C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
KAREL KNIP
DE DRAAD
|
KAREL KNIP
18 maart 2000 Het ei, de val en het bad
Met een getrainde ploeg onderzoekers van een bevriend laboratorium is de afgelopen maand toch nog wat veldwerk gedaan en gezegd moet worden, de uitkomst was eenduidig. Het is waar. Raar, maar waar. Hoe het gras het klaar speelt, of er ook een evolutionaire betekenis aan te geven is, dat blijft in het duister tasten, maar het staat nu vast dat een ei op gras niet kapot wil. Politici en 'bestuurders' die herhaling van de onaangenaamheden vrezen doen er dus verstandig aan zich bij gelegenheid te hullen in bontjassen of andere hoogpolige kleding. Bontmuts over het voorhoofd trekken en niet met de ogen knipperen. Enigszins verwant aan de eibeschouwing was de AW-aflevering van 18 december waarin werd onderzocht of een parachutist die zich van extreme hoogte uit een vliegtuig of ballon laat vallen, maar gebruik van het valscherm uitstelt of afwijst, op den duur zo'n hoge snelheid bereiken kan dat hij de geluidsbarrière doorbreekt (bij de heersende temperatuur en druk). Op de televisie had iemand dat beweerd maar overtuigend was het niet geweest. Dit is het soort vragen dat alleen echte jongens bezig houdt, natuurlijk, en er waren er genoeg die het heel precies hadden uitgerekend. Een jongen uit Houten stuurde een Basic-programma met zo'n 130 programmaregels waarmee de sprong van begin tot eind was na te bootsen. Als hij vanaf 15 of 20 kilometer hoog springt gaat-ie door de barrière, denkt Houten. Een jongen die jarenlang natuurkundeleraar was op Texel en al die tijd veel met de bekende Texelse parachutespringers optrok komt met een klassieke analytische benadering tot dezelfde conclusie: het kan. Maar hij tekent er bij aan dat een verticale val voor de waarnemer aan de grond niet de karakteristieke 'sonic boom' oplevert 'omdat de golffronten niet over het aardoppervlak gaan'. Een oud-Indischman deelt de AW-mening dat geweerkogels in het voorbijgaan wèl een supersone knal, of liever: knalletje, opleveren maar dat ze nooit fluiten zoals in westerns en andere schietfilms. De kanonskogels waarmee de artillerie van Napoleon op de infanterie van Wellington schoot: die sisten in het voorbijgaan. Passeren we voor de gelegenheid de AW's waarin al te veel gerekend werd dan belanden we bij de AW-aflevering van 12 februari waarin is onderzocht welk gevaar een vallende föhn of spiraalkachel oplevert voor de badgast die in een volgelopen bad ligt. Een technicus van de Kema was zeer uitgesproken in zijn oordeel dat elektriciteit in bad levensbedreigend is, vooral de hartwerking zou onder invloed van het elektromagnetische veld in gevaar komen. Waarom dan vogels zonder gevaar op hoogspanningsdraden kunnen plaatsnemen is onduidelijk, werd er van AW-wege aan toe gevoegd. Het s ook niet zonder gevaar, seint lezer M.M. per computer. Vogels op hoogspanningsleidingen zitten altijd op stroomloze draden. Langs de weg van observational learning leren ze de stroomvoerende draden te vermijden. Er kwam een telefoontje van iemand die het door velen gevreesde ongeluk aan den lijve meemaakte: brandende spiraalkachel in vol bad. Het deed niet echt bijzonder veel pijn, maar er volgde een volledig verlies van de controle over de ledematen zodat verdrinking dreigde. De redding kwam van de stop die doorbrandde. De commentaren op het mogelijk remmend of versnellend effect van een echappement op de gang van een slinger van een slingerklok (4 maart) zijn niet goed te volgen zonder een afbeelding van die echappementen. Mevrouw C.B. te A. die met haar schommel bijsprong toen het AW-labo even omhoog zat, bericht dat het bij nader inzien wel degelijk lukt een slinger sneller te laten slingeren dan hij van nature wil. Ze nam een gewichtje aan een draad en gaf het in de uiterste stand steeds een fikse tik. De slingertijd daalde met meer dan tien procent. Het her-fotograferen van historische foto's in de nog bestaande omgeving (11 maart) blijkt een liefhebberij die door velen wordt beoefend. Het was Kousbroek, zegt Kousbroek, die aannam dat voor de perfecte her- foto een camera nodig is met dezelfde brandpuntsafstand als die van de camera die de primaire foto maakte. Dat is niet waar, roepen gedreven en bedreven herfotografen in samenzang. Als het quotiënt van beeldhoek (diagonaal gemeten over het negatiefbeeld) en brandpuntsafstand maar ruwweg even groot is bij de herfoto als de oerfoto en als de beeldhoek niet te gek groot is, dan komt het prima voor elkaar. Allesbepalend is het terugvinden van het oorspronkelijke standpunt, daar moet alle inspanning op gericht zijn. Veel herfotografen blijken herfoto's te maken van foto's die ze in de nalatenschap van hun ouders aantroffen. Zo zou ook de hoofdlaborant van het AW-labo just for fun graag een herfoto maken van de foto die hier is afgedrukt. Er is iets aan die foto dat het herhalen waard is, de vraag is alleen: wáár is die foto gemaakt. De sluiter sloot tussen 1935 en 1943, dat staat vast. Waarschijnlijk was het ergens in Zuid-Holland. Het Westland?
Karel Knip
|
Bovenkant pagina |