|
|
HJA HOFLAND
|
31 januari 2001 De premies gaan stijgen
Intussen wordt - paradoxaal - in de 'risicomaatschappij' de individuele bereidheid van praktisch iedereen om zich beroepshalve in gevaar te begeven, gestaag kleiner. Bungee jumping, graag. Met 100 kilometer per uur bij mist op een gladde weg rijden, survivallen in Kosovo, pillen slikken en knokken in de kroeg, allemaal in orde. Maar soldaat worden, bij de brandweer gaan, risico's in dienstverband aanvaarden is iets anders. Klaag er niet over; het is een verschijnsel van de tijd. Het valt onder te brengen in de categorie 'individualisering' waartoe alle afkeer van georganiseerde collectieven hoort - leegloop van de kerken, de partijen, enz. De term 'individualisering' bevat geen verklaring; er wordt alleen een korte algemene beschrijving gegeven. Bij de brandweer is het een volstrekt andere kwestie. Daar verzet men zich tegen een gang van zaken waarin men eerst bij de beteugeling van een chaos door een ramp in dienstverband zijn leven waagt, en dan ruimschoots na afloop, binnen het ordelijk verband van een onderzoek ter verantwoording wordt geroepen, waarbij men andere risico's onder ogen moet zien: die van juridisering en schadeclaims. Dat zijn de risico's waartegen een brandweerman zich moet verdedigen nadat het in de 'geïndividualiseerde risicomaatschappij' mis is gelopen. Van een wat ander, maar vergelijkbaar standpunt is het vraagstuk onlangs aangeroerd door de Britse generaal Sir Charles Guthrie (The Guardian, 20 december 2000). In zijn kersttoespraak voorzag hij een toekomst waarin officieren niet meer het bevel tot de aanval zouden geven, uit vrees dat ze door hun manschappen gerechtelijk zouden worden vervolgd, als aan eigen kant doden of gewonden vielen. 'De sluipende voortgang van de juridisering (litigation) vervult me met zorg, omdat daardoor een voorzichtig soort leiders wordt gekweekt, mensen die terugschrikken voor moedige beslissingen omdat ze niet voor het gerecht willen worden gesleept als het mis loopt.' Generaal Haig, die in 1916 aan de Somme niet opzag tegen een dag van 50.000 gesneuvelden en gewonden, draait zich in zijn graf om. Het verschil tussen de bevelvoering van Haig en de vrees van Guthrie toont aan, hoe radicaal de beschaving is veranderd. 'Individualisering' (scherp te onderscheiden van 'mondigheid') en juridisering horen op het ogenblik tot de sterkste krachten van de verandering. Het blijkt ook uit het conflict over de 'veilige munitie' dat de NAVO bezighoudt. Veilige munitie - een uitdrukking die George Orwell destijds graag in zijn Newspeak had willen opnemen. Het gaat, zoals we weten, over de vraag of de munitie die in Kosovo is gebruikt, versterkt was met verarmd uranium dat stralingsgevaar voor de eigen troepen kon opleveren. Mocht dat bewezen worden, dan zal het bondgenootschap ongetwijfeld schadeclaims ontvangen. In welke mate niet de eigen strijdkrachten, maar de burgers aan de andere kant van het front van de onveilige munitie te lijden hebben gehad, is nog niet aan de orde gesteld. Ook deze kwestie heeft twee kanten. De eerste is die van de risicoloze oorlog, door de vorderingen in de wapentechniek geen sprookje meer. De Golfoorlog was op dit gebied een veelbelovende oefening. In Kosovo is gedemonstreerd hoe ver de industrie binnen acht jaar was gevorderd: geen gesneuvelden aan eigen kant. Een logische voortzetting van deze filosofie is neergelegd in het door president Bush opnieuw nagestreefde rakettenschild: vernietiging van de aanvaller door de onkwetsbaar geworden aangevallene (die, per consequentie ook gevrijwaard blijft van schadeclaims wegens ongelukken aan de eigen zijde). Voor de verliezer valt er niets te juridiseren; dat is bij zijn nederlaag inbegrepen. Voor de brandweercommandant en die van het leger, misschien zelfs voor de minister van Defensie ligt het, bij uiterste consequentie, voor de hand dat ze zich verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid. Aanvaarden we de 'risicomaatschappij' en de 'individualisering' dan moeten we de onvermijdelijke stijging van de premies leren zien als een nieuw soort belastingverhoging.
H.J.A. Hofland
|
Bovenkant pagina |
|