C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
De zeden en de tijden
En in het vervolg daarop: heeft (als de brief echt is) Glimmerveen gedacht dat de tijd was gekomen om de propagandachef van de VVD dwars te zitten? Zoja, waardoor bewogen? Of heeft een postbode twintig jaar geleden het document gestolen, verwachtend dat het nog weleens te pas zou komen? Of werd alle correspondentie van Glimmerveen onderschept? Glimmerveen zei vanmorgen desgevraagd dat hij de brief zich wel kon herinneren. ,,In een PS vroeg hij om affiches. Maar ja, ik kreeg zoveel brieven in die tijd.'' Een verslaggever beschermt zijn bronnen, tegen bijna iedere prijs. Het is dus vruchteloos, Netwerk naar de herkomst van de brief te vragen. We hebben geen absolute zekerheid dat het document authentiek is. We kunnen alleen redeneren uit het ongerijmde: als Netwerk niet de volstrekte overtuiging van de echtheid zou hebben gehad, zou het de loopbaan van Van Baalen niet hebben vernietigd. Want dat dit zou gebeuren, stond vast. Iemand die als 16-jarige schriftelijk sympathie heeft betuigd met extreem rechts, zal ongeacht wat hij daarna heeft gedaan, het in de politiek tot niets meer brengen, zelfs als het bewijs twintig jaar later op tafel komt. Niet alleen de inhoud van de brief is nieuws; ook de herkomst. Tientallen jaren geleden hoorde op de Amsterdamse studentensociëteit NIA het 'Dachautje spelen' tot het ontgroeningsritueel. Toen daarover berichten in de kranten verschenen, was het er snel mee afgelopen. Nooit is bekend geworden of tot de spelleiders studenten hoorden die het in de politiek nog ver hebben geschopt. Nog langer geleden, in 1956, werd bekend dat de burgemeester van Den Haag, F.M.A. Schokking, in de oorlog als burgemeester van Hazerswoude had meegewerkt aan het wegvoeren van het joodse gezin Pino (dat het verblijf in het concentratiekamp niet heeft overleefd). De journalisten J.J. de Ru en Sj. van der Schaaf, die dit onthulden, oogstten daarmee toen nog in brede kring verontwaardiging. Rechtsgeleerden, onder wie C.H.F. Polak en B.V.A. Röling, protesteerden in een open brief tegen deze methode, 'om uit het geheel losgemaakte geheime stukken te publiceren waardoor niet anders dan een onvolledige en onjuiste indruk kon worden gewekt.' Tegen De Ru en Van der Schaaf werd bij de Raad voor de journalistiek een klacht ingediend, die overigens voor de klagende partij een averechts resultaat heeft gehad. In 1978 veroorzaakte de zaak Willem Aantjes nationale opschudding. Prof. Loe de Jong had een onderzoek gedaan en beschuldigde Aantjes er onder andere van bewaker in een Duits strafkamp te zijn geweest. De lezing die Aantjes zelf van zijn oorlogsverleden gaf, week er in zijn voordeel sterk van af. Zwaar telde dat hij ook de daden volgens zijn eigen versie had verzwegen. De leider van de A.R. was al daarmee in de politiek een verloren man. Al deze kwesties, hoezeer ook in ernst uiteenlopend, van jeugdzonde lang na de oorlog tot regelrechte dienstbaarheid aan de vijand, hebben een gemeenschappelijke noemer. De oorlog leeft voort, we raken hem niet kwijt. En omdat de oorlog blijft, niet als afgesloten geschiedenis maar als historische ervaring met toetsingskracht, heeft hij tot op de dag van vandaag actuele betekenis. Dat Nederland niet het enige land is waar dit het geval is, zien we - hoewel onder andere omstandigheden, in een ander formaat - aan het proces Papon. De oorlog is deel van de moraal: een oorsprong van goed en fout, niet alleen de vijf jaar die hij heeft geduurd, maar ook in zijn voortzetting. En omdat daaraan weer een morele maatstaf wordt ontleend, wordt de oorlog op een eigenaardige manier exploitabel, niet ongelijk aan de manier waarop de seksuele moraal in Amerika wordt wordt gebruikt voor belangen die met de oorspronkelijke zuiverheid niets te maken hebben, maar des te meer met de persoonlijke belangen van de zuiveraars. Aan de geestdrift van de zuiveraars kun je zien hoe het er met hun belang voorstaat. Wat hij dan ook wel of niet op zijn kerfstok mag hebben, Hans van Baalen is met grote geestdrift gezuiverd. Voor een aankomend politicoloog zou het de moeite waard zijn, een onderzoek te doen naar het aanklagend proza dat aan hem is gewijd; de bewijzen te wegen en de conclusies. Het zal geen politieke invloed hebben, maar het kan wetenschappelijk interessant zijn. Daarop vooruitlopend: één ding staat vast. Deze politicus, of nu ex-politicus, heeft het mechanisme van de publiciteit onderschat, en niet zomaar een klein beetje. Want het is volstrekt zeker dat in de sfeer en de gebruiken die nu de politiek kenmerken, en in aanmerking genomen de mores van de publiciteit in het algemeen, iemand met zo'n verleden, die zich bovendien zo onhandig gedraagt, regelrecht naar het abattoir wordt gevoerd. Er zijn geen hoogleraren meer die protesteren, en zoals Clinton is er geen andere. De enige die zich als beroepspoliticus heeft gedragen is Frits Bolkestein. Hij, onlangs initiatiefnemer tot een andere zuivering, op grondslag van de politieke moraal in de Koude Oorlog, heeft zijn campagneleider met minimale plichtplegingen laten vallen. Had hij anders gekund? Had hij, vier weken voor de verkiezingen, zich in een casuïstiek moeten begeven, een Historikerstreit moeten uitvechten met de verloren Van Baalen als inzet? Misschien was dat nobel geweest, maar geen politiek.
H.J.A. Hofland
Het nationale zielsconflict |
Bovenkant pagina |