N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

24 januari 2001

Naar de contrarevolutie?


In november 2000 is in de Verenigde Staten een nieuw politiek systeem ontstaan, schrijft James K. Galbraith in de Texas Observer. James K., de zoon van de beroemde John K. (van The Affluent Society en A Short History of Financial Euphoria) is ook econoom, een liberal, in de Amerikaanse betekenis, 'progressief' op een manier die in Europa zeldzaam is. Van het bestaan van de Texas Observer wist ik niet; zijn artikel werd me gestuurd. Het blad heeft een website. Uit wat daarop van de inhoud te lezen staat, valt op te maken dat de nieuwe president ook in Texas niet alleen aanhangers heeft.

Corporate Democracy, noemt Galbraith dit nieuwe systeem, dat de politieke versie is van wat in de grote corporaties in het bedrijfsleven ingang heeft gevonden. De raad van bestuur benoemt de top van het management, degenen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Deze, op hun beurt, benoemen de leden van de raad van bestuur, met dien verstande dat ze de uitvoerders zijn in een procedure van coöptatie. De aandeelhouders worden van tijd tot tijd bij elkaar geroepen voor een soort referendum. Maar veel heeft dat niet te betekenen, want de meeste preferente aandelen zijn in handen van het management. Op deze manier kunnen de raad van bestuur en het uitvoerend management altijd voorkomen dat ze een nederlaag lijden.

In de nieuwe Amerikaanse corporate democratie (corporatief is iets anders), treedt het Hooggerechtshof op als de raad van bestuur. In geval van twijfel, zoals in november, hakt dit de knoop door ten gunste van de geestverwante manager, en die heeft weer de bevoegdheid nieuwe bestuursleden aan te wijzen. Blijft over de vraag, hoe we in deze constructie de preferente aandelen moeten verklaren. In deze politiek is dat een verzamelconstructie, veronderstel ik, een min of meer gecamoufleerd verlengstuk van de politieke machine. In Florida heeft die, door vertragingstactiek, intimidatie, drogredenen en uitspraken van geestverwante rechters, eerst verwarring, toen een crisis van twijfel veroorzaakt. Daaraan hebben de rechters van de raad van bestuur een eind gemaakt. En zo is George W. Bush het geworden.

In de reconstructie leest het als het verslag van een geniale samenzwering. De werkelijkheid zal anders zijn geweest. In het drama van Florida zagen de bestuurders van de Republikeinse verkiezingsmachine telkens ruimte ontstaan, die ze hebben gevuld, vóór de tegenstander besefte wat gaande was. Maar hoe het precies is gebeurd, is van minder belang dan dat het is gebeurd. De acht jaar van Bill Clinton is een lang interregnum, tussen het bewind van Reagan en Bush sr., en deze nieuwe telg.

Na de beslissing is een stroom van verbitterde kritiek losgekomen. Ja, uit het kamp van de verliezers, zal men misschien zeggen. Vanzelfsprekend, maar verliezen sluit niet uit dat men gelijk kan hebben. Een geharnast essay, None Dare to Call It Treason, geschreven door de jurist Vincent Bugliosi, is verschenen in de jongste aflevering het weekblad The Nation (gedateerd op 5 februari). Bugliosi heeft naam gemaakt als openbaar aanklager in de zaak tegen Charles Manson. Ook heeft hij een boek geschreven over O.J. Simpson die volgens hem in de gevangenis hoort. In dit essay betoogt hij dat de vijf opperrechters die Bush aan de overwinning hebben geholpen, in de cel zouden zitten als er een wet tegen het stelen van de verkiezingen was geweest. Alleen doordat het Congres nooit heeft kunnen vermoeden dat zoiets zou gebeuren, is er geen wet en lopen ze vrij rond. Maar, schrijft Bugliosi herhaaldelijk, misdadigers blijven ze.

Demonstranten in Washington en intellectuelen in blaadjes die door de massa niet worden gelezen, kan dat op den duur enig politiek effect hebben? Een zijdelings commentaar geeft R.W. Apple Jr., de Washingtonse correspondent van de New York Times. Het debat zwakt af, voorspelt hij. Men raakt eraan gewend dat president Bush uit het Oval Office het volk toespreekt, men ziet hem in en uit de Air Force One stappen. 'In het televisietijdperk dragen de beelden er meer dan al het andere toe bij, de overtuiging te wekken dat de mantel van legitimiteit en autoriteit terecht wordt gedragen.' Niet het recht is doorslaggevend, lezen we impliciet in dit realistisch commentaar, maar de rituelen van de machtswisseling en de gelegenheidsretoriek geven de publieke opinie de overtuiging dat het met deze president en zijn partij volkomen in orde is. Historici en politicologen kunnen zeggen dat we de opkomst van de corporate democracy beleven, een nieuw type waarin opperrechters zich dienstbaar maken aan de macht van hun voorkeur, en eventuele troebelen naderhand geruisloos worden beteugeld door een stortvloed van beelden. Interessant, en niet het model dat van een kampioen van het compassionate conservatism verwacht zou worden. Maar het feit is voldongen. Wat gaat hierna komen?

John Ashcroft, de minister van Justitie, heeft op de eerste werkdag van het nieuwe bewind in het herstel van fatsoen, waardigheid en moraal de toon gezet. De Amerikaanse belastingbetaler zal geen dollar meer bijdragen ter subsidiëring van instellingen voor geboortebeperking in het buitenland. In de praktijk betekent sluiting van een abortuskliniek ergens in de Derde Wereld goed nieuws voor de kwakzalvers. Met een terugkeer naar het conservatisme valt deze maatregel niet te beschrijven. Het is een contrarevolutie, meer in de geest van het katholiek fundamentalisme. Amerika verwijdert zich, bij wijze van spreken met één pennenstreek, van de beschaafde medische praktijk zoals die in de westelijke wereld geleidelijk is gegroeid. Geen wonder dat de Europese Commissie protesteert.

Vice-president Cheney, minister van Defensie Rumsfield, en van Buitenlandse Zaken, Powell, zijn veteranen. Ze weten wat de bondgenoten denken. In zijn campagne heeft Bush beloofd het rakettenschild te zullen bouwen dat Amerika onkwetsbaar maakt. De gedachte die hierachter schuilt, is niet zozeer militair en strategisch als wel mystiek- bovenmenselijk. De komende maanden zullen we merken hoe daaraan uitvoering wordt gegeven: of werkelijk van Austin, Texas, via Washington DC de herkerstening van de wereld is begonnen.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad