teller
C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN

23 december 1998

Naast en boven de kiezers


Uit een onderzoek van de New York Times, na de presidentsverkiezingen van 1996: de helft van de kiezers was van mening dat het land werd geregeerd door mensen die niet deugden, min of meer crooks waren.

Niet de regering was de baas in het land, maar een paar 'grote belangen' dacht 79 procent; en 66 procent was ervan overtuigd dat het de bureaucratie niets kon schelen wat de gewone mensen wilden. Tenslotte: 55 procent vond dat de kiezers geen invloed op de politiek hadden. Dat was twee jaar na de revolutie van Newt Gingrich met zijn Contract with America, het programma van honderd artikelen waardoor de onverschillige macht van Washington weer aan het volk zou worden teruggegeven.

In de tien maanden voorafgaand aan deze verkiezingen leken door het Clinton-Lewinsky schandaal de ergste vermoedens van deze kiezers bevestigd. Vandaar dat alle deskundigen, zonder uitzondering, een geweldige overwinning voor de Republikeinen voorspelden. Iedereen kwam bedrogen uit. Ze hielden hun meerderheid, maar de door schandalen geteisterde Democraten kwamen sterker terug. De revolutionair, die intussen een financieel schandaal achter de rug heeft, trad af als Speaker of the House en verdwijnt uit de politiek. Zijn opvolger, Bob Livingston, heeft het intussen ook laten afweten nadat hij dreigde te worden ontmaskerd door Larry Flynt, hoofdredacteur van The Hustler, het grofste van de grote pornobladen.

Flynt had per advertentie in de Washington Post een miljoen dollar uitgeloofd aan informanten die inlichtingen konden geven over buitenechtelijke betrekkingen van senatoren en afgevaardigden. Er kwamen tweeduizend brieven. De Linda's Tripp zijn onder ons en talrijk. Na grondige schifting bleven 48 serieuze meldingen over. Verder onderzoek leerde dat er twaalf goed genoeg waren om als grondslag voor een onthulling te dienen. The Hustler begon zijn onderzoek. Een van degenen die Flynt op de korrel had genomen, was Livingston. Uit zijn persoonlijke omgeving werd hem gemeld dat er seksdetectives waren gesignaleerd. De aanstaande Speaker besloot dat capitulatie de beste verdediging was, legde zijn publieke bekentenis af en vertrok. Hij kreeg applaus van zijn partijgenoten (die zijn huwelijksbelofte kennelijk dus niet als meineed hebben gezien).

In een gesprek met de New York Times zegt Livingston: ,,Ik geef niemand anders de schuld. Ik probeer mijzelf niet te rechtvaardigen. Ik neem alles wat er is gebeurd alleen mijzelf kwalijk. Maar als Larry Flynt het land gaat regeren, dan is het land in moeilijkheden.'' Als we alles wat door Kenneth Starr en zijn Grand Jury, alle reacties daarop, de publicatie van zijn rapport tot en met het impeachment onder het regeren in ruimere zin rangschikken, dan komt het er al dicht bij. Dan is Flynt al een politieke macht die afgevaardigden van het volk kan maken en vooral breken. Dat heeft hij dan niet alleen aan deze zondige politici te danken. Het is een afgeleide macht, voortgekomen uit het minutieus puritanisme van de speciale aanklager. Starr wilde alles weten en opschrijven, tot de geringste en intiemste kleinigheden, met de mechanische precisie die ook het kenmerk van de pornograaf is. Larry Flynt heeft dat herkend en hem een betrekking in zijn redactie aangeboden.

Flynt en Starr zijn in deze absurde toestand tot een machtig duo geworden, twee acteurs die beiden hun succes danken aan een extreem puritanisme. En dit zou in de politiek binnen de Beltway, de grachtengordel van Washington, weer niet die enorme betekenis hebben gekregen als het puritanisme niet in dienst stond van de haat. Van het ogenblik waarop deze president aan de campagne voor zijn eerste voorverkiezingen begon, is hij begeleid door haat. Het wordt veroorzaakt door zijn persoonlijkheid, die niet alleen op Republikeinen werkt als een rode lap. Door zijn niet geringe aantal faux pas heeft hij telkens weer zijn vijanden de gelegenheid tot een nieuwe stormloop geboden. En dan gebeurde het wonder: hij wist zo te manoeuvreren dat de aanval vastliep, wat de haat aanwakkerde.

De Lewinsky-affaire in de behandeling van Starr leek eindelijk de zekerheid van de afrekening te bieden. Maar de kiezers hadden er genoeg van. Eigenlijk hadden ze al veel eerder genoeg van de 'arrogant Capital' met zijn intriges en ondoorzichtige belangen. Het ging en gaat goed in het land. Zolang de president zijn werk doet op een manier waardoor de kiezers er geen last van hadden, blijft hij, hoewel niet populair, in ieder geval verdraagbaar. Lager dan 58 procent is hij in zijn job rating nooit gekomen. Het rapport van Starr heeft hem nauwelijks geraakt. En nu, nadat de Republikeinse meerderheid tot impeachment heeft besloten, vindt 72 procent dat hij zijn werk goed doet en dat hij met rust moet worden gelaten. Gestaag daalt intussen het aantal kiezers dat naar de stembus gaat.

Treft de Republikeinse partij voorbereidingen tot kamikaze? Men rekent er daar op dat over anderhalf jaar deze aanval op de president (kennelijk tegen de wil van de meerderheid) zal zijn vergeten. Zelfs nemen de Republikeinen het niet geringe risico dat ook deze aanval maar half zal slagen. (Want het is verre van zeker of in de Senaat de tweederde meerderheid is die de president moet afzetten). Als Bill Clinton kan worden vernietigd, hebben zijn vijanden daar een flinke zelfbeschadiging voor over.

Na deze drama's valt het eigenlijk nog mee als de helft van de kiezers denkt dat hun vertegenwoordigers crooks zijn. Het politiek bedrijf heeft een averechts resultaat. Bij iedere verkiezing worden meer miljoenen in de campagnes geïnvesteerd, waarbij de ontvangers niet kieskeurig zijn als de motieven van de gulle gevers aan de orde komen. Iedere campagne is rijker aan staaltjes van ongeremde haat. Uit reeksen van onderzoeken, door de jaren heen, is gebleken dat de afkeer bij de kiezers groeit. Het heeft de kandidaten in hun vijandschap niet kunnen remmen. Washington vervreemdt zich verder van de natie. Het is niet de enige hoofdstad die dit overkomt.

Christopher Lasch, de in 1994 gestorven politicoloog, was van mening dat in iedere westerse democratie de bovenlaag bezig is zich van de rest te onthechten. Degenen die leiding geven aan de industrie, de publiciteit, de academische wereld, het amusement hebben langzamerhand in de praktijk van hun bestaan een parallelle maatschappij gesticht, een soort internationale van de meritocratie die over de staatsgrenzen heen reikt. Die internationale bovenlaag - door Lasch op twintig procent geschat - onttrekt zich meer en meer aan landelijke invloeden. Een 'vrij zwevend' bestuur gaat zijn gang, en de kiezers die er genoeg van hebben, doen op hun beurt hetzelfde. Het Amerika van de affaire-Lewinsky en het absurde circus eromheen, is in dit opzicht een extreem demonstratiemodel.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)