N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
LEO PRICK

4 oktober 2000

Het Europese minimoeras


Toen de laatste nazi's hun hoofdstad in een puinhoop zagen veranderen terwijl van alle kanten de geallieerden oprukten, hield Hitler bij zijn getrouwen de moed erin door te verzekeren dat het leger van generaal Von Wenck in aantocht was. Bij het verschijnen van die strijdmacht zouden de kansen weer keren.

Het werd in het letztes Aufgebot de voortzetting van de zelfvernietiging. In zijn De laatste dagen van Hitler noteert Hugh Trevor Roper: "Hij was de eerste niet die zich had voorgenomen, de wereld met een knal te verlaten." Milosevic is geen Hitler. Maar wel demonstreert hij in deze dagen dit raadsel van het dictatorsbrein: tussen laatste hoop en zelfvernietiging.

Daarmee houdt de vergelijking op. Zijn laatste hoop en misschien zijn overtuiging is, dat hij een langere adem heeft dan de oppositie; dat hij de achtste oktober haalt en zich dan in de tweede fase van de verkiezingen overwinnaar verklaart, wat niet moeilijk zal zijn, want Vojislav Kostunica beschouwt zich al als overwinnaar en doet dus in de tweede ronde niet mee. Nog vier dagen straatprotesten en algemene staking moeten Milosevic en zijn getrouwen uitzingen. Zwelt het protest aan, dan kan nog altijd de noodtoestand worden uitgeroepen. Dan heeft de oppositie niet veel tegen de politie in te brengen, en de politie is medeplichtig en heeft dus alles te verliezen. De routine en de ervaring van Milosevic in aanmerking genomen, is zijn laatste hoop minder absurd dan die op dit ogenblik vanuit Westers-democratisch standpunt lijkt.

De andere optie: zelfvernietiging. Tenzij de menigte zijn huis bestormt en hem op klassiek-revolutionaire manier aan een lantarenpaal hangt, kan het voor hem ook nog meevallen. Zijn tegenstander zal hem niet aan het Joegoslavië Tribunaal uitleveren. Misschien heeft men in Moskou of Peking een onderkomen voor hem, en zeker staan in het Westen een paar uitgevers klaar om zijn memoires te publiceren. Zo gaat het op de vrije markt, en afgezien daarvan, zonder historisch belang zou dat document niet zijn.

Zou hij er op acht oktober in slagen, de tweede fase van zijn stembuscoup uit te voeren, dan daagt voor het Westen de prolongatie van het Joegoslavische vraagstuk. Voortzetting van de boycot? Alle Westelijke regeringen hebben al laten weten dat ze Kostunica beschouwen als de winnaar van de verkiezingen. Verdere boycot betekent dus dat wij de helft van het Servische volk blijven straffen voor het succes waarmee de vijand de stembus heeft weten te manipuleren. Moreel, of humanitair gesproken, is dat onrechtvaardig. In politiek opzicht is het onverstandig, omdat Servië daarmee verder op de weg van de pariastaat wordt gedwongen. Het is nog onverstandiger omdat Servië geen eiland in een oceaan is, maar een belangrijke staat in de Balkan, waarvan we sinds het einde van de Koude Oorlog aannemen dat ook daar alle landen tot Europa horen.

Afgezien van de vraag wie daaraan de schuld dragen, hebben de tien jaar van het voortwoekerende Joegoslavische vraagstuk de verhoudingen tussen West- Europa en de Balkan meer afbreuk gedaan dan aan onze kant van het werelddeel wordt beseft. Onze West-Europese buitenlandse politiek en publieke opinie hebben de eerste vijf jaar 'Joegoslavië' overwegend in quarantaine geplaatst. Na het akkoord van Dayton is het aan de periferie van de aandacht geraakt, en vervolgens door Kosovo in de fase van de humanitaire luchtoorlog gekomen. Daardoor zijn de Kosovaren gered, maar het grote probleem is er niet mee opgelost.

Een veel gehoorde mening in deze contreien, ook waar men voor Milosevic niet de geringste sympathie heeft, is dat het Westen telkens heeft gehandeld als het te laat was, en dan met middelen die het in de eigen regio nooit zou toepassen. Gaat de vergelijking mank? Voor ons in het Westen wel, maar niet voor degenen bij wie zich het drama voor de deur afspeelt. 'De Amerikanen vinden het gemakkelijker, Belgrado te bombarderen dan Kopenhagen.' (Zei me een Griekse collega die in Amerika zijn studie heeft voltooid). Men leze er ook het serieuze Griekse dagblad Kathimerini op na (Engelse editie bij de International Herald Tribune), en het essay van Timothy Garton Ash in de New York Review of Books van 21 september. In het kort: de politiek van het Westen, waarvan wij de juistheid niet betwijfelen, wordt daar beschouwd als grillig, en gevoerd met middelen die kortzichtigheid en arrogantie verraden. Daartoe horen de bombardementen en over een week misschien ook de voortgezette boycot. Die schaadt de belangen van de omliggende landen en bevordert de achterdocht.

Terwijl Milosevic, onverbiddelijk verder onheil stichtend, zijn politieke leven probeert te prolongeren, valt er voor het Westen niets te doen. Voor Moskou wel? Dan zou hij daar asiel moeten krijgen, wat de Russische regering in conflict brengt met het Joegoslavië Tribunaal. Dat is het geringste van alle kwaden. Joegoslavië met Milosevic is de Europese versie van de moerasmythe die de Amerikanen in Vietnam hebben ervaren. De tragiek is dat Europa zich zo'n drama in een relatief klein moeras kan veroorloven.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad