C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
Oorlog tegen de kinderen
Het eerste was bij uitvoering beter geweest voor de preventie, al had het een eigenaardig effect op het stadsbeeld gehad: meer agenten dan kinderen op straat. Het christen-democratisch plan roept iemand voor de geest die, ten einde raad, in wanhoop naar de knoet grijpt. Maar er is een andere oplossing. Heeft een 10-jarige een misdaad begaan die hem voor de rechter zou brengen als hij een paar jaar ouder was geweest, dan moeten de ouders worden aangepakt, zei Frits Bolkestein, en velen waren het met hem eens. De vraag blijft: hoe? Welke straf zou de maatschappij de vader en moeder van een 10-jarige moordenaar in het vooruitzicht moeten stellen? Voor een paar jaar de cel in? Daarvan zal het kind niet opknappen, al is het dan intussen in een inrichting opgeborgen. Hoge boetes? Die vallen misschien niet te betalen. En wat zijn de maatstaven; wat de verzachtende omstandigheden? Er moet dan iets correctiefs en onaangenaams voor de ouders worden bedacht dat het toch al aangetaste gezin niet verder uit elkaar doet vallen. Het klinkt veel redelijker: straf te verlangen voor de ouders van een misdadig kind. Maar voor het zover kan komen moet er nog een hoofdstuk in de cultuurkritiek worden bijgeschreven. Daarna komen de problemen van de uitvoering. Blairs avondklok, De Hoop Scheffers berechting voor '12-minners' en Bolkesteins straf voor de ouders hebben iets gemeen: het zijn denkbeelden die voortkomen uit een naderende wanhoopsstemming. Vorige week donderdag heeft in de Amerikaanse staat Oregon een 15-jarige scholier in een cafetaria het vuur geopend op zijn medeleerlingen: twee doden en 22 gewonden. Een foto in de krant toont een lichtgewonde, een verbijsterd kijkende overvoede jongen die door een overvoede verpleger naar de ambulance wordt geleid. Het is de verhelderende illustratie bij het artikel waarin deskundigen uitleggen dat de overvloed aan vuurwapens in combinatie met de overvloed aan geweld op de televisie zulke schietpartijen 'waarschijnlijker' maakt. Het gezin stond in de buurt keurig bekend. De dader zelf ziet eruit als een keurig kereltje. De dag voor de ramp was hij van school gestuurd omdat hij een pistool in zijn zak had. Zich miskend voelend heeft hij daarop de hele school gestraft. Er is daar aan niets gebrek behalve aan het inzicht van het kind in de gevolgen van zijn eigen daad, en aan voldoende geweten bij de 15-jarige. Nederland is Oregon niet. Wij hebben geen National Rifle Association die denkt dat het nog 1880 is. Onze vuurwapenwetten horen tot de strengste ter wereld. Hier worden hoogstens in cafés persoonlijke ruzies met vuurwapens beslecht. Een gangster wordt door zijn bende geliquideerd, een boze automobilist mitrailleert 's nachts een camera van de snelheidscontrole. In twee steden zijn intussen gedenkplaten aangebracht op de plaats waar jongeren in 'zinloos geweld' zijn vermoord. Bij sommige voetbalwedstrijden is een politiemacht ter plaatse die aan de bezetting doet denken. In de tram mag je geen mes bij je hebben. Bij de ingang van de disco staat een metaaldetector. Maar op school wordt niet geschoten. Leerkrachten kunnen worden geïntimideerd, afgetuigd, raken overspannen, er wordt een school gesloten, maar tot schieten is het niet gekomen. Bij ons is nu de discussie over de normen en waarden weer opgelaaid; in het bijzonder hoe die door de '24-uurs economie' en de onbarmhartigheid van de vrije markt zouden worden aangetast. Al die debatten hebben hun conjunctuur. Als op een 'stapavond' een jongere wordt mishandeld, of voor of na een voetbalwedstrijd supporters elkaar aftuigen, verschuift de discussie weer naar 'meer blauw op straat'. Zijn het de werkloze jongeren die het dan hebben gedaan, uit ondraaglijke verveling, omdat ze gebrek aan 'hangplaatsen' en buurthuizen hebben? Of is het de stress van de 24-uurs economie? Of is het dit allemaal bij elkaar? De jeugd is opstandig. Die waarheid als een koe blijkt toch altijd weer een argument in de cultuurkritiek te zijn. Het gaat niet om de opstandigheid, maar hoe de jeugd daar lucht aan geeft en hoe de gevestigde maatschappij het verzet tegemoet treedt. De Westerse maatschappij van deze tijd beloont in de theorie van haar amusement, in een deel van de kunst en de literatuur, verzet in de vorm van naakte agressie met prestige. Je hoeft er niet eens de televisie bij te halen om daarvoor voldoende bewijzen te vinden. Door een zondvloed van agressief amusement en andere tijdpassering die voor nobeler doorgaat, wordt de opstandigheid van de jeugd, met of zonder revolver, tot een miljoenenaffaire. Misschien voor het eerst is de opstandigheid exploitabel gemaakt; en zeker op zo'n schaal. Als het dan aankomt op de praktijk van de reactie tegen deze vorm van opstand waaraan de maatschappij medeplichtig is, weifelt ze. De denkers schermen met het 'onbehagen' dat zou worden veroorzaakt door de koortsachtigheid die de sfeer van de vrije markt kenmerkt. 'Straf de ouders, als hun kind een misdaad heeft begaan!' Als die aanbeveling letterlijk zou worden opgevolgd, als uitlokking tot misdaad erbij zou worden inbegrepen, zou het cellentekort voor ouders niet meer te bestrijden zijn. Na de nazitijd zijn niet meer zoveel kinderen zo grondig ervan overtuigd dat agressie de oplossing voor de grote vraagstukken is. Toen gebeurde het uit politieke overwegingen, nu met een mengsel van nonchalance en commercie. Natuurlijk zal dat niet zo lang meer duren. Er komt een backlash van de gevestigde maatschappij. Onwelwillend bezien zou je het een oorlog van de ouderen tegen hun nageslacht kunnen noemen. De vraag, te zijner tijd, is hoe de ouderen zich zullen verdedigen en rechtvaardigen; welke schijnheiligheid ze zich zullen veroorloven. Een goed voorbeeld zal het niet zijn.
H.J.A. Hofland
Late Ludditen |
Bovenkant pagina |