N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

KAREL KNIP
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

KAREL KNIP


17 februari 2001

Vogelenzang


De merel zingt! Alweer bijna drie weken trouwens. Meestal komt hij in de laatste dagen van januari zoetjes op gang als het niet vriest dat het kraakt en dit jaar was dit niet zo. Hij kon mooi vroeg aan het nieuwe seizoen beginnen.

De merel zingt dus. Niet meer op die zwiepende tv-antennes van voorheen, want die zijn weer weggehaald en de schotels zitten niet lekker, maar nog wel altijd vanaf een hoge post. Want de merel is weliswaar van origine een bosvogel, hij was nooit een nachtegaal die melodieus kweelt vantussen het onkruid. Dat is de merel te laag.

De merel zingt niet voor zijn plezier, o nee. Er zijn romantische zielen geweest die dat wel hebben gedacht. Ze zagen hem zitten daarboven in een spar of op een daklijst, zagen hoe hij na een verfrissend regenbuitje zijn veren schudde en mooier zong dan al die uren daarvoor, ze hoorden ook hoe hij in de loop van het jaar steeds gewaagdere strofen in het lied bracht en dachten: hij heeft er echt plezier in.

Maar 't is niet zo. Academisch getrainde biologen maakten korte metten met die mevrouwenemoties. De merel zingt om hoorbaar te maken waar zijn territorium is, zeiden ze, zoals de reu de lantaarnpaal besprenkelt om zijn woongebied ruikbaar te maken. Het zijn louter waarschuwingen die de merel rondroept, misschien wel bedreigingen. Verwensingen.

De romantici hebben daar tegenin gebracht dat dezelfde biologen beweren dat de merel paart om het voortbestaan van de soort te garanderen maar dat de merel zelf waarschijnlijk helemaal niet weet wat het effect is van de paring, laat staan dat hij er tijdens de daad aan denkt. Dus: als de merel niet weet wat het nut is van zijn zang, en niemand weet wat de merel daarvan weet, dan is er nog alle vrijheid om te speculeren over de emoties die hij zingend ondergaat. Als het zangvogels er alleen maar om te doen zou zijn met hun zang het territorium aan te geven, waarom zingen ze dan bij voorkeur hard en overvloedig voor zonsopogang en na zonsondergang in the chorus at dawn and dusk, zeiden de romantici. Misschien, zeiden de romantici, vindt de sproeiende reu het wel in de eerste plaats lèkker om tegen een paal te plassen die nog nageurt van een ander. Maar biologen willen er niet van horen. Dierpsychologie, daar doen ze niet meer aan.

Nu goed. Een andere vraag is of de merel die we nu horen dezelfde is als die die we vorig jaar hoorden tot hij er in de eerste week van augustus mee ophield. Is de nu zingende merel een bekende merel, om niet te zeggen Onze Merel? Daarop wordt niet makkelijk een antwoord gekregen omdat niet eentweedrie is vast te stellen hoe lang de merel leeft, of hij ook trekt of zwerft, enzovoort. Toen in deze rubriek lang geleden de vraag werd gesteld hoe oud een kokmeeuw worden kan toen was daar wel een slag naar te slaan. Want de kokvogels die vorig jaar uit het ei kwamen kun je nu nog als juvenielen herkennen. Omdat de grootste sterfte meestal in het eerste levensjaar optreedt en de relatieve mortaliteit daarna tamelijk constant is kon je met eenvoudige handgrepen uitrekenen dat de gemiddelde levensverwachting van de kokmeeuw zo rond de zeven jaar moest liggen.

Het was toen Rinse Wassenaar van de Nederlandse Ringcentrale die er fijntjes op wees dat hier 's winters erg veel uitgeweken Baltische kokmeeuwen tussen de Hollandse blijvers vliegen. Dat had de berekening geen goed gedaan. Ook nu waarschuwt Wassenaar op voorhand dat er wel degelijk trekkende merels zijn. Maar van de 17.950 geringde merels die hier sinds 1911 zijn teruggevonden bleken er weinig meer dan 700 in het buitenland te zijn geringd. Het merendeel daarvan kwam uit Engeland en Ierland en verder uit België en noordwest Duitsland.

Heel veel trek is er dus niet. En ook het zwerven lijkt de merel niet in het bloed te ziten. Een vogelliefhebber in Bilthoven had een merel met gedeeltelijk albinisme in de tuin die een winter en een zomer later nog steeds met diezelfde rare witte veertjes rondscharrelde. Een artikel dat de Vogelbescherming opstuurde noteer expliciet dat tuinmerels vaak 's winters het territorium blijven bewonen dat ze 's zomers hadden veroverd. Het is geen wlde wilde vogel, de merel.

De kans dat de merel die nu op het dak zingt daar vorig jaar ook al zat lijkt dus groot tenzij de zanger van 2001 de zoon is van de zanger van 2000, en het zingen een soort familiebedrijf is. Daarin schuilt een technisch probleem: in het eenvoudig verenpak van de merel herkent de buitenstaander niet veel individuele verschillen. Des te klemmender de vraag: hoe oud worden merels? Rinse Wassenaar heeft ruim 17,5 jaar als hoogste, goed gedocumeneerde leeftijd in het bestand. Vage internetbronnen komen nog hoger uit en noteren en passant dat de 'average life span' van de merel maar 1,9 jaar is. Zonder nadere definitie een moeilijk te hanteren waarde, zegt Wassenaar, want er hangt veel vanaf of de kuikensterfte in het nest wordt meegeteld. Die kuikensterfte kan het gemiddelde nogal drukken. Het geeft, denkt het AW-station, wel uitsluitsel over de vraag hoe snel de merel geslachtsrijp kan zijn. Dat er, om het zo eens te zeggen, hoge eisen worden gesteld aan de mortaliteit van de jonge merel wordt duidelijk als men beseft dat een merelpaar per nest meestal 4 of 5 eieren legt en dat er vaak twee tot drie legsels per jaar zijn. Tien tot twaalf kuikens per paar per jaar. Zelfs als de oudermerels maar één jaar oud zouden worden moet dat al snel dramatisch spaak lopen.

Zonder in staat te zijn dat hier precies uit te rekenen staat wel vast dat de helft of misschien wel driekwart van de mereljongen vóór de zomer het leven moeten laten om te voorkomen dat de merelpopulatie in grote moeilijkheden komt. Ook zonder de hulp van dierpsychologen zou je durven beweren dat toch iets van deze massale kinderdood in de zang van de merel moet zijn terug te vinden.

Vogelringen terugsturen naar: Vogeltrekstation, Postbus 40, 6666 ZG Heteren

Karel Knip

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad