C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
21 juli 1999 Gorilla als politicus
Ik kom terug op Theodore White. Sinds hij zijn boek schreef is de wisseling van de macht iedere vier jaar nog ontzaglijker geworden en de macht groter. White heeft beschreven hoe degene die uiteindelijk de macht uitoefent, niet eenvoudig wordt gekozen, maar dat hij, vóór de verkiezingsdag daar is, ook wordt 'gemaakt'. Dat ging in 1960 nog heel anders dan het volgend jaar zal gaan. The Making of a President is meer en meer geworden tot The Buying of the President (titel van het boek van Charles Lewis waarin hij de campagnes voor de presidentsverkiezingen van 1996 behandelt). Alleen formeel is de 'ontzaglijke wisseling van de macht' niet veranderd. De verkiezingsstrijd wordt voor het belangrijkste deel op de televisie en de radio uitgevochten. De campagnes en de legertjes van personeel, de grondtroepen, eerst in de voorverkiezingen, dan in de tweestrijd, gaan deze keer miljarden kosten. Dit maakt het fundraising tot een politiek sleutelbedrijf. Door in een fonds te storten nemen allerlei belangen een aandeel in een kandidaat. De National Rifle Association die de vrije verkoop van vuurwapens verdedigt, is bijvoorbeeld zo'n berucht aandeelhouder. Geheime bijdragen van buitenlandse belangen hebben schandalen veroorzaakt. Door het complex van politieke marketing, de voortdurende opinieonderzoeken en het fundraising ten behoeve van televisiecampagnes, begint volgens de columnist William Pfaff Amerika op een plutocratie te lijken. De politiek verschijnt op de vrije markt, en hetzelfde geldt eens in de vier jaar voor 'de machtigste man ter wereld'. Het zou de rest van de wereld niet aangaan als dit alles zich niet afspeelde in de supermacht waar de buitenlandse politiek ook tot marktartikel kan worden. De vraag is nu of de oorlog om Kosovo de functie van zo'n artikel krijgt. Eerst was er de voorgeschiedenis vol nalatigheden en miserabele diplomatie waardoor de interventie onvermijdelijk werd. (Richard Holbrooke heeft er voor een Senaatscommissie interessante dingen over gezegd, die op Internet zijn te vinden). Toen kwam de oorlog, grootschalig opgezet en in die omvang ontmaskerd als slecht voorbereid. Deze twee fasen zijn uit de publiciteit verdwenen, vrijwel onmiddellijk na het einde van de luchtexpeditie. Dit slot kon tot een overwinning worden uitgeroepen en nu wordt het gepresenteerd als het eerste voorbeeld van een nieuw soort oorlog, de humanitaire zonder gesneuvelden aan eigen kant, het succes van de 'Clinton Doctrine'. Afgezien van de voorgeschiedenis en wie er wel en niet met deze afloop zijn gediend, is hiermee de 'humanitaire' oorlog tot artikel op de Amerikaanse politieke markt geworden. Bij dit alles gaat het niet om de omvang van de Amerikaanse macht, maar om de omstandigheden waaronder het mogelijk of wenselijk is er gebruik van te maken. Dat wordt bepaald door het ongrijpbare complex van de Amerikaanse binnenlandse politiek. Daarin heeft Europa niet alleen bitter weinig te vertellen. Aan deze kant van de oceaan wordt niet eens goed begrepen dat de humanitaire oorlog uitzicht biedt op een nieuw soort buitenlandse politiek waarmee een gorilla van 360 kilo voor het avondeten weer thuis kan zijn.
H.J.A. Hofland
|
Bovenkant pagina |