N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

LEO PRICK
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW


LEO PRICK

10 februari 2001

Uitdaging


Ze waren huisarts, advocaat, notaris, leraar, onderwijzer. Ze waren dat, en dat bleven ze ook, hun hele leven lang. Het waren, en dat gold ook voor de leraar en de onderwijzer, in wezen allemaal kleine zelfstandigen die genoegen namen met het eenduidige perspectief dat hun beroep hun bood: tot hun pensioen doen wat ze altijd hadden gedaan.

Nog maar weinigen nemen genoegen met een dergelijk voorspelbaar leven. Men zoekt het avontuur, niet zomaar een uitdaging, nee een nieuwe uitdaging. Wie wil nu nog huisarts, advocaat of leraar worden. Nou, een heleboel mensen. Tenminste als het om advocaten gaat. Die profiteerden als geen ander van de mogelijkheden die de tijdgeest bood. De omvang van bedrijven nam toe, nationals werden multinationals, kleine boeven verenigden zich in misdaadorganisaties, de klanten werden kapitaalkrachtiger. Eerst werd, met enkele bevriende collega's, de als kantoor ingerichte voorkamer ingewisseld voor een heus kantoortje, vervolgens, nieuwe uitdaging, werden die samengevoegd en, ultieme uitdaging, met enkele even ondernemende accountants en notarissen uitgebouwd tot bloeiende ondernemingen. En daarnaast heb je dus al die mensen die ook hebben gestudeerd, gingen werken en die hun hele beroepsleven lang maar één enkel leven leiden. In de jaren zeventig stonden huisartsen en leraren nog midden in de hoofdstroom van de maatschappij van toen. Werken was je inzetten voor een betere wereld. De afgelopen jaren zijn de leraren en huisartsen geleidelijk weggedreven van de hoofdstroom en terechtgekomen in de zijarmen, de uitlopers waar het water stilstaat. Natuurlijk is hun werk nog net zo belangrijk als vroeger, maar ze maken allang niet meer deel uit van de karakteristieke ontwikkeling, de hoofdstroom, van de maatschappij van nu. Hun beroepen zijn gemarginaliseerd. Wie deel wil hebben aan de maatschappelijke ontwikkelingen, de ambitie heeft een rol te spelen in de maatschappij, daar mee richting aan te geven, kiest een andere bestemming. Het heeft niet te maken met een tekort aan waardering, misschien ook niet met een gebrek aan status, maar wel met een gebrek aan begerenswaardigheid. Als jongen droom je ervan een Gullit of Tiger Woods te worden. In de praktijk moeten we het doen met veel minder, maar de droom zal toch niet vlug worden omgebogen naar het ideaal om later een goede leraar te worden waar leerlingen jaren later nog met waardering aan terugdenken. De wijsheid om zo'n ideaal te koesteren komt, als het al ooit zover komt, pas op latere leeftijd. Niet alleen bepaalde professionele beroepen gaan gebukt onder een gebrek aan perspectief. Hetzelfde geldt voor beroepen die traditioneel het exclusieve terrein vormden voor vrouwen zoals bibliothecaresse, en apothekers- of tandartsassistente. Ze deden dat werk tot ze trouwden en maakten vervolgens plaats voor een nieuwe, jonge meid. Ze stelden weinig eisen aan salaris of beroepsperspectief. Hun perspectief lag elders, in een gezin. Een tandartsassistente kan een opleiding volgen voor mondhygiëniste, die op haar beurt via bijscholing jeugdtandarts kan worden.

Die dynamiek is nodig nu iedereen aanspraak maakt op een loopbaan met perspectief. Wil het onderwijs een aantrekkelijke sector worden, dan zal die zich moeten conformeren aan deze ontwikkeling. Ik heb het altijd een benauwende gedachte gevonden op je 25ste te weten wat je op je 60ste zult doen, zonder nu meteen te vinden dat iedereen de carrière van de geslaagde krantenjongen dient te volgen. Maar daar ligt nog heel veel tussen.

Leo Prick

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad