C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

HJA HOFLAND
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK

5 januari 2000

De grijze dageraad


Op de laatste dag van de vorige eeuw verscheen in de Volkskrant een opmerkelijk artikel dat niet door iedereen als een heilswens zal zijn opgevat. Het is geschreven door de Britse theoloog Stewart Drakers die dit jaar zeventig wordt. Omdat er zeer binnenkort, naar zijn maatstaven, teveel ouderen zullen zijn, ziet hij het als zijn opdracht, voortvloeiend uit zijn leeftijd, zo vlug mogelijk het veld te ruimen. Daarom is hij - als alles volgens zijn ideaal goed is gegaan - op 1 januari weer gaan roken. Al paffend wacht hij 'op de joyrider, de sluipschutter of de dysenterie' die hem naar de andere wereld zal helpen. De Neville Chamberlain van mijn generatie, dacht ik (72), toen ik het las. Dat de sluipschutter haast moge maken.

Een andere kant van hetzelfde vraagstuk is een paar dagen geleden aangeroerd door president W. Duisenberg van de Europese Centrale Bank. Hij geeft het Nederlandse kabinet de raad, de recente 'meevallers' niet te investeren in zorg, armoedebestrijding en onderwijs, maar te gebruiken voor vermindering van de staatsschuld. Zo wordt voorkomen dat over een jaar of twintig door de gestegen rentelast de kosten van de vergrijzing niet meer te torsen zijn. Het nieuws dat vooral de rijke westerse landen een demografische revolutie te wachten staat, heeft al een kwart eeuw geleden het geïnteresseerd publiek bereikt. Steeds meer mensen worden steeds ouder. De oorzaken zijn bekend. Vervolgens werd beseft wat de economische gevolgen zouden kunnen zijn. Nu zijn we in het eerste stadium waarin we ons afvragen, welke maatregelen een beschavingsramp kunnen voorkomen. "Als een zware ijsberg nadert de veroudering de rijkste economieën van de aarde. Boven de waterlijn zien we in de komende decennia de niet eerder vertoonde groei van het aantal ouderen, en het slinkend aantal jongeren. Onder het oppervlak dreigen, wat nog niet overal goed wordt beseft, de wurgende economische en sociale kosten waarmee deze demografische verandering gepaard gaat; kosten die het faillissement van de grootste machten, daarbij inbegrepen Amerika, kunnen veroorzaken." Zo begint Gray Dawn, het vorig jaar verschenen boek van de Amerikaanse bankier en econoom Peter G. Peterson. Het is, samengevat, een meeslepend geschreven betoog, met voor een leek in de demografie een klemmende argumentie, leidend tot de conclusie, dat als deze generaties in de bloei van hun leven geen maatregelen nemen, ze op hun oude dag zelf een verschrikkelijke rekening gepresenteerd krijgen. Ongeveer datgene waarvoor Duisenberg in zijn gematigde bewoordingen heeft gewaarschuwd.

Gray Dawn is niet het enige recente boek over dit vraagstuk. In de Verenigde Staten groeit een specialistische literatuur. Onze bijlage Profiel van 9 september 1999 die aan het onderwerp is gewijd, bevat een lijst van Nederlandse boeken. De New York Times van 21 maart 1999 heeft er een katern van 20 pagina's aan gewijd. De wetenschap dat de westerse beschaving een zware aanvaring met de ijsberg van de ouderdom wacht, verbreidt zich snel. Het kan dus niet zo lang meer duren, voor het op de agenda van de actuele politiek verschijnt. Het meeste van deze lectuur deelt overwegend één eigenschap. De nadruk valt op drie aspecten: de onvermijdelijkheid van de demografische ontwikkeling, de gevolgen daarvan voor de economie in haar geheel, en de verdeling van het nationaal inkomen als het eenmaal zover zal zijn. Bij elkaar vormen ze het hoofdstuk van het probleem dat tot op zekere hoogte in cijfers valt uit te drukken.

Daarnaast is er een ander vraagstuk, psychologisch en politiek. Hoe zullen of moeten de ouderen zich straks gaan gedragen, wat zal over een jaar of 30 door de maatschappij van deze bevolkingsgroep worden gevergd, en zal een tweedeling volgens leeftijd ontstaan, een segregatie zelfs die haar weerslag kan hebben in de machtsverhoudingen? Hoe zal het met de defensie gaan, vraagt Peterson zich af, als gebrek ontstaat aan mensen in de soldatenleeftijd; hoe met Hollywood en de reclame die zich richten op een publiek tussen de 18 en 49? Hoe met de gezondheidszorg als met minder middelen meer zieken moeten worden behandeld? Heeft oude A dan minder recht op leven dan jonge B? Waarom? Interessante vragen, vooral voor degenen die nu kerngezond en een jaar of 30, 40 zijn.

Misschien maken we op het ogenblik een overgangstijd mee. In de markt is, zoals uit de reclame en de op 'plussers' gerichte media blijkt, een nieuw gat ontdekt. Nu het veronderstelde gedrag van de jongeren nog de toon zet, zien we meer swingende, ostentatief volop genietende 'jonge bejaarden'. Het is een kwestie van smaak en commercie. In ieder geval kunnen ze het zich veroorloven. Zo te zien hebben alle partijen er baat bij. Maar tegelijkertijd wordt de grens tussen de groepen van generaties scherper getrokken: de ene groep die wel deelneemt aan het arbeidsproces, en de oudere niet-productieven. Als die, ondanks alle aanpassingen, verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, enz., in toenemende mate afhankelijk worden - tot, naar het oordeel van de producerenden, het ondragelijke - zou de grens definitief zijn getrokken. Dan zou een ethisch en politiek probleem herleven waarvan wij nu denken dat we het bijna hebben opgelost: het denken in collectieven, het oordelen over individuen, niet op grond van hun persoonlijke eigenschappen, maar als horend tot een groep. Dat is de basis van ieder racisme en etnische zuivering. Ik laat de Britse dominee weer aan het woord. "Het is zonder meer verwerpelijk dat mensen die al een heel leven achter zich hebben, evenveel willen profiteren van de sociale voorzieningen als degenen die nog maar net komen kijken. [...] Er zijn veel jongeren die terecht weinig geduld hebben met mijn beverig gezever en mijn kwijlend gekeutel, zodat ze weleens tot preventief geweld zouden kunnen overgaan." Kan de waarde van het leven worden gemeten in jaren? Hoe meer jaren, hoe nader tot de waardeloosheid? Het is, zou je zo zeggen, jammer dat de SA niet meer bestaat. Die had deze dominee graag als veldprediker gehad.

Toch is het misschien goed dat het door de theoloog van de bejaardenrammers eens op zo'n vermomd-criminele manier wordt gezegd. Vat het op als een voorteken. En dan zijn er twee lichtpunten: dertig jaar is voor de politiek lang genoeg om een probleem te herkennen en maatregelen te treffen. En mocht dat mislukken dan wordt van de jeugd van straks in ieder geval geen buitengewone heldhaftigheid gevergd om met de beverige parasieten af te rekenen.

H.J.A. Hofland

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)