N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

KAREL KNIP
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

KAREL KNIP


13 januari 2001

Pogonip


Correspondentie en aanvullingen, in anti-chronologische volgorde. Eerst de NWO- wetenschapsquiz die vorig week ter sprake kwam. Betoogd werd, op gezag van het boek 'Nederland bouwt tunnels' (Werkman, 1946), dat de luchtdruk in de eerste tunnel die onder de Theems werd gebouwd (in 1825) kunstmatig werd verhoogd om het binnendringen van grondwater tegen te gaan. Dáárdoor kwam het, was de AW-stelling, dat toen de tunnelbouwers diep onder de Theems een glaasje champagne dronken, zij last kregen van oprispingen bij terugkeer naar de oppervlakte. De plotselinge decompressie deed koolzuurbellen uit het maagvocht vrij komen.

Cisca Simons in Utrecht meldt dat pas in 1874 voor het eerst een tunnel in aanbouw onder verhoogde luchtdruk is gezet. Dat was ook een Theems- tunnel, maar een andere, eentje op de plaats waar nu de Tower Bridge is. Hij werd, zoals de Britannica bevestigt, ontworpen door Barlow en Greathead. Kennelijk was de quizcommissie met deze tunnel in de war was toen zij suggereerde dat er in ondiepe mijnen een hoge druk heerst, maar zeker weet je dat nooit. Op 30 december ging het over een AW-poging om een oude vuilniszak op te laten door er hete lucht in te blazen: Montgolfier après la lettre. Het werd niets omdat de vuilniszak te klein en te zwaar was. Veel lezers kwamen met tips ter verbetering. Een lezer in Borssele liet kort na de oorlog in Zwitserland 's winters heteluchtballonnen op die waren gemaakt van zweefvliegtuigpapier. Vijf grote vellen van zeker een meter werden tot een zak gelijmd. Onderaan ging nog zo'n vel met een rond gat erin. Daarin werd met wat licht ijzerdraad een prop watten gedrenkt in spiritus bevestigd. Als alles goed ging brandden de watten eerder op dan de ballon zelf. Een lezer uit Utrecht deed hetzelfde tijdens de zomerkampen van de Jongerenwerkgroep voor Sterrenkunde. Het papier was toen rijstpapier, de brandstof ook spiritus, de vorm die van de klassieke Montgolfière. Toen een ballon eenmaal brandend in een bos neerstortte zijn de experimenten gestaakt. In Venezuela, schrijft men vanuit Madrid, is het zelfs traditie om op nieuwjaarsdag zo'n heteluchtballon op te laten. Lezer E.M. gebruikte voor zijn ballon met veel succes de flinterdunne plastic kledingzakken van de Hema.

Terug nu naar de maan die, zoals correct voorspeld, afgelopen week werd verduisterd maar op 23 december haar laatste kwartier pas net voorbij was. Op die dag is hier stilgestaan bij de - overigens impliciete - uitspraak van de oude Minnaert dat wij van de halve maan tien maal minder licht ontvangen dan van de volle. Niet twee maar tien. De AW-ouderenwerkgroep voor sterrenkunde, onkundig van het feit dat de astronoom Minnaert een intense belangstelling had voor de fotometrie van de maan en daarover in 1961 een uitputtend review-artikel schreef (voor Planets and satellites, onder redactie van G.P. Kuiper), de AW-werkgroep voor astronomie dacht dat Minnaert er maar een slag naar had geslagen. Daar is geen sprake van, schrijft vanuit Utrecht emeritus hoogleraar dr. C. de Jager die goed bevriend was met Minnaert. De helderheid van de maan onder diverse fasehoeken is zeer precies gemeten. In het genoemde review-artikel meldt een tabel dat de halve maan een oppervlaktehelderheid heeft gelijk aan 30 procent van de volle maan. Omdat de halve maan maar half zo groot is als de hele betekent dat dat zij in totaal maar 15 procent van het licht geeft dat de volle uitstraalt. 'De tien procent is dus overdreven', aldus De Jager. Toch komen, blijkt uit knipsels van andere lezers, andere bronnen zoals de Larousse encyclopaedia of astronomy zelfs beneden de tien procent uit. De verklaring van het onverwacht sterk uitdimmen van de maan komt van de wet van Lambert voor 'ideale diffuse verstrooiers' die voorspelt dat de lichtintensiteit cosinus-matig afneemt naarmate de uitzendrichting verder afwijkt van de normaal op het verlichte oppervlak. Daar komen dan nog schaduweffecten, maar dan vooral op micro-niveau, bij.

Met tevredenheid heeft het AW-team voor maanobservatie vastgesteld dat nu van wetenschappelijke zijde is bevestigd dat twee lampen twee keer zoveel licht geven als één (voor radio's geldt dat niet). De ernstige kritiek van een oud TNO-er in Bilthoven op het te luchthartige gebruik van luxen, lumens en candela's is voor kennisgeving aangenomen. 'Minnaerts behandeling van het maanprobleem was minder helder', geeft Bilthoven toe, 'maar uw bespiegelingen maakten het nog veel erger'.

Welnu, dan verder terug, terug naar het ademwolkje dat op 16 december passeerde. Mondlucht die in koude buitenlucht wordt geblazen leidt daar, zoals bekend, tot een lokaal mistbankje en het is een klein genoegen om vast te stellen bij welke (hoge) temperatuur nog net ademwolken ontstaan. Minnaert heeft nooit op ademwolken gelet, werd hier gezegd, maar hij deed het wèl: de 'adempluimen' komen ter sprake in het hoofstuk 'Waaiende lucht'. Vreemd is dat Minnaert lijkt te geloven dat de ademwolk mede het gevolg is van adiabatische expansie van de longlucht, dus net zo ontstaat als het dampwolkje in de hals van een flesje bier dat net is geopend.

Harry Geurts van het KNMI herinnert zich een beschrijving van lokale mist die ontstond toen men op een winterse dag pardoes een venster van een goed beklant café opende. En hij stuurde kopieën uit het Handbook of unusual natural phenomena, niet te verwarren met het Journal of irreproducible results, waarin nog weer andere eigenaardige mistwolken worden beschreven. Zoals de ijskoude pogonip die de bewoners van Nevada soms overvalt. 'To breath the pogonip is death to the lungs.'Veel moet hier ongenoemd blijven om nog even terug te komen op de Palestijnse slinger die op 21 okober werd behandeld. Er is door een ongekende hoeveelheid lezers gerekend en nagedacht en het raadsel lijkt nu opgelost: de ongekend en onverwacht hoge snelheid die men een steen met behulp van een 'sling' blijkt te kunnen meegeven is het effect van twee bewegingen: de rotatie en de eindzwiep van de arm waarmee de rotatie op gang was gebracht. In zekere zin verdubbelt die combinatie de snelheid. 't Was al eerder gesuggereerd, maar lijkt nu wel zeker.

Karel Knip

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad