|
|
KAREL KNIP
|
KAREL KNIP
21 oktober 2000 Slingerholte
Zeker kan dat. Sterker nog: het was eigenlijk al gebeurd. Toen vorig jaar december scholieren een scholierendag hielden in Den Haag en plotseling met eieren gingen gooien, toen is hier in een kleine analyse de vraag gesteld of zij daarbij niet beter ook een slinger hadden kunnen gebruiken. Ze deden het uitsluitend uit de losse pols. Het slinger-dossier komt nu van pas. Wie zelf zo'n dossier wil aanleggen moet weten dat de slinger in het Engels 'sling' heet. Een 'slinger' is daar wat wij een slingeraar zouden noemen, als het niet zo raar klonk. Een slingshot is een katapult, een catapult is ook een katapult en een trebuchet lijkt er op. Maar een atlatl is weer iets heel anders. Dat zijn allemaal zaken die men tegenkomt nadat de trefwoorden 'sling', 'weapon' en 'ancient' aan de zoekmachine zijn opgegeven. Wat de internetter niet kan ontgaan is dat er in de VS een hausse is in de belangstelling voor slings, andere klassieke wapens en primitive skills. Kant-en-klare slings zijn er in de winkel te koop of per e- postorder te bestellen, er wordt geslingerd in clubverband en natuurlijk zijn er de nieuwsgroepen. Het beste begint de slingergeïnteresseerde toch met het artikel 'The sling as a weapon' dat de Duitse prehistoricus Manfred Korfmann (inmiddels hoogleraar in Tübingen en Troje-specialist) in oktober 1973 in Scientific American plaatste. Daar wordt in de eerste plaats in een heldere tekening uitgelegd hoe de slinger in elkaar steekt. Hij bestaat uit twee evenlange koorden van ongeveer een meter lengte die via een verbreding in het koord, maar meestal trouwens via een speciaal daartoe ingericht stuk leer of vlechtsel, met elkaar zijn verbonden. Het verbrede stuk, waarin de slingersteen wordt geplaatst, heet de 'pocket' of 'cradle' (de 'holte', zegt de bijbel), de koorden worden onderscheiden in een 'retention cord' en 'release cord'. Het retention cord eindigt in een oogje dat om de middelvinger wordt geschoven. Het oogloze uiteinde van het release cord houdt men stevig tussen duim en wijsvinger, klaar om het te laten schieten als de slinger op toeren is en de juiste kant opwijst. Want dat is de essentie, op het moment suprme laat men één koord los. (Illustraties en doorverwijzingen bij www.pipeline.com/~jburdine/ ). De slingersteen beschrijft daarna een soort parabool en wie voldoende geoefend heeft, weet van tevoren waar-ie neerkomt. Met de werpspeer, de pijl en boog, de boemerang en de atlatl behoort de slinger tot de oudste wapens voor het gevecht op afstand. Zeker is dat de slinger al achtduizend jaar geleden in gebruik was, overigens niet in de eerste plaats 'anti-personeel', zoals de militair dat uitdrukt, maar als wapen tegen roofdieren die de kudden bedreigden. (David was een herder, lees onder meer 1 Samuel 17:33 in 'Bijbel'.) Later werd de slinger het gevreesde wapen van de lichtbewapende troepen, die de zware infanterie vooraf gingen in het gevecht. Korfmann heeft veel wetenswaardigs in het genoemde artikel bijeengebracht. Hij noemt het (onbegrijpelijke) ontzag dat er bestond voor strijders die met de linker hand slingerden (Bijbel, 1 Kronieken 12:2, Richteren 20:16) en wijst erop dat de slinger vreemd genoeg over de gehele wereld min of meer tegelijkertijd in gebruik raakte. De vraag is of Rupert Sheldrake dat al weet. Was en is de slinger een gevaarlijk wapen? Daarover bestaat geen twijfel. De beschrijving van het korte gevecht tussen David en Goliath is geen verdichting, maar geeft de gebeurtenissen waarschijnlijk juist weer, inclusief het diep binnendringen van de steen in het hoofd. Een van kindsaf aan getrainde slingeraar wist het hoofd van een tegenstander op ruim vijftig meter afstand nog met dodelijke precisie te raken. Korfmann liet Turkse herders in de jaren zeventig wat lukraak opgeraapte stenen wegslingeren en stelde vast dat de dracht meer dan tweehonderd meter was. Zó groot was ook de dracht van de klassieke slingers dat de slingeraars in het aanvallend leger chter de boogschutters werden geplaatst. De aanvangssnelheid van de weggeworpen steen was dan ook makkelijk meer dan 100 kilometer per uur, schrijft Korfmann in 1973. Dat lijkt wat aan de hoge kant, want het valt niet mee om een slinger van één meter lengte sneller rond te draaien dan met zo'n 18 omwentelingen in 5 seconden. Dat levert een aanvangssnelheid op van ongeveer 80 km/u, wat weinig meer, en misschien zelfs minder is dan de snelheid die men een steen geeft als die gewoon met de hand wordt weggeworpen. Die ongerijmdheid kwam hier in december 1999 ook al aan de orde. Toen was de zelfbedachte 'uitweg' dat met een slinger waarschijnlijk zwaardere projectielen konden worden weggeslingerd dan uit de hand. Maar ook dat blijkt niet geval. De duizenden slingerstenen die archeologen op talrijke plaatsen terugvonden kwamen maar heel zelden boven de 50 gram uit. Omdat ze van lieverlee uit lood gegoten werden betekent dat dat ze meestal niet groter waren dan duiveneieren. Waarom daar niet gewoon mee gegooid, dat blijft het probleem.
Karel Knip
|
Bovenkant pagina |
|