C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
Gelegenheidsfascisme
Als er nog eens een fascisme als georganiseerde massabeweging komt, dan zal het er anders uitzien dan het fascisme dat in de Tweede Wereldoorlog is verslagen. Dat verzekeren deskundigen uit verscheidene wetenschappen, telkens als ergens een rechts-radicale partij een onverwachts groot aantal stemmen heeft gekregen. Het ligt voor de hand. Het Duitsland van de jaren dertig voldeed aan alle bekende voorwaarden om zo'n stroming groot te maken: na de verloren oorlog het dictaat van Versailles, de wankele Weimar Republiek, een zwakke democratische traditie, en toen de grote crisis. Onder die omstandigheden verscheen er een leider met een partij die het gedemoraliseerde volk plotseling alles beloofde waar het naar snakte: werk, een gevoel van saamhorigheid en een nieuw nationaal prestige, en daarbij de zondebokken leverde: de joden en het kapitalisme. Hoe het kwam dat die onderneming zoveel succes heeft gehad, kan men nalezen in Sebastian Haffners prachtige essay Kanttekeningen bij Hitler. Overal waar het fascisme in de jaren dertig van enige betekenis is geweest, werd enigermate aan dezelfde voorwaarden voldaan. Het nationaal-socialisme, dat wordt weleens vergeten of ontkend, was bovendien een beweging waarin een deel van de bedreigde middenklassen verenigd was met een deel van het proletariaat. Ook daaraan had het zijn macht te danken. Waar nu een rechts-radicalisme de kop opsteekt, zijn er altijd wel een paar van de 'historische voorwaarden' aanwezig. In de Duitse deelstaten die vroeger de DDR vormden: de zwakke democratische traditie, de werkloosheid, ten dele het gevolg van de industriële achterlijkheid die de nog altijd niet voldoende gecompenseerde erfenis van het communisme is, de 'buitenlanders' als oorzaak van alle kwaad en een professionele opruier in de gedaante van een grote uitgever. En daarbij de nationale regering van Kohl, die steeds meer tekenen vertoont dat ze verbruikt is. Maar er ontbreekt een onmisbare factor: de overtuigende belofte van de rechts-radicale leiding dat ze het monopolie van de betere toekomst heeft. Politiek gesproken blijft het een samengeraapt zootje dat door de gevestigde partijen ook als zodanig wordt behandeld. In dit opzicht is het Front National van Le Pen en zijn tweede man Bruno Mégret gevaarlijker, omdat het er al in was geslaagd coalities met fatsoenlijk rechts te vormen. Onverbloemd fascistische rauwdouwers bereiken voornamelijk het geestelijk lompenproletariaat. Politici die dezelfde denkbeelden in beschaafder klinkende bewoordingen propageren en zodoende niet direct aan de nationaal-socialistische misdadigheid doen herinneren, blijken een veel groter publiek te hebben. En ook in Frankrijk zijn de voorwaarden voor enige vorm van een nieuw fascisme aanwezig: de werkloosheid, de onder zijn lasten krakende verzorgingsstaat en de buitenlandse zondebokken. België begint iets Weimar-achtigs te krijgen, hoewel op z'n uniek Belgisch (waarmee ik in het algemeen niets depreciërends bedoel). De staat valt uit elkaar. Er kan voor een Belg voldoende overblijven om trots op te zijn, maar niet in zijn hoedanigheid van staatsburger. Waar de staat zijn geloofwaardigheid verliest, vormen zich onherroepelijk radicale clubs die 'het gezag zullen herstellen'. In het repertoire van zo'n partij kan dan de bestrijding van werkloosheid in combinatie met een xenofoob toelatingsbeleid niet ontbreken. Alleen al daarom is het goed dat het kabinet-Dehaene nu blijft zitten en dat er dus geen verkiezingen worden uitgeschreven. Er is een potentieel voor onheil, maar het slaagt er niet in zichzelf zichtbaar te maken. Daardoor is de weg naar vergroting van de macht nog niet versperd, maar wel veel moeilijker begaanbaar. De Duitsers en de Fransen hebben nog een economisch dilemma: snijden in de lasten van de verzorgingsstaat? Het bevorderen van een toestand waarin, wat we samenvattend noemen, de vrije markt de verhoudingen gaat reguleren, vergt een fase van pijnlijke aanpassing: de sluiting van marginale bedrijven, verlaging van bepaalde uitkeringen, enz. Zo'n aanpassing bevordert het radicalisme van links en rechts. Of moet ten behoeve van de vergaande bescherming de verzorgingsstaat in stand worden gehouden, de vrije markt afgeweerd, met het gevaar dat de werkloosheid niet werkelijk wordt bestreden? Dat kweekt, zoals bewezen is, ook radicalisme. Jospin doet een poging die geïnspireerd was door Tony Blair; althans dat zeiden zijn imago-bouwers, geïnspireerd door de populariteit van de Britse premier. Maar de Fransman begint in zijn goede bedoelingen vast te lopen. In Duitsland zijn, met de algemene verkiezingen in het vooruitzicht, de waarheden van de vrije markt onverkoopbaar. Drie Europese landen waar de voorwaarden voor een soort fascisme gunstig zijn. Maar welk soort? Nergens is dit fascisme een beweging met massa's die per dag mobilisabel zijn en met vechtclubs die 'de straat vrijmaken' en een leider die altijd op een gehoor van duizenden fanatici kan rekenen. Het fascisme van nu is tot dusver het slordig gelegenheidsfascisme van een minderheid die in het gedrang is gekomen. Het beleeft een kleine triomf in een verkiezing. Daarna blijkt de partijleiding vaak vatbaar voor interne ruzies. De partij rommelt wat aan tot de volgende verkiezingen. Het fascisme van nu is steeds een bijverschijnsel van een moeilijke aanpassing. Het zou pas gevaarlijk kunnen worden als de aanpassing over een langere periode stagneert en als het daarin een vorm zou krijgen die op het ogenblik niemand zich kan voorstellen. We weten waaruit het ontstaat maar niet hoe het een volgende keer ons zou kunnen verrassen. Toch is dat al wetenschap genoeg om de verrassing te voorkomen.
H.J.A. Hofland
Garanties van paars |
Bovenkant pagina |