teller
C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN

9 december 1998

Clinton en de wildplasser


Een incident in het weekeinde van 28 november. Een voorbijganger maakt een aanmerking op een 'wildplasser'. Die neemt dat niet, trekt na een woordenwisseling zijn revolver.

De voorbijganger, een 19-jarige jongen, belandt zwaargewond in het ziekenhuis. De schutter is gearresteerd. Gegeven de omgangsvormen die op stapavonden gelden, had het ernstiger kunnen aflopen, met de dood, nationale ontsteltenis en een gedenksteen. Hieruit volgt impliciet: gedenkstenen, ansichten met lieveheersbeestjes, twee minuten stilte, toespraken van geestelijke en politieke leiders, het zal allemaal goed bedoeld zijn, maar het helpt niet. Zelfs heeft het misschien een uitwerking die in strijd is met de bedoeling dat er consequenties aan worden verbonden. Want behalve voor degenen die tot de naaste familie van het slachtoffer horen, worden droefheid, geschoktheid, rouw tot plechtig evenement gemaakt, en waar zich een evenement voltrekt, kan men na afloop overgaan tot de orde van de dag.

Nu heeft de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling een advies aan de minister en de staatssecretaris van Justitie uitgebracht. Weer een raad, weer een advies, ben je als streetwise burger geneigd te denken. Maar deze Raad slaat een andere toon aan. ,,De aanpak van zinloos geweld blijft steken in oppervlakkige incidentenpolitiek.'' Ik citeer de samenvatting in deze krant van 2 december. ,,Een gedegen analyse van het probleem ontbreekt. De term zinloos geweld is inhoudloos. [...] Zolang de maatregelen alleen de daders betreffen, nemen onverschilligheid, angst en eigenrichting toe. Nog voor er duidelijkheid is over de maatschappelijke context, roepen Kamerleden en bewindslieden om gelegenheidswetgeving zoals het opvoeren van anonieme getuigen en strengere straffen.'' Vervolgens dringt de Raad aan op een 'langere termijn visie'. Harde kritiek, nuchtere taal - maar daarmee zijn degenen die op kortere termijn tijdens een stapavondje of bij een voetbalwedstrijd buiten gevecht worden gesteld nog niet geholpen.

Wat we sinds een jaar of twee 'zinloos geweld' noemen, bestaat al tientallen jaren. Daarvan is een reeks krasse voorbeelden te geven. Zou je alle slachtoffers bij elkaar begraven, dan zou er al een dodenakker ter grootte van een militair kerkhofje ontstaan. Het duurt lang voor in de politiek de overtuiging is gevestigd dat zulke 'ongelukkige gebeurtenissen' van hetzelfde soort weleens meer kunnen zijn dan een reeks incidenten. Dan wordt er een naam aan gegeven en daarmee is het een 'verschijnsel'. En zo is het stadium bereikt waarin men over een algemene oplossing gaat nadenken. In dit stadium bevindt de politiek zich een jaar of twee. ,,Wie het weet mag het zeggen'', zei de minister-president na de dood van Meindert Tjoelker. ,,Een gedegen analyse van het probleem ontbreekt'', zegt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Dit schetst de voortgang.

Wat we 'zinloos geweld' noemen is in werkelijkheid de vestiging van een rangorde op straat, in het verkeer, het openbaar vervoer en in het algemeen, de publieke ruimten. Het is niet noodzakelijk dat daarbij doden of gewonden vallen of dat er klappen worden uitgedeeld. Intimidatie volstaat. De Westerse beschaving heeft een type gekweekt dat zich onder gegeven omstandigheden als 'de baas' erkend wil zien, en dat erkenning met geweld of dreiging afdwingt. ,,De straat is van ons allemaal'', zegt minister Peper. Of je je altijd en overal naar deze idealistische uitspraak kunt gedragen hangt ervan af hoe sterk je bent. Er zijn experts en leken die het geweld op de televisie als de oorzaak aanwijzen. Die worden dan tegengesproken door andere deskundigen en leken die verklaren dat het verband tussen naar geweld kijken en geweld plegen 'nog nooit is bewezen'. Het kan zijn, ik ken de literatuur niet. Als er 'geen verband' is, vraag je je af waarom zeepfabrikanten in hun reclame nog mensen vertonen die zeep gebruiken. Het is waar: voor het hanteren van een revolver gelden voor verreweg de meesten andere maatstaven. Maar is het zo'n absurde hypothese dat wie op de televisie duizend keer een revolver op een mens ziet gebruiken, om te beginnen anders over de maatstaven gaat denken?

Nog een andere mogelijkheid, passend in een 'langere termijn visie' is dat excessief geweld op de televisie en op straat twee kanten van hetzelfde vraagstuk zijn. Het zal de laatste zorg van de makers en vertoners van excessief geweld zijn op welke manier de omgangsvormen worden beïnvloed, zolang de kijkcijfers ermee zijn gediend. En idem, het is voor de dader van gering belang, wie tegen de straatstenen wordt geslagen, zolang daarmee wordt bevestigd dat er in zo'n willekeurige ontmoeting maar één de baas is. En zoals er televisie is die gemakkelijk voor een fascistische knokpartij kan worden versleten, zo zijn er op stapavonden ontmoetingen die praktisch straatfascisme zijn. Alleen de uniformen ontbreken.

De column van Kees Schuyt in de Volkskrant van vandaag heet Het geroofde vertrouwen. ,,Vertrouwen is het cement van de moderne samenleving'', schrijft hij. ,,Het gemene van een straatroof zit in het beschamen van deze primaire verwachting.'' Zo is het. Er hoort een grondslag van algemeen gedeeld vertrouwen te zijn. Maar er zijn er niet veel die daarop rekenen. Ons probleem is allang niet meer dat het aan het gewenste minimum van vertrouwen ontbreekt, maar dat het wantrouwen slecht is georganiseerd. We hebben geluk: we maken in deze weken juist het laatste bedrijf van de tragikomische werelddemonstratie in Washington mee. Starr, Clinton, Tripp & Lewinsky: misbruik van vertrouwen en alzijdig slecht georganiseerd wantrouwen waarbij niemand lichamelijk sneuvelt.

Ook als de meerderheid der vreedzamen - de 'aardige mensen' - het erover eens is dat er iets aan de moraal van de Westerse maatschappij ontbreekt waaraan 'op langere termijn' moet worden gesleuteld, blijft het probleem: hoe kunnen we voorkomen dat op korte termijn meer mensen het slachtoffer worden. Ik denk dat de 'aardige mensen' het antwoord wel weten, maar dat ze te aardig zijn om het te geven, laat staan er consequent naar te handelen.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)