C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


17 juni 1998

Nadelen van de nuance


Wat is er toch van het Russell-tribunaal geworden? Gezaghebbende mensen uit de 'internationale gemeenschap', hadden op initiatief van Bertrand Russell en Jean-Paul Sartre een rechtbank gevormd die zich bezig hield met groot internationaal onrecht.

Het tribunaal riep getuigen op, en na hoor en wederhoor deed het uitspraak. Het eerste proces is in 1967 gehouden, over het Amerikaanse optreden in Vietnam. In 1978 heeft het tribunaal zich beziggehouden met de Berufsverbote in de Bondsrepubliek. Dat waren de meest geruchtmakende zaken. Vervolgens is het Russell-tribunaal overgegaan in het Volkeren-tribunaal. De laatste keer dat het van zich deed horen was in 1994 toen het in Madrid een proces voerde tegen de Wereldbank en het IMF die ervan werden verdacht, de mensenrechten in de ontwikkelingslanden te schenden.

In de activiteiten van de tribunalen zijn rechtsgevoel en de bevordering van een politiek belang door publiciteit niet uit elkaar te halen. Het Vietnam-tribunaal heeft zich uitgesproken over oorlogsmisdaden die lang na de oorlog door Amerikaanse rechtbanken nog eens als misdaden zijn behandeld (My Lai), maar tijdens de oorlog was het ook een propagandawapen in de Koude Oorlog. Welk belang kwam het eerst? Het debat daarover is zonder een duidelijk einde afgestorven. Het hoort tot de klassieke twisten van de Koude Oorlog, politiek tegenover recht, de vraag met welke politiek het recht tenslotte het meest is gediend en welke offers en inbreuken daartoe dan op het recht mogen worden gemaakt.

Zou het niet voor de hand liggen dat een tribunaal van dit soort zich had uitgesproken over de oorlog in Joegoslavië en dat het zich nu zou richten op de etnische zuiveringen in Kosovo? Op het eerste gezicht misschien wel. Maar rechtsactivisten als Russell en Sartre (en degenen die als hun opvolgers in aanmerking zouden komen) zijn met de Koude Oorlog verdwenen. En sinds 1994 is er een officieel tribunaal in Den Haag dat zich uitspreekt over oorlogsmisdaden en de veroordeelden werkelijk kan laten opsluiten. Toen het aantrad was de oorlog nog niet afgelopen, er was nog geen massamoord in Srebrenica begaan en de realisten onder de waarnemers - de grote meerderheid - schudden sceptisch het hoofd. Louter de aanwezigheid van dit tribunaal zou tot gevolg hebben dat de oorlog werd verlengd. Met al hun goede bedoelingen liepen de rechters de politici maar voor de voeten. De eerste aanklager, Richard Goldstone, heeft toen geantwoord dat hij met zulke overwegingen niets te maken had. Recht is recht, en wie wordt veroordeeld mag zijn straf niet ontlopen.

Ik herinner me de opluchting die ik voelde toen ik dit las. De 'internationale gemeenschap' verdiepte zich in overwegingen van politieke doelmatigheid en liet zich intussen imponeren door de schurken Mladic en Karadzic. Het enige resultaat daarvan is dat het tribunaal in Den Haag veel meer werk heeft gekregen. Karadzic is intussen een man zonder macht die zich schuil houdt en Mladic woont in Belgrado onder bescherming van de grootste schurk die nog steeds de gelegenheid krijgt, grootschalig onheil aan te richten. Toen hij daarmee begon, heeft de 'internationale gemeenschap' opnieuw geantwoord met overwegingen van doelmatigheid, deze keer aangevuld met juridische argumenten: beduchtheid dat ingrijpen in wat per slot van rekening een binnenlandse kwestie van Joegoslavië is, een ongewenst precedent zou scheppen. Het vermoorden van 200 Kosovaren, het verjagen van een stuk of tienduizend en het verwoesten van hun huizen mag ook ongewenst zijn, maar het schept in ieder geval geen precedent.

Dat de voorgeschiedenis van Kosovo veel weg heeft van hetgeen aan de Bosnische oorlog vooraf is gegaan, is velen opgevallen. Ook de langzaam groeiende druk op Milosevic, en de 'tegenmelodie' van twijfel en de angstigheid der realisten die deze escalatie begeleidt, doet sterk aan een paar jaar geleden denken. De Russen, als 'traditionele bondgenoten' van de Serviërs, proberen hun buitenlandse politiek weer enig gezicht te geven en daarmee het binnenlands aanzien van de regering. Het laatste resultaat daarvan, de 'geslaagde bemiddeling' van president Jeltsin, geeft Milosevic de gelegenheid, de oude truc opnieuw toe te passen: het tegendeel te doen van wat hij heeft toegezegd, dat wil zeggen op dezelfde voet verder te gaan: moorden en platbranden. Het verschil tussen de publieke opinie van drie jaar geleden en nu is dat Kosovo aanmerkelijk minder verontwaardiging wekt. Het zou wat gemakkelijk zijn, dit alleen aan het voetbal en Monica Lewinsky toe te schrijven. Buitenlandse politiek die geen opperste sensatie op de televisie veroorzaakt, was al langzamerhand tot een rudiment in het nieuws geworden, voor de wereldkampioenschappen. Niemand zal nog energie aan de oprichting van een soort volkerentribunaal besteden en het risico lopen voor zonderling te worden aangezien.

Het is, in deze sfeer van genuanceerdheid, opnieuw een opluchting, te ontdekken dat er mensen van gezag zijn die, zorgvuldig beargumenteerd, er toch in slagen de rechte lijn te bewaren: de Amerikaanse columnisten William Pfaff en Jim Hoagland. Laatstgenoemde heeft zijn hoop gevestigd op Tony Blair, nu Clinton door Milosevic 'als een verbruikte politieke grootheid wordt beschouwd, waar hij gelijk in heeft.' En Pfaff betoogt (in de International Herald Tribune van 11 juni) dat het niet noodzakelijk voor het Westen is, zich overwegend bezig te houden met de soevereiniteit van Joegoslavië. Er zijn genoeg precedenten voor de erkenning van een regering in ballingschap. 'Etnische schoonmaak' dient te worden omschreven en erkend als een misdaad tegen de menselijkheid, en het is tijd om Milosevic als oorlogsmisdadiger in staat van beschuldiging te stellen. De openbare aanklager in Den Haag is al geruime tijd bezig met het verzamelen van bewijsmateriaal. De tijd is gekomen om dat tegen hem te gebruiken, en hem bij verstek te berechten.

Uitstekende denkbeelden. Ze doen wat denken aan de methode van de tribunalen van weleer. Het wezenlijke verschil is, dat het Haagse tribunaal er niet van kan worden verdacht politieke belangen te hebben. Pfaff en enkele anderen hebben ten tijde van de Bosnische oorlog even rigoreus geschreven. Als het Westen toen bijtijds had gehandeld, was er geen Srebrenica geweest.

H.J.A. Hofland

Eerder verschenen columns

De voetbalstaat
(10 juni 1998)
Te ver doorgeschoten
(3 juni 1998)
Oorlog tegen de kinderen
(27 mei 1998)
Late Ludditen
(20 mei 1998)
Een duivels toeval
(13 mei 1998)
De volgende oppositie
(6 mei 1998)
Gelegenheidsfascisme
(29 april 1998)
Garanties van paars
(22 april 1998)
Mannetjes en programma's
(15 april 1998)
De zeden en de tijden
(8 april 1998)
Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)