C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
7 juli 1999 Humanitaire explosies
Als er al van een 'nieuw tijdperk' sprake zou zijn, dan is het dat van de verkoopbare oorlog. Natuurlijk is men in de Westerse democratieën zeer begaan met het lot van honderdduizenden, en wekken executies algemene weerzin. Maar hoe stond het met de algemene betrokkenheid van de NAVO-volken? Vergelijk het met 1956, toen het Sovjet-leger de Hongaarse opstand neersloeg. Het 'televisietijdperk' moest praktisch nog beginnen. Overal in de hoofdsteden van het Westen werden hoofdkwartieren van de communistische partij vernield. Vergelijk het met de laatste jaren van Vietnam, de eerste televisieoorlog. In de steden woedde de demonstratie-oorlog tegen de Amerikanen; toestanden waaraan Kissinger met minder plezier terugdenkt dan Clinton. In Vrij Nederland van de vorige week staat in een onthullend artikel van Leonard Ornstein, De lessen van Kosovo, hoe Nederlandse politici en militairen op de crisis terugkijken. De publieke opinie was een 'voortdurende bron van zorg voor de ambassadeurs bij de NAVO. De heer Niek Biegman, onze man in Brussel, zegt: "Het heeft ons natuurlijk enorm geholpen dat Milosevic honderdduizenden etnische Albanezen het land uitgooide. Daardoor begreep de publieke opinie in het Westen precies waar het om ging." Wat, zou je kunnen vragen, had onze hardleerse publieke opinie gedaan als Milosevic niet dit paardenmiddel had gebruikt. De verkoopbaarheid van de oorlog nam toe doordat de vijand zich steeds beestachtiger ging gedragen. Daarna dreigde de paus nog roet in het eten te gooien door een 'paaspauze' te willen inlassen. Het publiek bleef aan de televisie volgen hoe dat nu weer afliep. Dat weten we inmiddels: de publieke opinie bleef passief welwillend. Nu er, precies tien jaar nadat Francis Fukuyama het had voorzien, in het Westen geen doorslaggevende motieven van ideologische of nationalistische aard zijn om het publiek tot de actiefste medewerking te brengen, resten alleen de humanitaire (onder de nu geldende internationale omstandigheden), maar er moet wel van krasse toestanden sprake zijn om de openbare mening niet de laatste risicofactor te doen zijn. Zulke toestanden ontstaan niet van de ene dag op de andere; ze hebben hun aanlooptijd, die zich soms uitstrekt over jaren en dan pas tot de overtuigende crisis leidt. Hieruit volgt dat een publieke opinie pas tot medewerking komt bij de aanblik van het voldongen feit. Militair gesproken betekent dit dat de oorlog te laat wordt ingezet, en misschien zelfs voorbereid. Biegman zegt: "Toen de oorlog niet snel was beslist, wisten we het niet meer. Niet in de zin dat we met onze handen in het haar zaten. Maar we hadden er geen zicht meer op hoe lang het zou gaan duren. Het werd een open-ended oorlog." Dat het een oorlog met een 'open eind' was geworden begon ook buiten het hoofdkwartier van de NAVO duidelijk te worden. De oorlog verliezen was uitgesloten, (om de duidelijkste ouderwetse geopolitieke redenen), zoals ook het gebruik van grondtroepen (om een veelheid van politieke redenen). Zo werd de oorlog om Kosovo een gewone oorlog, met de nieuwste wapens volgens de nieuwste methoden gevoerd. Zo is het gegaan toen het machinegeweer zijn intrede deed en daarna met de tank. Deze oorlog is dan van een 'volstrekt nieuw type' omdat er aan de ene kant niemand is gesneuveld en daardoor de publieke opinie volstrekt gespaard - zelfs voor een belastingverhoging. Een pijnloze oorlog. Voor het publiek, het volk, de mensen zou het slecht nieuws zijn als de Clinton/Blair-doctrine van de humanitaire oorlog algemene geldigheid zou krijgen, vatbaar voor toepassing zou worden bijvoorbeeld in Kashmir, Turkije of Noord-Ierland. Maar er is geen regering die er serieus over denkt naar de nieuwe doctrine te handelen. Oud-minister Wim van Eekelen zegt tegen Ornstein: "Ik heb wel steeds in het succes geloofd. Alleen is het een beetje 'Operatie geslaagd, patiënt overleden' geworden." Een andere medische beeldspraak: dokter verdoofd, patiënt uit het zicht verdwenen.
H.J.A. Hofland
|
Bovenkant pagina |