C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK

24 december 1999

Een naam voor Sima


Haar geschiedenis laat zich lezen als een twintigste-eeuws kerstverhaal, 'Het meisje met de zwavelstokjes'. Even koud is het buiten, even verdrietig de vertelling, alleen de doden zijn anderen. En er is een glimp van een, ondanks alles, 'goede' afloop.

In dit sprookje is een Russische vrouw een leven lang op zoek naar erkenning als de dochter van haar Nederlandse vader, de door de Duitsers gefusilleerde verzetsstrijder Henk Sneevliet.

"Tot mijn elfde heb ik in Nederland gewoond en mijn vader gekend. Hij was dol op mij en ik weet nog hoe hij huilde toen ik in 1934 met mijn Russische moeder naar Moskou vertrok. We hebben elkaar nooit teruggezien. Uit bewondering en uit liefde voor mijn vader, maar ook om mijn kinderen wortels te kunnen geven, wilde ik zijn wettige dochter worden. Dat ben ik nu eindelijk."

Zo reageerde Sima Sneevliet (76) toen ik haar deze week belde om haar te feliciteren met de recente uitspraak van de Haagse rechtbank in haar zaak. Voorheen was een postume gerechtelijke vaststelling van vaderschap onmogelijk. Dankzij een vorig jaar ingevoerde wijziging in het Nederlandse afstammingsrecht kan het nu wel. In haar huis in Zandvoort heeft ze de ontvangst van haar nieuwe geboortebewijs gevierd met een bescheiden wodka-party.

Volgens haar advocaat, mr. A. Willems, is de uitspraak opmerkelijk omdat de rechtbank alleen tot een postume erkenning van het vaderschap kon overgaan als vaststaat dat Henk Sneevliet werkelijk de verwekker van Sima is geweest. In dit geval lukte dat mede op grond van een 75 jaar oude correspondentie tussen Sneevliet en de dichteres Henriette Roland Holst, in 1995 gepubliceerd door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Sima werd in 1923 in de Sovjet-Unie geboren als het buitenechtelijke kind van een Nederlandse revolutionair en een joods-Oekraïense moeder. De vader was tussen de twee wereldoorlogen een beroemde en in sommige kringen beruchte politicus en vakbondsleider. Hij was onder meer betrokken bij de oprichting van de Indonesische Communistische Partij, die hij in 1920 vertegenwoordigde op een congres van de Komintern in Moskou. Daar ontmoette hij de bolsjevistische fabrieksarbeidster Sima Zolkovski. Weliswaar was hij al getrouwd, maar hij scheidde van zijn (tweede) echtgenote na de komst van Sima jr. Acht maanden na haar geboorte verhuisde het kind met haar moeder naar Amsterdam, waar haar ouders in 1926 in het huwelijk traden.

Sneevliets partijgenote Henriette Roland Holst steunde het gezin financieel. " Ik hoop dat je met Sima ook op den duur een goede en bevredigende verhouding zult behouden", schreef ze de overspelige en wispelturige Henk Sneevliet over de relatie met zijn derde vrouw. Tevergeefs, want al na twee jaar verliet hij haar weer. Kleine Sima kreeg een, wat we nu noemen, omgangsregeling met haar vader, die ze adoreerde. Ze was erbij toen hij in 1933 vrijkwam na vijf maanden gevangenisstraf wegens opruiing tijdens de muiterij op de Zeven Provinciën en ze maakte zijn triomfantelijke verkiezing mee - terwijl hij in de gevangenis zat - tot Tweede-Kamerlid voor de Revolutionair Socialistische Partij (RSP).

In 1934 ging Sima terug naar haar geboorteland, in gezelschap van haar moeder en stiefvader, de Nederlandse Sovjet-spion Jef Swart. Het afscheid van haar echte vader was hartverscheurend: ze zouden nooit meer contact hebben. Slechts één brief stuurde ze hem nog, want onder Stalins terreur waren internationale contacten te gevaarlijk, zeker met een vader die bekend stond als aanhanger van Trotski.

Sima's stiefvader werd in 1938 tijdens Stalins zuiveringen opgepakt en overleed in 1942 in de Goelag. In datzelfde jaar werd Henk Sneevliet in het kamp Amersfoort door de Duitsers terechtgesteld. Henriette Roland Holst dichtte een lang 'In Memoriam', dat in gestencilde vorm werd verspreid en na de oorlog in druk verscheen. Er komt de strofe in voor:

't aanvallig kind, dat een Russin hem baarde, nam de donkre moeder mee terug toen zij weerkeerde naar haar eigen aarde

Deze regels behoorden tot het bewijsmateriaal waar de Haagse rechtbank zich meer dan een halve eeuw later over moest buigen in de vaderschapszaak. Ook Max Perthus' Sneevlietbiografie en De GPOe op de Overtoom door Igor Cornelissen dienden als bewijs. In Rusland was dat niet te vinden. Uit veiligheidsoverwegingen had haar moeder namelijk in 1938 Sima's geboortebewijs laten vervalsen. Daarmee verloste ze haar dochter van twee - in de ogen van Stalin - 'foute' vaders en een joodse moeder, maar het gevolg was wel dat het vijftienjarige kind niet meer over een eigen identiteit beschikte. Dat deed pijn, temeer daar ze over het lot van haar natuurlijke vader lange tijd niets wist.

Pas in september 1946 hoorde Sima van een Nederlandse medewerker van Radio Moskou over Sneevliets heldhaftige dood voor het vuurpeloton. Na een lange speurtocht kwam ze er in 1987 via het Rode Kruis achter dat haar vader begraven ligt op Driehuis-Westerveld. Die wetenschap bezorgde haar in 1988, dankzij Gorbatsjovs glasnost, een uitreisvisum om in Nederland zijn graf te bezoeken. Zo kwam ze in contact met het comité dat Sneevliets nagedachtenis eert en een monument voor hem heeft opgericht. Bij de jaarlijkse Sneevliet-herdenking leerde ze vervolgens haar huidige echtgenoot kennen. Voor haar tragische levensverhaal ontmoette ze in Nederland veel belangstelling en in 1994 publiceerde ze haar aangrijpende memoires, Mijn jaren in stalinistisch Rusland, onder de aangenomen naam Sima Sneevliet - die dus nu eindelijk haar echte naam is.

Het lijkt wel alsof Neeltje Maria Min haar bekendste gedicht voor Sima heeft geschreven. Ik weet niet of zij het kent, maar toepasselijker dan in haar geval kan dit gedicht niet zijn:

Mijn moeder is mijn naam vergeten, mijn kind weet nog niet hoe ik heet. hoe moet ik mij geborgen weten?

noem mij, bevestig mijn bestaan, laat mijn naam zijn als een keten. noem mij, noem mij, spreek mij aan, o, noem mij bij mijn diepste naam.

voor wie ik lief heb, wil ik heten.

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)