N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

KAREL KNIP
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

KAREL KNIP


3 februari 2001

Mag weer

Karel Knip
'Asfalt mag weer' was de conclusie van een briljante analyse die een dezer dagen in een landelijk avondblad werd afgedrukt. Eerder was in dat blad al door een op afstand werkende dame genoteerd dat 'bont weer mag'. Het economiekatern ontdekte langer geleden dat 'winst weer mag' en in de kook- en keukenrubriek is vastgesteld dat 'vet weer mag'. En de lifestyle bijlage berichtte dat vliegen weer mag. En Argentinië. Chili. Zuid-Afrika. Mg allemaal weer!

Het eerste dat weer 'mocht', sinds deze formulering in zwang raakte, was waarschijnlijk Spanje toen daar de oude Franco en zijn kameraden waren weggewerkt. Daarvoor was het altijd alleen maar 'kluiven' dat mocht, vooropgesteld dat er niet meer dan één hand aan de kluif ging. Nu mag ook asfalt weer. In brede kring verkneukelt men zich bij de gedachte aan de brede asfaltlanen die nog zullen worden uitgerold over het saaie Hollandse landschap met zijn suffe weilanden en slome koeien. De verkeersminister vindt dat mobiliteit gewoon fun is. Het avondblad had er geen moeite mee schrijvers te vinden die zonder zichzelf geweld aan te doen poëtische beschouwingen over de weg en het weggebruik konden houden.

Wat opvallend ontbrak in het geheel was het statistisch bewijs dat de nadelen van autosnelwegen (lawaai, versnippering van het landschap, enz.) altijd schromelijk waren overdreven. Dat bijvoorbeeld nog niet tien procent van het Nederlands grondgebied onder asfalt was gestopt en wat is nu tien procent. Of dat ook de vermeende vernietigende invloed op de inheemse fauna bij nader inzien erg meeviel. Zeker, hier en daar wordt nog wel eens een egeltje of pad in het zoab geperst, maar het aantal slachtoffers onder, bijvoorbeeld, otters en hamsters is tegenwoordig vrijwel nihil. En is daar anderzijds juist niet een onmiskenbaar positieve invloed op het aantal zeldzame planten in ons landje? Sinds Nederland goed aan zijn wegennet werkt is het aantal zeldzame plantensoorten hier misschien wel verdubbeld. Vroeger hield het 'Statistisch jaarboek' het in een aparte kolom bij, maar ze zijn allang de tel kwijt.

Het verschil tussen 'meer zeldzame planten' en 'meer planten zeldzaam' drukt in het kortst denkbare bestek het fabelachtig vermogen uit van de statisticus om elk statistisch onderzoek naar believen in positieve of in negatieve zin te duiden. Het is een aardig tijdverdrijf om de willekeurige en talrijke voorbeelden van beschrijvende statistiek die men wekelijks in de media tegenkomt te onderzoeken op hun werkelijke betekenis en je zou wel willen dat men daar middelbare scholieren na de cursussen verzorging en techniek ook wat training in gaf. De leerlingen leren letten op de mogelijkheid van manipulatie en valse interpretatie. Als een kwart van de treinen, zoals consumentenorganisaties in 1997 meldden, vertraging heeft is dat dan èrg? Of hangt het er maar helemaal van af hoe het gemeten is. De kans dat de trein van Amsterdam naar Den Haag op tijd in Schiphol (of Haarlem) is is groter dan de kans dat-ie volgens het boekje in Leiden ariveert. De kans dat-ie 's ochtends om zes uur volgens schema rijdt is weer groter dan 's avonds om zes uur. Enzovoort.

De recente opschudding over de criminaliteit onder asielzoekers in Groningen zou ook goed als oefenstof te gebruiken zijn omdat het onderzoek zo eenvoudig in elkaar stak. De Groninger politie had vastgesteld dat een groep asielzoekers (zeg) 100 wandaden had begaan terwijl een groep Groningers van gelijke grootte er in dezelfde periode altijd maar 25 begaat. Zoiets was het. De politie wist gelijk genoeg: gevaarlijk volk, mee uitkijken. Ook de burgermeester van Groningen-stad was onder de indruk. Maar de verantwoordelijke staatssecretaris vond het allemaal onzin. Groningers zijn overwegend heel jong of heel oud, wist zij, en als je corrigeerde voor de hoge fractie zuigelingen en grijsaards (die nooit wandoen) zag het er al veel minder erg uit. Corrigeren voor de afwijkende sekseratio hielp ook, want mannen zijn altijd slechter dan vrouwen. Ten slotte, zei de secretaris, moest je ook rekening houden met de sociale klasse van de asielzoekers.

Dat was een rare en gevaarlijke toevoeging, want in de eerste plaats zou dat praktisch gesproken niet eenvoudig zijn, de secretaris zou waarschijnlijk niet graag verklaren dat er sociale klassen in Nederland zijn die crimineler zijn dan andere klassen. Overigens was de indruk juist dat de Groninger politie de sociale geaardheid van de zoekers probeerde te definiëren aan de hand van hun wangedrag. Na de twee opgedrongen correcties was de politie daarmee klaar. Als haar opzet was geweest een sociologische studie naar criminaliteit onder asielzoekers uit te voeren had zij niets beters kunnen doen dan te onderzoeken tot welk hoogte criminaliteit zou oplopen onder een groep verpauperde Groningers die een paar jaar in donker Afrika op een verblijfsvergunning moet wachten.

Een beetje statisticus is in staat elke ongerief aan te zetten of weg te poetsen, daar gaat het om. Voor zelfanalyse is hier daarom nog het schokkende bericht dat de Britse 'Mammal Society' deze week verspreidde: Britse tamme katten vormen een grote bedreiging voor de Britse inheemse fauna want ze doden per jaar wel 275 miljoen dieren en diertjes, variërend van spreeuwen en koolmezen tot woel- en vleermuizen. De gemiddelde 'domestic cat' maakt per jaar wel 33 slachtoffers. Erg? Erger? Op internet de stand van zaken in 1997.

Karel Knip

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad