C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN


8 april 1998

De zeden en de tijden


Interessante vragen die nog niet beantwoord zijn. Zoals Jan Blokker zich dinsdag in de Volkskrant al afvroeg: hoe is de brief van Hans van Baalen, of de aan hem toegeschreven brief, aan partijleider Glimmerveen bij de redactie van Netwerk terecht gekomen?

En in het vervolg daarop: heeft (als de brief echt is) Glimmerveen gedacht dat de tijd was gekomen om de propagandachef van de VVD dwars te zitten? Zoja, waardoor bewogen? Of heeft een postbode twintig jaar geleden het document gestolen, verwachtend dat het nog weleens te pas zou komen? Of werd alle correspondentie van Glimmerveen onderschept? Glimmerveen zei vanmorgen desgevraagd dat hij de brief zich wel kon herinneren. ,,In een PS vroeg hij om affiches. Maar ja, ik kreeg zoveel brieven in die tijd.''

Een verslaggever beschermt zijn bronnen, tegen bijna iedere prijs. Het is dus vruchteloos, Netwerk naar de herkomst van de brief te vragen. We hebben geen absolute zekerheid dat het document authentiek is. We kunnen alleen redeneren uit het ongerijmde: als Netwerk niet de volstrekte overtuiging van de echtheid zou hebben gehad, zou het de loopbaan van Van Baalen niet hebben vernietigd. Want dat dit zou gebeuren, stond vast. Iemand die als 16-jarige schriftelijk sympathie heeft betuigd met extreem rechts, zal ongeacht wat hij daarna heeft gedaan, het in de politiek tot niets meer brengen, zelfs als het bewijs twintig jaar later op tafel komt. Niet alleen de inhoud van de brief is nieuws; ook de herkomst. Tientallen jaren geleden hoorde op de Amsterdamse studentensociëteit NIA het 'Dachautje spelen' tot het ontgroeningsritueel. Toen daarover berichten in de kranten verschenen, was het er snel mee afgelopen. Nooit is bekend geworden of tot de spelleiders studenten hoorden die het in de politiek nog ver hebben geschopt.

Nog langer geleden, in 1956, werd bekend dat de burgemeester van Den Haag, F.M.A. Schokking, in de oorlog als burgemeester van Hazerswoude had meegewerkt aan het wegvoeren van het joodse gezin Pino (dat het verblijf in het concentratiekamp niet heeft overleefd). De journalisten J.J. de Ru en Sj. van der Schaaf, die dit onthulden, oogstten daarmee toen nog in brede kring verontwaardiging. Rechtsgeleerden, onder wie C.H.F. Polak en B.V.A. Röling, protesteerden in een open brief tegen deze methode, 'om uit het geheel losgemaakte geheime stukken te publiceren waardoor niet anders dan een onvolledige en onjuiste indruk kon worden gewekt.' Tegen De Ru en Van der Schaaf werd bij de Raad voor de journalistiek een klacht ingediend, die overigens voor de klagende partij een averechts resultaat heeft gehad.

In 1978 veroorzaakte de zaak Willem Aantjes nationale opschudding. Prof. Loe de Jong had een onderzoek gedaan en beschuldigde Aantjes er onder andere van bewaker in een Duits strafkamp te zijn geweest. De lezing die Aantjes zelf van zijn oorlogsverleden gaf, week er in zijn voordeel sterk van af. Zwaar telde dat hij ook de daden volgens zijn eigen versie had verzwegen. De leider van de A.R. was al daarmee in de politiek een verloren man.

Al deze kwesties, hoezeer ook in ernst uiteenlopend, van jeugdzonde lang na de oorlog tot regelrechte dienstbaarheid aan de vijand, hebben een gemeenschappelijke noemer. De oorlog leeft voort, we raken hem niet kwijt. En omdat de oorlog blijft, niet als afgesloten geschiedenis maar als historische ervaring met toetsingskracht, heeft hij tot op de dag van vandaag actuele betekenis. Dat Nederland niet het enige land is waar dit het geval is, zien we - hoewel onder andere omstandigheden, in een ander formaat - aan het proces Papon. De oorlog is deel van de moraal: een oorsprong van goed en fout, niet alleen de vijf jaar die hij heeft geduurd, maar ook in zijn voortzetting. En omdat daaraan weer een morele maatstaf wordt ontleend, wordt de oorlog op een eigenaardige manier exploitabel, niet ongelijk aan de manier waarop de seksuele moraal in Amerika wordt wordt gebruikt voor belangen die met de oorspronkelijke zuiverheid niets te maken hebben, maar des te meer met de persoonlijke belangen van de zuiveraars. Aan de geestdrift van de zuiveraars kun je zien hoe het er met hun belang voorstaat.

Wat hij dan ook wel of niet op zijn kerfstok mag hebben, Hans van Baalen is met grote geestdrift gezuiverd. Voor een aankomend politicoloog zou het de moeite waard zijn, een onderzoek te doen naar het aanklagend proza dat aan hem is gewijd; de bewijzen te wegen en de conclusies. Het zal geen politieke invloed hebben, maar het kan wetenschappelijk interessant zijn. Daarop vooruitlopend: één ding staat vast. Deze politicus, of nu ex-politicus, heeft het mechanisme van de publiciteit onderschat, en niet zomaar een klein beetje. Want het is volstrekt zeker dat in de sfeer en de gebruiken die nu de politiek kenmerken, en in aanmerking genomen de mores van de publiciteit in het algemeen, iemand met zo'n verleden, die zich bovendien zo onhandig gedraagt, regelrecht naar het abattoir wordt gevoerd. Er zijn geen hoogleraren meer die protesteren, en zoals Clinton is er geen andere.

De enige die zich als beroepspoliticus heeft gedragen is Frits Bolkestein. Hij, onlangs initiatiefnemer tot een andere zuivering, op grondslag van de politieke moraal in de Koude Oorlog, heeft zijn campagneleider met minimale plichtplegingen laten vallen. Had hij anders gekund? Had hij, vier weken voor de verkiezingen, zich in een casuïstiek moeten begeven, een Historikerstreit moeten uitvechten met de verloren Van Baalen als inzet? Misschien was dat nobel geweest, maar geen politiek.

H.J.A. Hofland

Eerder verschenen columns

Het nationale zielsconflict
(1 april 1998)
Grote werken
(25 maart 1998)
Consensusregenten
(18 maart 1998)
De Russische aanwezigheid
(11 maart 1998)
Murdochs eigen staat
(4 maart 1998)
Doctrine in ontwikkeling
(25 februari 1998)
Opties voor Saddam
(18 februari 1998)
De moeder van Monica Lewinsky
(11 februari 1998)
Ein letztes Aufgebot
(4 februari 1998)
500 Jaar voor Christus
(28 januari 1998)
Ademloos keek de wereld toe
(21 januari 1998)
Politiek als heimwee
(14 januari 1998)
Probleem van de stappende jeugd
(7 januari 1998)
Buurten waken zelf over de openbare orde
(31 december 1997)
Drijfjacht of debat
(24 december 1997)
De wet van extreem en gematigd
(17 december 1997)
De Saddam van Den Haag
(03 december 1997)
De orde van toen en nu
(26 november 1997)
De zwakstroomsamenleving
(19 november 1997)
De macht van de kamerdienaa
(12 november 1997)
Staats- en zakenlieden
(5 november 1997)
De wichelroede
(29 oktober 1997)
Paradijs der reuzen (2)
(22 oktober 1997)
Paradijs der reuzen
(15 oktober 1997)
Schiphol als coffeeshop
(8 oktober 1997)
Het besluitvormingsproces
(1 oktober 1997)
Som der subculturen
(24 september 1997)
Het Bosnisch model
(17 september 1997)
De wereld van twee dorpen
(10 september 1997)
Geschiedenis van de indiscretie
(3 september 1997)
Hoe lang is de sterke arm
(27 augustus 1997)
Karadzic in Den Haag
(20 augustus 1997)
Avontuur van een olifant
(13 augustus 1997)
Een nonchalante staat?
(6 augustus 1997)
Gümüs en de optiebeurs
(30 juli 1997)
Rendabel kwaad
(23 juli 1997)
Tussen vrede stichten en bezetten
(16 juli 1997)
NAVO, vorm en inhoud
(9 juli 1997)
Sluimerend antiamerikanisme
(2 juli 1997)
De directeurendriehoek
(25 juni 1997)
Grenzen aan de top
(18 juni 1997)
Het wonder van Amsterdam
(11 juni 1997)
Hype en historie
(4 juni 1997)
Het kale grijze tuig
(28 mei 1997)
Van vijand tot partner
(21 mei 1997)
Denkers van de groei
(14 mei 1997)
Geluidsgolven
(7 mei 1997)


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)