HJA HOFLAND
Eerder verschenen columns
DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
|
28 oktober 1998
Haat als politiek
NEW YORK. Zal de overeenkomst tussen Israel en de Palestijnen de
Democraten en de president op 3 november helpen? Nee, of te weinig om
hun nederlaag te kunnen ontgaan.
Daar wed ik op. Er valt niet aan te twijfelen dat het akkoord aan president Clinton te danken is. Als het
door bemiddeling van een van zijn voorgangers - Reagan zeker en
misschien Bush ook nog wel - tot stand zou zijn gekomen, was het als een
daad van groot staatsmanschap beschouwd. Niemand had aan de motieven
getwijfeld, iedereen had van een 'historisch resultaat' gerept. Hoe
anders is het nu! In dit geval beschouwen de Clinton-haters het als een
gelegenheid om nieuwe variaties in hun campagnes aan te brengen. Het zou
de moeite waard zijn, een bloemlezing uit hun commentaren te maken, een
boeketje kleine giftigheid. Het Starr Report heeft de tegenstanders van
Clinton de legitimering gegeven om te vinden dat hij niets meer goed kan
doen.
Dat heeft zijn voorgeschiedenis. Vanaf het ogenblik dat Clinton aan zijn
eerste campagne voor zijn eerste ambtstermijn begon, meer dan zes jaar
geleden, is hij een polariserend politicus geweest. Hij was toen nog een
Democraat die naar liberalism zweemde - toch al geen richting die
algemene populariteit garandeert - en daarbij kwam al vlug de
character issue, het vraagstuk van zijn persoonlijkheid.
Onbetrouwbaar, zeiden niet alleen zijn vijanden. Dat liet toen zelfs ook
de New York Times per hoofdartikel weten. Een en ander heeft hem
niet belet, van een praktisch uitzichtloze start, president te worden.
Hij kreeg de bijnaam the Comeback Kid. Dat hij die verdiende,
heeft hij twee jaar geleden opnieuw bewezen: weer van uitzichtloosheid
naartriomf. Maar de twijfel aan zijn karakter bleef, en haat bij zijn
tegenstanders was in steeds groter potentie in voorraad.
De jurist Kenneth Starr is degene die tot nu toe de meest belovende
poging heeft gedaan om voor de president het politieke graf te graven.
Als enige is hij erin geslaagd de haat een gedaante van fatsoen te
geven. Zelfs voor wie de grootste bezwaren heeft tegen de heksenjacht,
de legalistisch-terroristische methoden en de persoonlijke motieven van
de speciale aanklager, blijven onverlet de verdenking van meineed en de
ongelofelijke nonchalance waarmee Clinton zijn presidentschap heeft
opgevat als het hem zo uitkwam. En zelfs als een groot deel van het
Amerikaanse publiek genoeg heeft van het Bill en Monica-gedoe, blijft
deze politieke schade bestaan. Voor de tegenstanders en haters, die ter
gelegenheid van de verkiezingen verenigd zijn, is deze schade lang niet
voldoende. En een betere kans dan op 3 november zullen ze niet meer niet
krijgen.
Een groot vraagstuk bij de Amerikaanse verkiezingen is dat van de
opkomst. Haat motiveert meer dan solidariteit. De meeste media, en
vooral de politiek tot het uiterste gemobiliseerde, de talk radio,
tabloids, supermarktkrantjes, schandaalbladen, zijn overwegend in
Republikeinse handen. Of er vrede komt in het Midden-Oosten is de
laatste zorg van de eigenaars. Het gaat om Monica, Paula, Kathleen en
Gennifer; om Whitewater, Travelgate en al de andere gates. En het gaat
er bovenal om, deze munitie eindeloos te gebruiken opdat dit
presidentschap in impeachment zal stranden.
Daarbij komt dat de mores van de politieke campagnes in het algemeen
veranderen. De krijgskas van beide partijen heeft astronomische bedragen
nodig om alle zendtijd op de televisie te kunnen betalen, de
afhankelijkheid van de goede gevers neemt toe, zoals we uit talrijke
officiële en particuliere onderzoeken weten. Dat om te beginnen. En
dan is er een gestage trend in de toon van de propaganda. Nederlanders,
gewend aan het paradijs van de consensus, zullen zich dit moeilijk
kunnen voorstellen: de verdachtmakingen, directe beledigingen, het
geconcentreerd venijn waarmee de kandidaten elkaar te lijf gaan. Een
jaar of vier geleden hebben de 'aanvalsadvertenties' grootschalig hun
intrede gedaan. Hoewel het publiek toen al te kennen gaf er niet op
gesteld te zijn, is sindsdien dit van dik hout zaagt men planken erger
geworden. New-Yorkers hebben het afgelopen weekeinde de directe
krachtmeting tussen de Democraat Charles Schumer en de hier beroemde
Republikein Alfonse D'Amato op de televisie kunnen volgen. Politiek
kooivechten, dat komt er het dichtst bij.
Samengevat: de polariserende persoonlijkheid van de president, en tien
maanden activiteit van Kenneth Starr maken deze verkiezingen, afgezien
van alle problemen die plaatselijk aan de orde zijn, een nationaal
referendum over Clinton. En voorzover het over de president gaat is het
geen referendum waarin gekozen wordt tussen politieke programma's. Het
is een uitspraak op grondslag van persoonlijke smaak: afkeer en haat
versus halve loyaliteit en halve twijfel. Toen afgelopen zomer de
speciale aanklager waarschijnlijk aan zijn finest hour bezig was,
zijn vergelijkingen gemaakt tussen hem en de communistenjager van begin
jaren '50, senator Joseph McCarthy. De overeenkomst tussen het
mccarthyisme en het starrisme is dat het verlammend werkt op het
politieke bedrijf waar de besluiten worden genomen die het beleid op
gang houden. Joseph McCarthy heeft in zijn tijd niets bijgedragen tot de
goede afloop van de Koude Oorlog. Zo zal Kenneth Starr niet de heraut
van een ethisch reveil zijn door het herstel van het goed fatsoen bij
presidenten en burgers. Het saldo van het mccarthyisme en het starrisme
is de verspreiding van een niet-politieke polarisering, achterdocht en
haat. Dan is er nog een overeenkomst. McCarthy begon zijn veldtocht
terwijl de Koude Oorlog, met de Sovjet-Unie als onverzoenlijk
tegenstander en de oorlog in Korea, in een van zijn grimmigste perioden
was. Terwijl Starr zijn operaties verder opvoerde en de president dwong
tot zijn televisiebiecht, bewogen de beurzen zich van paniek naar paniek
en verloor de economie haar zelfvertrouwen. Daaraan is nog lang geen
eind gekomen, evenmin als aan de afbraak van de president. En hier
begint het verschil tussen McCarthy en Starr. De bezeten senator
verschrompelde toen hij zich moest meten met tegenstanders van formaat.
Bij gebrek aan zulke krachten heeft Starr al gewonnen.
H.J.A. Hofland
Eerder verschenen columns
Een kilo Nederland
(21 oktober 1998)
De derde periode
(14 oktober 1998)
Consumentensocialisme
(7 oktober 1998)
Op de Derde Weg
(30 september 1998)
De Europese vergissing
(23 september 1998)
Optocht der zuiveraars
(16 september 1998)
Amsterdam en de wereldeconomie
(9 september 1998)
Mickey Mouse op de beurs
(2 september 1998)
De wereldleiders
(26 augustus 1998)
Nog een overdaad
(19 augustus 1998)
Minister van oenigheid
(12 augustus 1998)
Het carrousel
(5 augustus 1998)
Starr: Historische held
(29 juli 1998)
Kip in de soep
(22 juli 1998)
Goederenvervoer
(15 juli 1998)
De goede bedoelingen
(8 juli 1998)
De polder als Titanic
(1 juli 1998)
De onbetrouwbare staat
(24 juni 1998)
Nadelen van de nuance
(17 juni 1998)
De voetbalstaat
(10 juni 1998)
Te ver doorgeschoten
(3 juni 1998)
Oorlog tegen de kinderen
(27 mei 1998)
Late Ludditen
(20 mei 1998)
Een duivels toeval
(13 mei 1998)
De volgende oppositie
(6 mei 1998)
Gelegenheidsfascisme
(29 april 1998)
Garanties van paars
(22 april 1998)
Mannetjes en programma's
(15 april 1998)
De zeden en de tijden
(8 april 1998)
Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)
|
|