C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK

23 februari 2000

Het potentieel van Haider


Ieder land heeft zijn lunatic fringe, zijn club randfiguren die de zaken radicaal zullen regelen als ze eenmaal 'de macht hebben'. In werkelijkheid zijn ze zelf het probleem, en vaak gebeurt het dat ze dit ook zelf oplossen door onderling ruzie te krijgen, zich af te splitsen, met de politie in aanraking komen, enz. Zolang het goed gaat met de grote meerderheid, trekt niemand zich er veel van aan. Na het lawaai van hun entree, vervagen ze door de jaren heen in hun isolement. Enoch Powell, Adolf von Tadden, eens schrikbeelden van rechts radicalisme, inmiddels ruimschoots vergeten. Jean-Marie le Pen heeft ook zijn beste tijd gehad. Het probleem is niet dat ze van tijd tot tijd verschijnen; het gaat erom dat ze klein blijven, tot ze weer verdwijnen, eerst uit het voetlicht, dan van het toneel.

De aanwezigheid van zulke radicalen of extremisten wordt pas bedenkelijk als in een ogenschijnlijk stabiel en welvarend land hun partijtje gaat groeien. Daarom wordt - misschien - Haider een moeilijker opgave. Hij was al groot geworden in Karinthië. Doordat zijn partij is toegelaten tot de coalitie, heeft hij zich in het officiële politieke circuit gevestigd. Deel van de Oostenrijkse lunatic fringe kunnen we hem nu niet meer noemen. Hij heeft een horde genomen. Al doende heeft hij geleerd. Hij legt uit dat hij eigenlijk als een geestverwant van het links van de 'Derde Weg' moet worden beschouwd, hij exploiteert een gekwetst nationalisme, hij heeft begrepen dat het in zijn nieuwe rol niet verstandig is om over de oplossing van het Duitse probleem der werklozen in 1933 te praten. Maakt hem dat gevaarlijker? Niet voor Europa dat ver verwijderd is van een toestand waarin het zich door welke Oostenrijker (of Fransman, Brit, enz.) dan ook bedreigd zou kunnen voelen. Als hij meer dan hinderlijk wordt, dan in de eerste plaats voor zijn landgenoten.

Toch betekent het succes van Haider dat dit radicalisme in het algemeen een stap verder is gekomen. We kunnen niet meer met achteloos zelfvertrouwen ons er verzekerd van verklaren dat in West-Europa het grote, welvarende midden zo stabiel blijft als het de afgelopen halve eeuw is geweest. Een maatschappij waarin de tegenstellingen van de ontbinding zijn opgeheven, geeft bij groeiende welvaart de beste verzekering dat het politieke evenwicht bewaard zal blijven. De vraag, door dit verschijnen van Haider aan de orde gesteld, is hoe het op het ogenblik met deze verzekering gesteld is. Het antwoord is, dat er betere dagen zijn geweest.

Het grote gematigde midden in Europa is aan het verdwijnen. Al maanden zijn we getuige van een ongelofelijk schouwspel: hoe het grote bolwerk van gematigd Duits conservatisme, de CDU, in een zich gestaag uitbreidend schandaal ten ondergaat, terwijl de legendarische leider van gisteren bij de afslachting meehelpt. In een essay in de Süddeutsche Zeitung stelt Claus Koch vast, hoe op een andere manier, minder exlosief, de Britse, Italiaanse en Franse conservatieven hetzelfde lot overkomt. Rechts van het centrum krijgt in Duitsland de Beierse CSU, die een veel radicaler traditie heeft, vanzelf meer ruimte. Als regeringspartij of in de oppositie hebben de gematigd conservatieven de afgelopen halve eeuw voortdurend één van de betrouwbare zuilen in het Europese partijensysteem gevormd. Door gebrek aan nieuwe denkbeelden, personele veroudering en schandalen brokkelen ze af. Ieder machtsvacuüm wordt opgevuld. Wat komt ervoor in de plaats?

De Derde Weg van de vernieuwde sociaal-democratie. Is dat niet meer een term van de politieke copywriters? De nieuwe generatie Europese socialisten heeft zich aangepast door niet meer het politiek fundament van de partij te zoeken in 'de groepen van de lagere inkomens' maar voor de vrije markt de deur zo wijd mogelijk open te zetten en kundig compromissen met vroegere tegenstanders aan te gaan. Dat is meer het toepassen van een zich in de praktijk ontwikkelende tactiek dan het triomferen met nieuwe beginselen. De Derde Weg heeft, paradoxaal, zijn succes eerder te danken aan de stijgende beurskoersen dan aan een nieuwe bewustwording van wat vroeger 'de massa's' werd genoemd. De socialisten van nu, varianten als die van Blair, Kok, Schröder, Jospin, zijn organiserende politici. Het eerste doel van hun organisatie is, de welvaartsgolf van de Nieuwe Economie zo weinig mogelijk in de weg te leggen, en het tweede, het algemeen profijt op een redelijke manier te verdelen. Naarmate ze beter in het organiseren slagen, wordt het kiezersvolk verder gedepolitiseerd. Deze onverschilligheid hebben ze niet verdiend, maar is nu eenmaal het logisch gevolg.

De stabiliteit die we nu beleven, staat of valt met het voortgezette succes van de Nieuwe Economie. Misschien duurt het tot in lengte van jaren, misschien komt er volgende week of over twee jaar een of andere crisis. Geen econoom durft voor het één of het ander zijn hand in het vuur te steken. In ieder geval zou de lakmoesproef voor de Europese stabiliteit pas komen als de economie een stevige terugval - nog niet eens een crisis - zou beleven. De media van deze tijd zijn exuberanter dan een jaar of tien geleden. Zoals van euforie meteen maximale euforie wordt gemaakt, zo zal het ook met paniek gebeuren.

De interessante vraag is nu, hoe zo'n teruggang met megapaniek zou aankomen bij een kiezersmassa die ruimschoots gedepolitiseerd is, en voorzover niet, als gevolg van kleine en enorme schandalen het vertrouwen in 'de' politiek heeft verloren? Wat er zou gebeuren met tienduizenden die plotseling werkloos zouden worden, terwijl ze zich tot hun nek in de schuld van hypotheek en ander consumptief krediet hebben gestoken (in Nederland alleen al miljarden). Wat, in de Europese maatschappij die overal beseft dat het met het opnemen van buitenlanders minder goed gaat dan we in de lange vlaag van optimisme hebben willen geloven?

Ik denk niet dat de man uit Karinthië zich dan als redder van het werelddeel zou opwerpen. Maar zoals hij zich nu vertoont, begint hij de contouren van een nieuw-extreem te krijgen: niet de schreeuwende zonderling die alleen door medezonderlingen van de lunatic fringe wordt begrepen, maar een rechts-radicaal die zich naar de eisen van de tijd heeft gemoderniseerd. Dat kan geen Oosterijks monopolie zijn. Zulke mensen moeten er ook in de rest van Europa zijn, en op hun kans wachten. Daarom heeft het zijn verdienste dat hij is verschenen. Het potentieel van een Haider, niet noodzakelijk deze, is iets om rekening mee te houden.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)