C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK

2 februari 2000

Geld voor de politiek


Het is een nobel denkbeeld, dit wetsvoorstel tegen het oncontroleerbaar sponsoren van politieke partijen door het bedrijfsleven. Misschien zal een wet een preventieve werking hebben, maar onduldbare toestanden worden er in Nederland niet mee bestreden.

Grote sommen die door particulieren aan de politiek worden gegeven, kunnen twee doelen dienen. Als een onderneming tersluiks een toonaangevend politicus, bestuurder, hoge ambtenaar met geld en goede gaven overstelpt, wil ze er iets voor terug hebben, en dan is het corruptie. Ook Nederland heeft zijn affaires, van Gulf en Lockheed, een kwart eeuw geleden, tot het Amsterdamse GVB, gisteren, hopen we. Hoe groter de ondernemingen, hoe meer er op het spel staat, en dus hoe groter het risico dat twee partijen in het gedempte licht van de vrije markt der 'snoepreisjes' met elkaar een kansje wagen. Blijft het geheim, dan komt het tot de deal; lekt het uit dan wordt het een schandaal wat nog niet wil zeggen dat er een proces op volgt. Hoe dan ook, een wet tegen het sponsoren van politieke partijen is op deze intriges niet van toepassing.

Het kan ook ingewikkelder. De vorige Amerikaanse presidentsverkiezing geeft daarvan het duidelijkste voorbeeld. Aan het begin van de campagne stond het er met Bill Clinton en de Democraten slecht voor. Al vroeg, meer dan een jaar voor de dag van de beslissing, werd begonnen met het professioneel bewerken van het kiezersvolk. Eerst werden enquêtes gehouden, politieke marketing. Op grondslag daarvan werd het programma aangepast. Met de verkoop daarvan werd al in de zomer van 1995 begonnen, op de televisie, d.w.z. in gekochte zendtijd. Naarmate de verkiezingen naderden, werd de campagne opgevoerd: meer zendtijd, meer personeel voor de propaganda, meer transportmiddelen, vlieguren voor de kandidaten, enz. Het geld daarvoor werd en wordt vergaard via fundraising, op zichzelf een beroep. Particulieren die veel geld gaven, mochten een nacht in het bed van Lincoln slapen, er waren geheime connecties met China en Mexico en een Indonesische zakenman, veel dat niet door de ethische beugel kon. Een overzicht van de onwaarschijnlijke bedragen vindt men in The Buying of the President, van Charles Lewis en The Center for Public Integrity. Lewis schrijft: "We zien hier een volkomen legale, corrupte huurlingencultuur [...] waardoor tenslotte allen op hun jacht naar geld besmet raken. Zelfs de kandidaat die met de beste bedoelingen is bezield, de gewetensvolle, de eerlijkste kan het niet vermijden. De agenda vol afspraken met evenementen ten behoeve van de fundraising, ontbijten, lunchen, dineren, smoezen met de rijksten van het land - om dan later in ruil voor de goede gaven de gunsten uit te delen." Tenslotte wordt een heel bewind hypothecair belast. Het is een systeem dat dit jaar opnieuw in werking treedt.

Dit alles is in Nederland ondenkbaar, niet omdat we braver zijn, maar omdat ons systeem er niet voor geschikt is. Onze partijleiders kunnen niet ongezien en onbesproken in een twee sterren-restaurant met bijvoorbeeld de directie van de NAM zitten smoezen waarna de partijleiders een maand naar Thailand gaan en in de Waddenzee opeens naar gas wordt geboord. Ook kunnen we het ons niet voorstellen dat de grote, door fundraisers rijk geworden partijen al een jaar voor de algemene verkiezingen met gehuurde zendtijd op de televisie komen om de wenkende perspectieven te schetsen. Het mag niet eens. En als de reclame en de consultants van de communicatie zich met het optreden van de kandidaten gaan bemoeien - wat ook veel geld kost - is er altijd het risico dat het deze geregisseerden vergaat als Elco Brinkman, of dat ze toch hun eigen zin doen.

Blijft over politieke marketing door enquêtes. Het wordt gedaan; maar of het veel invloed heeft? Nederland is te klein en het publieke debat nog altijd levendig genoeg. Marketing zal hoogstens iets bevestigen dat de goede politicus al wist. Door de herbouw van de VVD hebben Haya van Someren, Hans Wiegel en mr. H.van Riel indertijd de grondslag voor de groei van deze partij gelegd. Wim Kok heeft de Partij van de Arbeid verder naar het centrum gestuurd en zodoende zichzelf tot spil van de onmisbare consensus gemaakt. Misschien had het CDA wat meer aan marketing moeten doen - of heeft die partij dat gedaan, wat dan bevestigt dat voorzichtigheid hier geboden is. De afschrikwekkende voorbeelden van Craxi, Cresson, het Augusta-schandaal en Kohl zijn voor de Nederlandse context te groot en te onbeschaamd.

De democratie van deze tijd heeft nieuwe problemen: de leegloop en daarmee de dreigende armlastigheid van de partijen, de toenemende publieke onverschilligheid. En vooral de lapmiddelen daartegen zoals de truc om ingewikkelde kwesties tot een one issue terug te brengen, het referendum en de gekozen burgemeester, met andere woorden, het reduceren van 'de' politiek tot een simpel evenement. Dit betekent dat de deur veel wijder voor platte demagogie, simplificatie en corruptie wordt geopend. Omdat dit alles als modern wordt beschouwd, heeft het de wind mee.

Daarmee blijft ons grootste, het traditionele vraagstuk onaangetast. Met de Nederlandse verkiezingen, de campagnes en de financiering zal het meeste wel in orde zijn. Zware corruptie blijft zeldzaam. De politieke zeden dwingen ertoe. De schemering treedt weer in op de ochtend na de verkiezingsdag, als de regenten van de consensus de uitslag gaan duiden en er hun handelen naar richten. Dan begint de vorming van het nieuwe kabinet, gevolgd door het regeren; het bij elkaar rijgen van een ketting van compromissen, waarop de burgerij geen vat meer heeft. Het Amerikaanse systeem laat de kiezer dan nog de directe weg: 'Write your Congressman!'De oude democratie, overal in het Westen, wordt van een andere kant aangetast. Op de vrije markt - door privatiseringen, de groei van megaconglomeraten, de internationale bureaucratie - wordt de staat, mèt degenen die over het politieke beleid beslissen, op het ogenblik langzaam maar zeker terzijde geschoven. De wetten die dit proces kunnen keren, moeten nog worden verzonnen.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)