C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
HJA HOFLAND
DE DRAAD
|
12 april 2000 Terug naar de teach-in
H.J.A. Hofland
Een week geleden stond op deze pagina een artikel van Michael Howard, in de regering van John Major minister van Binnenlandse Zaken. Amerika en Europa drijven uit elkaar, is de strekking. Hij signaleert 'het Amerikaanse streven extraterritoriale jurisdictie uit te oefenen'. Hij citeert president Mitterrand: 'Frankrijk weet het niet, maar we zijn in oorlog met Amerika. Jawel, een permanente oorlog, een levendige oorlog, een oorlog zonder doden. Ja, ze zijn staalhard, de Amerikanen, ze zijn gulzig, zij willen de ongedeelde macht over de wereld.' En de tegenwoordige minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Hubert Védrine, die de VS een 'gevaarlijke hypermacht' noemt. Zo eenzaam als het op het eerste gezicht lijkt, zijn de Don Quichottes van Seattle en Washington niet. Is het de nieuwste vorm van klassiek anti-Amerikanisme op z'n Frans? Nee. Daarmee zou het verzet van talrijke Amerikanen zelf die zich in de verste verte geen anarchisten noemen, worden miskend. Het is eerder een groeiende weerstand tegen het nieuwe primaat van de economie, waarvan Amerika nu eenmaal de motor is, en waaraan in andere landen met graagte wordt meegedaan door degenen die er de kans toe zien en er de smaak voor hebben. Het is de ambivalentie jegens het mondialisme dat dwingt tot schaalvergroting na schaalvergroting, van mega-overname tot giga-fusie. Aan de ene kant hebben miljoenen er baat bij. Ze voegen zich, ieder op eigen manier, in de cohorten van de Nieuwe Economie (wat dat ook zijn mag) en niet alleen in Amerika. De lotgevallen van World Online leren hoe we op de Amsterdamse beurs over onze hebzucht kunnen struikelen. Maar meestal gaat het tot nu toe goed. En terwijl de geavanceerde mensen van het Westen als economisch individu profiteren, verliezen ze als politiek individu aan macht. Hun nationale staten geven gestaag terrein prijs aan de groeiende mondiale conglomeraten. De burger in het Westen wordt rijker in het economisch systeem, en intussen verschrompelt zijn macht als kiezer, deelgenoot in het politiek systeem. Daarin ontlopen Amerikanen en Europeanen elkaar niet veel. De Amerikanen hebben twee voordelen. Hun economie groeit harder dan alle andere. Daaruit volgt dat ze zich, bewust of onbewust, de rest van de wereld ten voorbeeld stellen. Het tweede voordeel is dat ze de scheppers zijn van de meest consumabele en de ontvankelijkste cultuur. Dat is niet nieuw; zo is het al sinds Hollywood tot de wereldhoofdstad van de film werd, en zo is het gebleven, met BigMac en Windows 2000. Een niet overtroffen economisch succes, gevoegd bij de smakelijkste en efficiëntste consumptiecultuur betekent nu, door de mondialisering, de sneller voortgezette Amerikanisering van alle andere beschavingen. Het anti-Amerikanisme is weer in. Aan de ene kant komt het voort uit het Europese besef tekort te schieten tot op de grens van hulpeloosheid, zoals in Kosovo is gedemonstreerd. Aan de andere kant houden veel Amerikanen er hebbelijkheden op na die wij hebben afgezworen, zoals de doodstraf en vrije verkoop van wapens. Deze opvattingen maken in Texas en Mississipi geen indruk. Michael Howard heeft gelijk. Amerika en Europa drijven uit elkaar. De oorzaken zijn nu ingewikkelder en duurzamer, en het moeilijkst is dat zoveel Amerikanen niet begrijpen waaraan ze het hebben verdiend, maar het zich wel kunnen veroorloven Europese kritiek en desnoods anti-Amerikanisme aan hun laars te lappen.
H.J.A. Hofland
|
Bovenkant pagina |