C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN

14 oktober 1998

De derde periode


Zou de toestand in de wereld anders zijn geweest als de president en de stagiaire elkaar niet hadden ontmoet? Dan was de president wel een andere stagiaire tegengekomen; en de stagiaire was een minister, een directeur of een burgemeester tegen het lijf gelopen. Het is klassiek. Maakt dat verschil voor de geschiedenis? Het hangt ervan af hoe erop wordt gereageerd.

Na de Koude Oorlog, bijna tien jaar geleden, heeft de wereld even de illusie gehad, van de grootste, de 'apocalyptische' vraagstukken verlost te zijn - dat wil zeggen de wereld die het monopolie van de vooruitgang had. Er waren wel problemen: het Irak van Saddam, Joegoslavië, Afghanistan, het grootste deel van Afrika. Onze wereld van de vooruitgang heeft een paar grensoorlogen gevoerd - om Koeweit, in Somalië en Bosnië. Ze kon het zich veroorloven. Wat onoplosbaar bleek te zijn werd in quarantaine geplaatst. De grensoorlogen en de vraagstukken in quarantaine zijn op de grote lijnen van de vooruitgang niet van invloed geweest. Geen politicus van belang heeft er zijn nek over gebroken.

Dat de wereld na de Koude Oorlog radicaal zou veranderen, was te voorzien. Het is gebeurd en het is breed uitgemeten. Uit de overgangstijd is geleidelijk een situatie gegroeid waarin de politiek hoe langer hoe meer terrein heeft prijsgegeven aan de mondiale economie, terwijl de samenhang van de politieke structuren verzwakte. De regeerders van de laatste supermacht (en de rest) is een volstrekt ander operatieterrein toevertrouwd dan dat van hun voorgangers in de Koude Oorlog. Is dit 'gemakkelijker'? De onvergelijkbaarheid maakt dat 'gemakkelijk' en 'moeilijk' niet van toepassing zijn. Om te beginnen gaat het erom de nieuwe grote vraagstukken te herkennen en er dan naar te handelen.

Helmuth Kohl heeft herkend en gehandeld, door in de overgangstijd tussen Koude Oorlog en nieuwe vrede de hereniging te bewerkstellingen. Bush heeft het misschien gedaan door de coalitie voor de Golfoorlog te vormen, maar die was niet houdbaar en zijn nieuwe wereldorde is door de mondiale economie verzwolgen. Daarna is er wel veel gebeurd, maar weinig groots gehandeld. Het vraagstuk Saddam is zeven jaar later niet wezenlijk veranderd. Het grootste Europese vraagstuk, de oorlog in Bosnië, is door de Europese en Amerikaanse regeringen wel herkend, maar ze hebben pas na vier jaar en 250.000 doden gehandeld. De zwaarste oorlogmisdadigers zijn nog op vrije voeten, en Milosevic, een van de belangrijkste aanstichters van toen, is de hoofdaanstichter van de oorlog in Kosovo. Met het herkennen van het probleem is het in orde - de discussie over het handelen is die van een Poolse landdag. Het Westen weet zich geen raad met deze ongrijpbare, evenmin als met Karadzic die op nagenoeg dezelfde manier de vorige catastrofe heeft veroorzaakt.

Op de ranglijst van de grote vraagstukken voor het Westen is Kosovo de afgelopen maand snel gestegen. Maar veel hoger staat de afgelopen maanden de dreiging van een economische wereldcrisis, en het toenemend geloof dat een recessie of depressie bij gebrek aan remedie onvermijdelijk is. Zoals bekend zijn geloof aan de crisis en de crisis zelf niet van elkaar te scheiden. Daarbij maakt de grote internationale politiek zijn herintrede door de Russische impasse, die alles omvat: de nationale economie, de politiek, infrastructuren, het moreel van het volk. Die impasse wordt niet veroorzaakt door een paar toevalligheden die met snelle ingrepen te verhelpen zijn. De Russische impasse is duurzaam, en het is een illusie dat een volstrekte ineenstorting of een uitbarsting daar ook zo comfortabel in quarantaine kan worden gehouden. Dit is, na de eerste jaren van aanpassing, en vervolgens de groei van de mondiale systemen, de derde periode na de Koude Oorlog.

Het niet zo bijzondere van deze wereldcrisis in wording is dat alles tegelijk komt. Dat is een eigenschap van iedere ernstige crisis. Men voelt zich omsingeld door het noodlot. In dit geval: de lokale massamoord in Kosovo die nu met 450 vliegtuigen misschien is gestopt; de eindelijk als zodanig herkenbare recessie in Zuidoost-Azië, de sluipende invloed daarvan in het Westen; de snelle gedaanteverwisseling van Rusland: van een grote democratie in wording tot een risico voor de stabiliteit in Europa; en de minder eenvoudig benoembare factoren die in de vertrouwde litanie worden opgesomd, het verval van de publieke moraal, de afkeer van de politiek, enz. Alle samenstellende delen in dit complex zijn relatief duurzaam.

Het bijzondere van deze crisis ligt ergens anders, namelijk in de macht van het Amerikaanse presidentschap. Wat deze president heeft gedaan weten we nu wel. Met bijna 100 procent zekerheid kunnen we zeggen dat het nieuwe onderzoek niets aan onze wetenschap over het karakter van de president en zijn doen en laten zal toevoegen. Daarin ligt het belang dan ook niet. De wereldpolitieke betekenis ervan is dat de laatste supermacht zich opnieuw in de bestudering van de presidentiële kamertjeszonde stort.

Toen in januari van dit jaar mevrouw Tripp zich via een streek een plaats in de geschiedenis wist te verwerven, zag het er al niet goed uit met de wereld en evenmin met de president. Met niet aflatende zelotenijver hebben onder regie van Kenneth Starr de politieke vijanden van de president en de media die er goud in zagen, zich volgezogen. Zeker, het was in eerste aanleg allemaal de schuld van Clinton, dat weet men tot in de verste uithoeken. Maar voor de wereldcrisis was en is dat van het allerlaatste belang. Hoog boven alles torent het feit dat het Amerikaanse presidentschap, waarin de laatste politieke verantwoordelijkheden zijn geconcentreerd, nog altijd systematisch wordt verzwakt door allerlei krachten die op z'n minst ook niet uit de zuiverste motieven handelen. Zoals men zegt: It takes two to tango, en dit is een marathondans. Dàt is de Amerikaanse en daardoor de mondiale politieke crisis, waarvan deze president niet meer de schuld draagt, maar waarvan hij slechts een onderdeel is. Dat deze politieke crisis alomvattend is wordt hierdoor bewezen dat de vraag wat na Clinton? - welke meerderheid, op welke grondslag, met welke koers, welk programma - nauwelijks wordt gesteld en niet aan de orde is. Het wereldvraagstuk in de derde periode na de Koude Oorlog wordt nauwelijks herkend.

Of het beter was gegaan als al die veelbesproken ontmoetingen niet hadden plaatsgevonden? In ieder geval anders, omdat de president zijn hoofd bij zijn werk had kunnen houden. Maar misschien zit het dieper. Misschien is deze affaire alleen een toeval waardoor is aangetoond dat de politieke crisis veel ingrijpender is dan door een DNA -test kan worden aangetoond.

H.J.A. Hofland

Eerder verschenen columns

Consumentensocialisme
(7 oktober 1998)
Op de Derde Weg
(30 september 1998)
De Europese vergissing
(23 september 1998)
Optocht der zuiveraars
(16 september 1998)
Amsterdam en de wereldeconomie
(9 september 1998)
Mickey Mouse op de beurs
(2 september 1998)
De wereldleiders
(26 augustus 1998)
Nog een overdaad
(19 augustus 1998)
Minister van oenigheid
(12 augustus 1998)
Het carrousel
(5 augustus 1998)
Starr: Historische held
(29 juli 1998)
Kip in de soep
(22 juli 1998)
Goederenvervoer
(15 juli 1998)
De goede bedoelingen
(8 juli 1998)
De polder als Titanic
(1 juli 1998)
De onbetrouwbare staat
(24 juni 1998)
Nadelen van de nuance
(17 juni 1998)
De voetbalstaat
(10 juni 1998)
Te ver doorgeschoten
(3 juni 1998)
Oorlog tegen de kinderen
(27 mei 1998)
Late Ludditen
(20 mei 1998)
Een duivels toeval
(13 mei 1998)
De volgende oppositie
(6 mei 1998)
Gelegenheidsfascisme
(29 april 1998)
Garanties van paars
(22 april 1998)
Mannetjes en programma's
(15 april 1998)
De zeden en de tijden
(8 april 1998)
Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)