C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
28 april 1999 Binnengrenzen van de NAVO
Was het niet mogelijk geweest op langere termijn het bewind van Milosevic op ongeveer dezelfde manier te demonteren? Wie weet. Toen twee jaar geleden de Servische oppositie in Belgrado met ketelmuziek de straat op ging, zag het er veelbelovend uit. Joegoslavië mag door de eeuwen heen een etnisch zwaar belast land zijn, maar het is ook een Europese natie. Door vast te houden aan een achterlijke staatsvorm en zijn nationale politiek te laten beheersen door overleveringen, verwijderde het zich verder van de internationale gemeenschap - niet de politieke gemeenschap die alleen in gelegenheidsretoriek bestaat, maar de werkelijk bestaande: die van de vrije markt, het internationaal verkeer, de cultuur en de economie. De oppositie wilde het land behoeden voor het dreigend isolement. Toen, en zelfs nog eerder was het voor de NAVO de tijd geweest om ernst te maken met een consistente demontagepolitiek tegen Milosevic en zijn partij. Dat is geen wijsheid achteraf. Een aantal politici, journalisten (hoewel weinig intellectuelen en kunstenaars die nu van zich doen spreken) in de Verenigde Staten en Europa heeft in deze zin geschreven. Maar bij gebrek aan opzienbarend nieuws was hun mening niet verkoopbaar. De actuele gimmick ontbrak. De wereldopinie, voorzover die bestaat, heeft zich het hele afgelopen jaar beziggehouden met één groot onderwerp: Lewinsky en alles wat haar naam dekt. De Amerikaanse president die nu de aanvallen op Joegoslavië leidt, had toen, met de verkiezingen van november en de mogelijkheid van impeachment in het vooruitzicht, al zijn aandacht bij het politiek-legalistisch-publicitair complex waarvan Kenneth Starr de motor was. De tweede grote vraag was of de koersval op Wall Street in een crash zou eindigen. Zoiets doet de buitenlandse politiek geen goed. Dat werd toen ook wel beseft. Nu valt iets anders op: de volstrekte wanverhouding tussen de ongelofelijke achteloosheid waarmee het groeiende Joegoslavische vraagstuk toen werd behandeld, en de enorme machtsontplooiing waarmee de NAVO het tot een oplossing probeert te brengen, alsof de politiek een gerecht was dat in een snelkookpan bereid wordt. In Washington heeft de NAVO een nieuwe doctrine aanvaard die ertoe strekt dat het bondgenootschap voortaan ook buiten zijn grenzen zal kunnen optreden. Het is een late, formele aanpassing aan de praktijk die met de Golfoorlog is gevestigd (al heette het bondgenootschap dat tegen Saddam optrad "de coalitie'). Toen was het al duidelijk dat de NAVO behalve buitengrenzen ook binnengrenzen heeft. Die geven aan welk concept van buitenlandse politiek nog uitvoerbaar is, en waar de publieke opinie weigert "de' politiek te volgen. Bush heeft dat indertijd begrepen. Hij heeft er een half jaar over gedaan om de Golfoorlog militair, politiek en publicitair voor te bereiden. Misschien is dit, met de Koude Oorlog nog nauwelijks een jaar achter de rug, gemakkelijker geweest. De jarenlange voorgeschiedenis van Bosnië en Kosovo leert dat de NAVO die de Koude Oorlog tot een goed eind heeft gebracht, een heel andere is dan het bondgenootschap dat zich voortbombarderend uit de Kosovo-crisis probeert te redden. En de grote vraag, niet in Washington gesteld, is hoe dit komt. Een van de oorzaken ligt in de binnenlandse politiek. De Koude Oorlog heeft destijds vormgegeven aan een absolute, ten slotte ook de binnenlandse politiek en de publieke opinie beheersende tegenstelling. Als het op de verhouding tot het Oostblok aankwam, gold onverbiddelijk het primaat van de buitenlandse politiek. Dat werd in grote trekken aanvaard - dissidenten in Oost en West daargelaten. Zo is het allang niet meer. De buitenlandse politiek van het Westen wordt nu begrensd door wat de Amerikaanse president zich kan veroorloven, en dit wordt weer voor een groot deel bepaald door zijn populariteitscijfers waarop zijn spindoctors, opinieonderzoekers, propagandadeskundigen en fundraisers, de schandaalpers en de anchormen van de grote televisiestations hun nooit nauwkeurig te achterhalen invloed uitoefenen. Een jaar geleden was een ingreep in Kosovo ondenkbaar geweest, omdat de speciale aanklager Starr de binnenlandse grenzen van de buitenlandse politiek bepaalde. Een maand na het begin van de oorlog nadert het vraagstuk van de grondtroepen het moment waarop het rijp is voor een beslissing. ,,Vier weken na het begin van de oorlog begint het Westen na te denken", zei een Britse strategisch deskundige, geïnterviewd door de BBC. Dat ernstige vermoeden hebben we. Maar hoe komt het? Dat Milosevic zo vlug mogelijk van het toneel moet verdwijnen, ja, dat lag al langer voor de hand. Maar achter de door hem veroorzaakte crisis ligt een andere: die van de politieke mechanismen waardoor in het Westen grote besluiten worden genomen. Het is verborgen in de onberekenbare conjunctuur van de binnenlandse politiek en de publieke opinie, vooral in Amerika. Dat probleem wordt niet opgelost door, "bij het betreden van de volgende eeuw', de NAVO een grotere actieradius te geven.
H.J.A. Hofland
|
Bovenkant pagina |