zijn drama's. Hij wil er iets kunnen eten en drinken, liefst met een muziekje erbij, en hij wil een aandenken kopen en als dat maar enigszins met het bewaard verleden in overeenstemming is, ook een beetje lol hebben. Vandaar dat de geslaagde trekpleisters al vlug een randbebouwing krijgen. Eerst komt de relevante nering, met modelletjes van de bezienswaardigheid (er zijn Laatste Avondmalen met de Heer en Zijn twaalf apostelen in de handel), fotorolletjes, petjes en T-shirts met opschrift. Geen trekpleister zonder deze snuisterijen. En vergeten we de bierpomp niet. De trekpleister nadert zijn voltooiing als zich het eerste kraampje met de leuke ansichten heeft gevestigd. Zo schiet de beschaving van het heden wortel in de historische grond. Noem het een symbiose.

Judith Stalpers laat zich poëtisch uit over 'de unieke sfeer'. In mijn stukje van vorige week noemde ik de foto's van Dolf Toussaint, een jaar of twintig geleden gemaakt. Die hebben de grauwheid van het laatste stadium. Zij ziet 'het lichtcontrast en het groen-roestbruin kleurenspel van natuur en vervallen industrie.' En dan vervolgt ze: 'Die unieke sfeer is dan ook een verkooptroef geworden. Veel industriemonumenten worden verhuurd voor popconcerten, bedrijfsfeesten. [...] Soms wordt een ruimte omgetoverd tot megadisco.'Op warme dagen overkomt het je dat er een auto voorbij rijdt, ramen open, en daaruit komt lawaai dat doet denken aan een oude fabriek, met stoom aangedreven klinkhamers, ponsmachines in vol bedrijf. Housemuziek. Dit geluid klinkt nu in het gerestaureerde industriegebied. Over honderd jaar staat er weer een groepje toeristen. Kijk, zegt de gids, dit was toen een tot megadisco omgetoverde fabriekshal.

(Uit Cultureel Supplement van 28 juli 2000 )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad