C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


12 augustus 1998

Minister van oenigheid


Drie jaar geleden werd de strijd om Srebrenica beslecht. De Bosnische Serviers begonnen met hun 'etnische zuivering', waarbij tussen de 4.000 en 7.000 mannen zijn verdwenen.

Nederlandse militairen van Dutchbat, de eenheid die de enclave onder haar hoede had, zijn erbij geweest toen deze deportaties naar het graf begonnen. Een verschrikkelijke ervaring, maar ook een nationaal probleem. Er moest antwoord worden gegeven op twee vragen. Hoe, onder welke en wiens verantwoordelijkheid is Dutchbat in deze situatie terechtgekomen? En toen het eenmaal zover was: wat hebben de Nederlandse commandanten en de soldaten gedaan?

Over de voorgeschiedenis is lang niet alles bekend. We herinneren ons overste Karremans en zijn uitspraak over de good guys en de bad guys en zijn glaasje slivovits met de bekwame veldheer Mladic. We weten nog hoe minister Voorhoeve al vroeg en daarna herhaaldelijk op luchtsteun heeft aangedrongen. Die werd niet gegeven. Zoals dat in een oorlog gebeurt, nam de verwarring toe naarmate de vijand vorderde. Moesten de Nederlandse soldaten zich verdedigen in een situatie die met het uur minder overzichtelijk werd, en daarbij een zekere nederlaag tegemoet gaan? Dat was niet de bedoeling. Zo werden ze de werkeloze getuige van de 'zuivering'. Deze gang van zaken heeft in ieder geval geen grootse episode in de Nederlandse krijgsgeschiedenis veroorzaakt.

Vrijwel onmiddellijk na het einde van de gevechten in Bosnie begon in Nederland de strijd om de openbaarheid. Nadat in Bosnie een paar duizend moslims waren verdwenen, kwam in Den Haag een fotorolletje in verkeerde of ondeskundige handen. Niemand kon vermoeden wat erop had gestaan. Er waren geruchten dat soldaten van Dutchbat de Bosnische Serviers hadden geholpen bij het 'selecteren' van moslims. Niets kon worden bevestigd, en bij gebrek daaraan bleef iedereen 'boven alle twijfel verheven'. Maar het 'onbehagen' bleef.

'Onbehagen' is het woord dat wordt gebruikt als het gaat om kwesties waaraan de direct betrokkenen liever niet denken, hoewel het goede fatsoen verbiedt dat ze dit al te duidelijk laten merken. Dit onbehagen bleek zo hardnekkig dat het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie in 1996 opdracht kreeg, een onderzoek in te stellen 'naar de gebeurtenissen voor, tijdens en na de val van Srebrenica'. Dat was een goed besluit. Op die manier zouden de daden en het nalaten van actie geplaatst kunnen worden in het verband dat ze verdienen. Wie daarna behoefte heeft aan het uitspreken van een oordeel, kan dat doen op grond van alle feiten. Het onderzoek is in volle gang. Het zou niet in overeenstemming zijn met de opdracht als intussen resultaten werden prijsgegeven. Zolang de werkelijkheid van toen niet tot de laatst bereikbare details is gereconstrueerd, is ieder oordeel over het geheel van de politieke en militaire situatie voorbarig.

Toen kwam het fotorolletje weer aan de orde. Er zouden voor Nederlandse militairen belastende situaties op staan. Daar gaat het dus om persoonlijk gedrag. De minister had verzekerd dat 'door een oenige fout, de knulligheid ten top' de foto's bij het ontwikkelen verloren waren gegaan. Had ze naar het fotozaakje om de hoek gebracht, denkt iedereen die weleens een vakantiekiekje maakt. Er waren ook andere foto's, maar die waren 'te wazig' per ongeluk zo afgedrukt of expres bewerkt. Nog meer toevalligheden die zo goed bij elkaar pasten dat je het al bijna niet meer kon geloven.

Het ligt voor de hand dat in zo'n geval de fotograaf wordt gevraagd wat hem er toen toe heeft gebracht, zijn toestel te pakken om de taferelen die hij zag voor later vast te leggen. Meer dan een jaar geleden hebben de bevelhebber van de landstrijdkrachten en de directeur voorlichting van Defensie een gesprek gehad met de fotograaf, de toenmalige luitenant, nu kapitein R. Rutten. Als mensen die zo hoog in de hierarchie staan een gesprek met een luitenant/fotograaf hebben nadat voordien allerlei dingen zijn verteld die sterk op smoesjes lijken, ga je er nog minder van geloven dan je toch al geneigd was te doen.

Er is een 'debriefingsrapport'. Daaruit zouden bepaalde verklaringen zijn weggelaten, namelijk die ,,waaruit zou blijken dat ook Nederlandse militairen de troepen van generaal Mladic behulpzaam zouden zijn geweest bij het 'selecteren', dat wil zeggen het afzonderen en transporteren van moslim-mannen die even later bij duizenden waren afgeslacht'' (ik citeer deze krant van 10 augustus). Nadat het rapport van de 'debriefing' was geschreven, kreeg het RIOD zijn opdracht.

Weer gaat er een jaar voorbij. Het CDA-Kamerlid Hans Hillen stelt vragen aan minister Voorhoeve: waarom zijn sommige verklaringen weggelaten? De minister laat weten dat dit is gebeurd ,,omdat de verklaring van Rutten destijds zodanig afweek van andere getuigenissen dat zij daarmee niet in één lijn te brengen viel en daarom slechts aan het Joegoslavie Tribunaal beschikbaar was gesteld''.

Zelden zal een minister krommer redenering ten beste hebben gegeven. Want ten eerste: als één verklaring sterk afwijkt van de andere, en die verklaring zou bovendien gestaafd kunnen worden met fotografisch bewijs, als tenminste de fotootjes niet 'oenig behandeld' of 'te wazig' waren, zou je dan juist niet deze ene verklaring extra hoog moeten waarderen? En als deze afwijkende verklaring niet 'in het rapport' past, waarom dan het Joegoslavie Tribunaal ermee verblijd?

Dan verschijnt in Nova de heer T. Heerts, voorzitter van de Marechausseevereniging. Hij vertelt dat behalve een fotorolletje uit Srebrenica nog een dagboek uit Angola 'abusievelijk is vernietigd'. De marechaussee heeft in 1995 het ministerie van Defensie 'met klem' verzocht, een strafrechtelijk onderzoek te doen instellen naar mogelijke oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen in Bosnie, maar daar nooit iets op gehoord. Heerts zei dat Defensie vaker de feiten probeert te verdoezelen.

En nu komt de marechausseecommandant P. Rutten met de onthulling dat drie jaar geleden vijf soldaten van Dutchbat het 'selecteren' in een verhoor hebben bevestigd, dat deze verklaring de minister heeft bereikt en dat die er niets mee heeft gedaan. De heer Voorhoeve ontkent.

Tot nadere berichten doet de rol van de drie heren mij denken aan die van de officier van de landmacht dr. J.G. Hueting. Hij onthulde in 1969 op de televisie een en ander over het gedrag van Nederlandse militairen in Indonesie. Het regelrechte gevolg daarvan zijn twee publicaties, Ontsporing van geweld, door J.A.A. van Doorn en J.W. Hendrix, en het officiele rapport, De Excessennota, resultaat van het onderzoek dat werd ingesteld op last van het kabinet-De Jong. De nota verscheen een half jaar na de televisie-uitzending.

Intussen is er een nieuwe minister van Defensie aangetreden. Na de Nova-uitzending pakt hij de zaak krachtig aan. Hij gelast een nieuw onderzoek, en vraagt de vroegere minister van Justitie en Defensie De Ruiter dat te leiden. Dezelfde die adviseur is geweest bij de debriefingsgesprekken die juist nader moeten worden opgehelderd. Dat is, verzekert minister De Grave, geen bezwaar voor zijn onafhankelijkheid. Het voornemen van een meerderheid in de Kamer om zelf met een parlementair onderzoek te beginnen, is daarmee achterhaald.

Dat hoopt de minister misschien. Maar hoe integer, onkreukbaar, enz. de heer De Ruiter ook mag zijn, hij is al zo betrokken bij de voorgeschiedenis vol duisterheden en 'oenigheden' dat hij de laatste is om als leider van zo'n onderzoek op te treden. Het lijkt me dat de Kamer zich haar zelfstandigheid en onafhankelijkheid niet zo gemakkelijk mag laten afnemen.

Wat nu? Dutchbat in Bosnie valt niet te vergelijken met het Nederlandse leger in Indonesie. Andere belangen, andere verantwoordelijkheden, andere tijden, vrijwel alles anders. Alleen de vrees voor de openbaarheid, het gedraai, de verdoezelingen blijven hetzelfde. Hoe verder de daden uit het zicht raken, hoe gemakkelijker de verhulling. 'Srebrenica' is intussen al drie jaar geleden. Daarom is het beter de kwestie niet weer 'oenig' te behandelen, maar zo vlug mogelijk een parlementair onderzoek te beginnen. Wat ontdekt wordt kan het RIOD dienen, daarbij inbegrepen de oenigheid. Het is allemaal vaderlandse geschiedenis.

H.J.A. Hofland

Eerder verschenen columns

Het carrousel
(5 augustus 1998)
Starr: Historische held
(29 juli 1998)
Kip in de soep
(22 juli 1998)
Goederenvervoer
(15 juli 1998)
De goede bedoelingen
(8 juli 1998)
De polder als Titanic
(1 juli 1998)
De onbetrouwbare staat
(24 juni 1998)
Nadelen van de nuance
(17 juni 1998)
De voetbalstaat
(10 juni 1998)
Te ver doorgeschoten
(3 juni 1998)
Oorlog tegen de kinderen
(27 mei 1998)
Late Ludditen
(20 mei 1998)
Een duivels toeval
(13 mei 1998)
De volgende oppositie
(6 mei 1998)
Gelegenheidsfascisme
(29 april 1998)
Garanties van paars
(22 april 1998)
Mannetjes en programma's
(15 april 1998)
De zeden en de tijden
(8 april 1998)
Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)