C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

LEO PRICK
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG


LEO PRICK

12 februari 2000

Welzijnscultuur


Er zijn scholen waar leerlingen les krijgen in eigen taal en cultuur. Dat is logisch, zult u denken, want alle leerlingen van alle scholen krijgen daar les in. De discussie die momenteel wordt gevoerd in de Tweede Kamer gaat evenwel niet over het onderwijs in de Nederlandse taal en cultuur, maar in die van de pappa's en mamma's van een deel van de allochtone leerlingen.

Met het verstrekken van dergelijke lessen bevorder je dat leerlingen met ouders uit dezelfde cultuur bij elkaar komen te zitten. Dat is slecht voor hun integratie in onze samenleving en voor hun Nederlandse taalontwikkeling en daarom moeten we dat niet doen. Lange tijd hebben zekere deskundigen beweerd dat die moedertaal nodig was om het Nederlands te leren, maar inmiddels is iedereen wel duidelijk dat dit onzin is.Daar komt nog bij dat het in veel gevallen niet eens gaat om de taal van de ouders. De moedertaal van Marokkanen is in de regel geen Arabisch. Ik zou niet weten welk algemeen aanvaard onderwijsdoel ermee is gediend hen de taal van de koran bij te brengen. Op openbare scholen krijgen joodse leerlingen ook geen hebreeuws. Ieder verstandig mens zal er daarom voor pleiten die lessen af te schaffen. Maar waar het gaat om allochtonen speelt in de politiek verstand hooguit een marginale rol. Hoger opgeleiden met een allochtone achtergrond zijn in de regel de eersten om het belang van integratie te benadrukken. Jammer genoeg geldt dit niet voor de Groen Linkse woordvoerder voor onderwijs M. Rabbae. Die blijkt zich de welzijnscultuur van zijn partij zo zeer te hebben eigen gemaakt, dat hij het bestond om, tijdens een Kamerdebat over dit onderwerp, de VVD'er Cornielje het verwijt te maken: 'Engelse les vindt u nuttig, maar Turks of Arabisch niet.'Inderdaad, meneer Rabbae, om hier succesvol te zijn, is allereerst Nederlands en vervolgens Engels van het grootste belang. Voor in de moskee is het Arabisch wellicht nuttig en wie dat vindt moet dat dan ook zelf regelen, maar het Nederlandse onderwijs dient zich daar buiten te houden. Niet te subsidiëren en er evenmin tijd voor in te ruimen. Hetzelfde, maar om andere redenen, geldt voor het Turks. Maar eigenlijk is de hele kwestie natuurlijk te gek voor woorden. Er komen hier buitenlanders binnen uit alle windstreken. Het gros komt al lang niet meer uit de landen waar het hier om gaat. Moeten we naast deze talen, om anderen niet tekort te doen, Afghanen en Joegoslaven ook hun eigen taal aanbieden? En is het bovendien niet raar dat we de talen aanbieden van juist die groepen die hier als eersten massaal naar toe kwamen en van wie we dus ook mogen verwachten dat die het meest zijn aangepast? Het onderwijs in de eigen taal, zoals we dat kennen, houdt gettoscholen in stand en staat integratie dus in de weg. Hoe weinig zakelijk we deze kwestie benaderen blijkt uit het volgende. In 1995 is de eis ingevoerd dat de leraren die lesgeven in de speciaal voor allochtonen bedoelde talen ook Nederlands spreken. Van de 1.600 leraren die er nu zijn, spreken er 320 geen Nederlands. Dat zijn dus leraren die werden aangesteld vóór die eis van kracht werd en die hier al ten minste 5 jaar lang op Nederlandse scholen en door de Nederlandse overheid betaald tijdens de reguliere lestijd lesgeven in Arabisch of Turks. Is het niet op z'n zachtst gezegd merkwaardig dat we, als we die eis stellen, accepteren dat leraren ook na vijf jaar nog steeds niet aan die eis hoeven te voldoen? En denkt u nou werkelijk dat mensen met zo'n minachting of onverschilligheid voor de wereld waarin zij wonen en werken ertoe bijdragen dat allochtone leerlingen hun weg vinden in de Nederlandse maatschappij? Nogmaals: als de donder afschaffen die flauwekul.

Leo Prick

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)