C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


19 augustus 1998

Nog een overdaad


'De televisiebeelden waren walgelijk. Dat de wereldmachten door zo'n bandietenbende op de knieen konden worden gedwongen vond ik onbegrijpelijk.' Dat schrijft Richard Holbrooke in zijn boek To End a War. Het is eind mei 1995. Als antwoord op een paar bescheiden luchtaanvallen van de NAVO op de Bosnische Serviërs hebben leider Karadzic en zijn veldheer Mladic 350 Franse soldaten van de Verenigde Naties in gijzeling genomen, hen aan lantarenpalen, brugleuningen enz. geketend, en door de televisie laten filmen.

Secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali en zijn speciale afgezant Akashi laten zich door de Serviers imponeren. Voortzetting van de luchtaanvallen wordt steeds onwaarschijnlijker. De Britten en Fransen beginnen de moed te verliezen. Voor het eerst wordt serieus gepraat over de uitvoering van het zeer geheime OpPlan 40-104: de evacuatie van alle strijdkrachten van de VN onder bescherming van 20.000 Amerikaanse soldaten.

President Chirac, op bezoek in Washington, dringt bij Clinton onder vier ogen aan op Amerikaanse actie. Later spreekt hij nog met Dole en Gingrich. Maar, schrijft Holbrooke, 'hoewel de gesprekken vriendschappelijk waren, veranderde er niets.' Chirac vertrekt. In het Witte Huis begint het diner. 'De president en de First Lady dansten eerst op de muziek van een marineorkestje. Toen kwamen ze naar ons (Holbrooke en minister Christopher) toe. Hoe staat het met Bosnie? vroeg de president.' In het vervolg van Holbrooke's verslag blijkt dan dat de machtigste man van de wereld de kwestie nog niet goed had begrepen.

Intussen zetten de Serviers hun aanvallen en intimidatie met groot succes voort. En dan komt Srebrenica, 'de grootste massamoord in Europa na de Tweede Wereldoorlog.' Holbrooke noteert: 'Er zat geen energie meer in de internationale gemeenschap.' Vooraan in het verzet tegen luchtaanvallen stond de Nederlandse regering. Pogingen van de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag om daarin verandering te brengen, waren vergeefs. Parijs en Londen waren ook tegen. En nu hoort Srebrenica in de opsomming samen met Lidice, Oradour, Babi Yar en Katyn.

Het mag merkwaardig klinken, maar drie jaar geleden was de stemming in Nederland bepaald niet uitgesproken anti-Servisch. Overste (nu kolonel) Karremans was niet de enige die de good guys en de bad guys tot één pot nat terugbracht. In vraaggesprekken kon men horen en lezen dat de moslims 'laf' waren, of een 'zootje ongeregeld' en dat ze hun positie van underdog probeerden uit te buiten. Zelfs werd geopperd dat ze, om de 'internationale gemeenschap' voor zich te winnen, het reclamebureau Saatchi & Saatchi in de arm hadden genomen. De historicus Ed Ribbink is het eens met de Amerikaanse journalist David Rohde: 'De leiding van Dutchbat was pro-Servisch', schrijft hij. (NRC Handelsblad, 17 augustus). In ieder geval was er een duidelijke stroming die het eens was met de sterkste partij. Een overdaad aan nederig respect. Het komt meer voor.

Terwijl in Nederland aldus de verhoudingen werden genuanceerd, viel Srebrenica en keerde Dutchbat terug in de veilige wereld. Geen wonder dat opluchting en vreugde nationaal waren. De kroonprins, de minister-president en de Kamercommissie van Defensie gingen naar Zagreb om de soldaten te verwelkomen. Toen is er iets gebeurd wat ons Nederlanders wel meer overkomt. Vreugde en blijdschap over de betrekkelijk goede afloop ontwikkelden zich tot een opgetogenheid grenzend aan een overwinningsroes. De leden van Dutchbat kregen zonder aanzien des persoons de allure van helden. Een overdaad aan geestdrift.

Daarna is de twijfel gekomen, het gehannes met de filmrolletjes, verklaringen die niet in de debriefing waren opgenomen, een 'managementrapport' en televisiegesprekken met vier leden van Dutchbat die niets heldhaftigs te melden hadden. Autoriteiten die drie jaar geleden hun vreugde niet op konden, zijn nu geschokt. De nieuwe minister van Defensie wil een eigen onderzoek en vraagt daarvoor in eerste instantie de verkeerde deskundige. De Kamer wil een eigen onderzoek. Het RIOD dat al twee jaar met een eigen onderzoek bezig is, voelt zich, zoals de directeur, prof.dr. J.H.C. Blom, in de Volkskrant zegt, door 'de politiek lelijk in de wielen gereden.'

Het lijkt me geen wonder dat hij dit vindt. 'Srebrenica' - het drama, de verwarring, de verantwoordelijkheden, de schuld van de een en de moed van de ander - is een hoofdstuk in de vaderlandse geschiedenis. Het verdient zo onbarmhartig mogelijk te worden opgeschreven. Het is ook een hoofdstuk in het leven van zeker drie generaties die men niet tot geduld kan manen als er 'nieuwe feiten boven water komen' of oude feiten in nieuw verband worden geplaatst. Dan wordt de wetenschap door het nieuws en de politiek ingehaald.

Vorige week heb ik een vergelijking gemaakt met de Nederlandse oorlog in Indonesie die we nog graag 'de Indonesische kwestie' noemen. Twintig jaar na de soevereiniteitsoverdracht is voor het eerst officieel onderzoek gedaan naar Nederlandse 'excessen'. Ook toen had het nieuws de wetenschap ingehaald. Het was alsof de Nederlandse aanwezigheid daar kon worden teruggebracht tot de 'excessen'; alsof er geen veel groter, historisch complex was waarbinnen ook oorlogsmisdaden waren begaan: het complex dat de laatste fase van onze koloniale geschiedenis is. Dit verhinderde de publieke opinie niet zich op de onthullingen van 1969 te concentreren. Terecht of ten onrechte, maar zo werkt de publieke opinie. Nader onderzoek heeft de geschiedschrijving niet overbodig gemaakt maar geholpen. Later is meer duidelijk geworden over wat de beleidsmakers destijds heeft bewogen, en wat ze er nog weer later zelf van dachten. Om een voorbeeld te noemen: in de biografie van Lambert Giebels over Beel lezen we hoe hij aan zijn sterfbed de schimmen der gesneuvelden zag verschijnen.

Zoals toen zijn er ook nu graden en soorten van verantwoordelijkheid. De politieke beleidsmakers dragen de hoogste verantwoordelijkheid voor de strijdkrachten, wat pas goed duidelijk wordt als legereenheden in een oorlogssituatie worden gebracht. Daarna dragen de commandanten ter plaatste de verantwoordelijkheid voor het moreel van de troep, het gedrag, de 'houding'. Dat ontlast de soldaat niet van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Alle soorten verantwoordelijkheid zijn met elkaar verbonden. Daden en nalatigheden van toen kunnen tenslotte niet worden losgemaakt uit het politieke beleid en de internationale context.

Het debat van de afgelopen weken draait plotseling om allerlei persoonlijk gedrag en om de vraag hoe en waarom dat buiten de publieke aandacht bleef. Waarom nu? Dat is het raadsel van de zichzelf voortzettende publiciteit. Maar wat is ertegen als daarmee meer vragen worden beantwoord? De aanzet is door NOVA gegeven. Intussen is de heer Van Kemenade op verzoek van minister De Grave met een onderzoek begonnen en gaat het openbaar ministerie zich opnieuw in de zaak verdiepen. Hierna ook nog een onderzoek van de Kamer? Die had er eerder mee moeten komen. Binnen een week heeft ze zich het initiatief laten ontnemen. Nu wordt het publiek verpletterd door onderzoeksijver. Het RIOD heeft gelijk: daar dreigt een warboel.

Als de heer Van Kemenade en de zijnen zich met mislukte foto's en verdwenen verklaringen bezighouden, en het OM onderzoekt de beschuldigingen tegen personen, dan is daarmee hun reikwijdte gegeven. Wat zij ontdekken kan politieke en mogelijk strafrechtelijke gevolgen hebben, en verder het inzicht in het geheel dienen. Maar in de finesse van het grote complex, in het internationale drama kunnen zij zich niet verdiepen. Een beperkt onderzoek waarvan de grenzen goed zijn omschreven hoeft het RIOD niet in de wielen te rijden. De rest is late overdaad aan ijver; op zichzelf weer een historisch feit.

H.J.A. Hofland

Eerder verschenen columns

Minister van oenigheid
(12 augustus 1998)
Het carrousel
(5 augustus 1998)
Starr: Historische held
(29 juli 1998)
Kip in de soep
(22 juli 1998)
Goederenvervoer
(15 juli 1998)
De goede bedoelingen
(8 juli 1998)
De polder als Titanic
(1 juli 1998)
De onbetrouwbare staat
(24 juni 1998)
Nadelen van de nuance
(17 juni 1998)
De voetbalstaat
(10 juni 1998)
Te ver doorgeschoten
(3 juni 1998)
Oorlog tegen de kinderen
(27 mei 1998)
Late Ludditen
(20 mei 1998)
Een duivels toeval
(13 mei 1998)
De volgende oppositie
(6 mei 1998)
Gelegenheidsfascisme
(29 april 1998)
Garanties van paars
(22 april 1998)
Mannetjes en programma's
(15 april 1998)
De zeden en de tijden
(8 april 1998)
Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)