C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG

28 juli 1999

Grote komkommer


De oorlog in Kosovo is voorbij, de Tour de France gewonnen, volgende week begint de vakantie voor de bouwvakkers, en daarmee is de komkommertijd aangebroken, de periode tot september waarin de media niets te melden hebben. Waarom heet het komkommertijd? Omdat, zegt de grote Van Dale, dan de komkommers rijp worden. Dat is niet volledig. De meeste komkommers zijn een halve meter. Iedere oogst levert één komkommer op van twee of drie meter. Dat wordt in de media gemeld: 'Reuzenkomkommer geoogst', of nu misschien De ultieme komkommer. Het publiek weet dat het van zijn krant en televisie niets bijzonders hoeft te verwachten.

Dat is niet altijd zo geweest. In oorlogen wordt de stroom van nieuws nooit onderbroken. Het geldt ook voor de Koude Oorlog. In het midden van de komkommertijd, op 13 augustus - dat was in 1961 - zijn de Oost- Duitsers met de bouw van de Muur begonnen. De Hongaarse opstand begon te ontkiemen tegen het einde van augustus 1956. Zo zijn er heel wat voorbeelden van gebeurtenissen die de wereld 's zomers hebben beziggehouden. Het meeslepende boek van Barbara Tuchman over het begin van de Eerste Wereldoorlog heet The Guns of August. Tegenstellingen die de wereld beheersen veroorzaken een ononderbroken stroom van nieuws. Een mooie komkommertijd betekent dat het de meeste mensen goed gaat.

Na de Koude Oorlog is het politieke krachtenveld van de wereld gefragmentariseerd. En tegelijkertijd zijn door de bekende oorzaken - nieuwe vormen van communicatie, mondialisering van de economie, toenemende gelijkschakeling van de mediacultuur - grote belangen die we nog altijd als niet-politiek maar louter economisch beschouwen meer met elkaar verweven. Tegelijkertijd is het publiek eenvormiger geworden, zelfs tegen felle verdediging van nationale en godsdienstige identiteiten in, en ondanks alle etnisch fanatisme. De wereldpolitiek zoals die nog een jaar of tien geleden in de media werd beschreven, is onder de ogen van de journalisten verdwenen. De media moeten de nieuwe wereld volgen, op straffe van ondergang.

Hierover staat in het augustus-septembernummer van het Britse tijdschrift Prospect een artikel van Godfrey Hodgson, voormalig redacteur buitenland en nu voorzitter van de Reuters Foundation in Oxford. (Terzijde: je zou willen dat er in het Nederlands een zo levendig en actueel, nooit platvloers tijdschrift verscheen). Hij geeft cijfers. Tussen 1976 en 1996 hebben de grote Amerikaanse televisienetwerken eenderde van hun publiek verloren. Internationaal nieuws neemt niet meer dan een tiende van de zendtijd in beslag. CNN, buiten Amerika beroemd om zijn internationale nieuws, mag blij zijn als een gewone nieuwsuitzending 100.000 kijkers trekt. In Groot- Brittannië is het televisienieuws met 800 procent toegenomen, maar het totaal aantal kijkers met 20 procent gedaald.

Geen wonder, schrijft Hodgson. Nog in de Koude Oorlog was ieders persoonlijk lot bij de verhouding tussen de supermachten betrokken. De oorlogen die daarna zijn overgebleven, worden gevochten en het leed wordt gedragen door 'haveloze verre vreemdelingen' en misschien door een klein aantal beroepssoldaten uit eigen land. Het is nieuws dat buiten de regio van het front niemand persoonlijk aangaat. Min of meer hetzelfde lot treft het nieuws uit het parlement dat, op een enkele uitzondering na, als theoretisch wordt ervaren en van even ver weg lijkt te komen.

Nieuws is wat het persoonlijk belang raakt. Zo komt het dat het oude internationale en het nationaal-politieke nieuws worden verdrongen door dat over de strijd tegen de kanker, mankementen in het seksleven, dioxinekippen, misdaad en geweld in de buurt en lifestyle. "Dat de mensen minder geïnteresseerd zijn in 'hogere politiek' wil niet zeggen dat ze hun belangstelling voor de openbare zaak hebben verloren." Als de media zich aanpassen is dat nog geen reden om in zak en as te zitten. "Ze blijven het zenuwstelsel van onze complexe samenleving. Daardoor hebben ze een grote macht (al valt die moeilijk te definiëren)."

Het is allemaal waar. De mensen die, zoals het wordt genoemd, 'op de hoogte willen blijven', moeten in 1999 veel dingen weten waarvan de mensen in 1989 geen notie hadden, en die ze ook niet hoefden te weten. De aandacht van het publiek verandert met de tijd. Maar het is een deel van de waarheid. Het is een paradox. De wereld is internationaler geworden. Het mediakosmopolitisme breidt zich uit, de mensen weten meer van elkaar dan ooit tevoren, en deze algemene wetenschap delen ze ook. Als de Britten rouwen om Diana, rouwt een groot deel van de rest mee. Als de jongeren in Woodstock hun eigen feestterrein afbreken, kunnen de jongeren uit andere windstreken dit begrijpen. Tegelijkertijd zijn de concrete belangen steeds regionaler en lokaler geworden. Een bron van groot nieuws in Nederland bijvoorbeeld is al jaren Schiphol; in Moskou de mafia; in New York was het een paar maanden geleden het politiegeweld, en in Rio de Janeiro weer iets anders dat we niet weten. Onder de koepel van internationalisme en kosmopolitisme groeit het plaatselijk belang.

Dan doet zich iets voor - als donderslag uit heldere hemel, lijkt het - dat zich aan beide categorieën, van het lokale en het internationale en kosmopolitische, onttrekt: Kosovo bijvoorbeeld. Het is een grote gebeurtenis, min of meer van ouderwets wereldpolitieke orde, die toch de mediaklandizie niet blijkt te raken. Althans, die ondervindt er geen directe gevolgen van. Kan men het de klanten kwalijk nemen dat een politieke context van wijdere strekking hen ontgaat, en dat ze zo'n drama ervaren als een evenement - een gebeurtenis van zeer groot formaat die bij verrassing komt en weer verdwijnt? Als we - als wereldpubliek - niets meer gewaar worden van de grote, de 'hogere' politieke context met zijn intrige, betekent dat nog niet dat die is verdwenen. Het verschil is dat het spel wordt gespeeld in een andere wereld. Het is in tegenstelling tot voor 1989 niet meer wereldomvattend, en het veroorzaakt nieuws dat bij gebrek aan spektakel vooral onverkoopbaar is geworden. Dan kan de wereld worden verrast met de eerste humanitaire oorlog in de geschiedenis.

Mondialisering is ook provincialisering, waarbij het heden aan betekenis wint ten koste van het denken over verleden en toekomst. Dat is geen vraagstuk waarmee je de mensen aan het begin van de komkommertijd lastigvalt. Laten we hopen op een augustus met de grootste komkommer uit de wereldgeschiedenis.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)