C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG

10 juli 1999

Laatste schooldag


De middelbare scholen waar ik op heb gezeten (en dat waren er nogal wat, omdat ze het nooit lang met mij uithielden), heb ik als een hel ervaren. Vooral die in Voorburg en omstreken waren erg. Daar heb ik leraren meegemaakt die vonden dat je niet op vakantie mocht, omdat je 'met vakantie' hoort te zeggen, zoals het ook 'das' is (geen 'stropdas'). 'Winkel' (niet: 'zaak', 'auto' (nooit: 'wagen'), 'taartje' (streng verboden: 'gebakje'), 'ijskast' en geen 'koelkast', enz. In pedant-burgerlijke kringen bestaan complete vocabularia van sociaal normerende woorden, aan het gebruik waarvan ons ons kan herkennen.

Geen punt, maar wel op die scholen: wie de correcte woorden niet gebruikte, kreeg zomaar een punt lager.

Pure willekeur heerste er. Weliswaar zou ik 'op vakantie' niet uit mijn strot hebben gekregen (puntje extra!), maar daar staat tegenover dat ik cijferaftrek kreeg wegens brutaal gedrag. Met vakantie gaan was me daardoor niet vergund. Altijd een taak of een herexamen, waar ik me wekenlang stijf van de zenuwen op stortte, want zittenblijven was een ramp en een vernedering, ook al kon je dan natuurlijk wel met vakantie.

Ik heb meegeleefd met de kinderen van het Marnix College in Ede, aangezien ik weet wat zittenblijven is. Verkrampt van angst zat ik indertijd uren naast de telefoon, in afwachting van het oordeel van de lerarenvergadering. Had ik tijdens de proefwerkweek mijn gemiddelde op een zes kunnen brengen of niet? Daar hing alles van af. In één opzicht waren die afschuwelijke scholen toen nog wel in orde: een zes was een zes en dus een voldoende. Wanneer je voor alle vakken gemiddeld een zes had (zelfs met twee vijven of een vier op je lijst) ging je over.

Vooral de overgang van de tweede naar de derde klas betekende voor mij (te klein, te stout, te onzeker) een bijna niet te nemen hindernis. Daarna ging het beter, maar die tweede klas! Wat een diepe treurnis was dat, en wat een gebrek ook aan mededogen en bemoediging van de kant van die leraren. Ik kan er nog steeds niet zonder ontzetting aan denken.

Wat op het Edese Marnix College gebeurde was erger. Het was psychische kindermishandeling in een vorm die niet anders te zien valt dan als een aanvulling op de orwelliaanse leuzen van het Ministerie van Waarheid.

WAR IS PEACE
FREEDOM IS SLAVERY
IGNORANCE IS STRENGTH
VOLDOENDE IS ONVOLDOENDE

Sander Krul mocht niet over van de tweede naar de derde klas met zes zevens en negen zessen op zijn eindrapport. Zestien van de 26 leerlingen in zijn klas (61,5 procent) kregen de mededeling te verwerken dat ze voldoende hadden gepresteerd (een zes gemiddeld), hetgeen in onderwijskundig newspeak helaas neerkwam op onvoldoende. Er was nationaal oproer voor nodig om rector J. Janssens van het Marnix College tot bedaren te brengen. Minister Hermans kreeg vragen uit de Tweede Kamer en de Onderwijsinspectie deed zegenrijk konde van haar overtuiging dat het 'maatschappelijk onaanvaardbaar' is om kinderen met gemiddeld een zes te laten doubleren. Sander en zijn lotgenoten zijn alsnog allemaal over, gefeliciteerd.

Er zit een wereld van waanzin achter dit incident. Niemand die dit beter begrijpt dan prof. dr. A. Heertje, docent economie aan de Universiteit van Amsterdam, die het opnam voor de gedupeerde scholieren. "Het einde is anders zoek", zei hij in Trouw. "Straks heeft iemand allemaal achten en mag-ie toch niet over." In Nova zag ik hem vervolgens met de cijferlijst zwaaien waarmee hij ooit zijn HBS-diploma haalde. Volgens de normen van rector J. Janssens had hij nooit mogen slagen. Heertje heeft zelf ook wel eens een flinke rel veroorzaakt door studenten met extreem lage cijfers te duperen, wat hij na allerlei procedures moest herstellen. Maar hij dupeerde wel consequent, over de hele linie.

In Ede was een zes soms onvoldoende. Soms ook niet. Waar dat van afhing, wist alleen rector Janssens. 'Volgens de rector', aldus een ANP- bericht van maandag, 'worden de normen niet al te strikt gehanteerd, maar houdt de school altijd rekening met bijzondere omstandigheden of de inzet van een leerling. Er zijn ook leerlingen met alleen zessen die wel overgaan.' Behalve aan Orwell denk je bij zoiets aan Kafka: iemand moest Sander K. belasterd hebben.

Er is trouwens ook een Nederlandse schrijver die niet ongenoemd mag blijven in verband met het geval-Ede. Ik bedoel Jan Siebelink, wiens verhalen, onder andere in de bundel Laatste schooldag (Meulenhoff, 1994), zich afspelen op het Willem de Zwijger College, een scholengemeenschap te E. voor Mavo, Havo en VWO. In de school waar hij over schrijft, lopen alleen maar kruiperige, ellendige leraren rond. Zij kunnen zich op geen enkele wijze in hun leerlingen verplaatsen en hebben totaal geen belangstelling voor hun eigen vak. Allemaal kijken ze op tegen de rector en de conrectoren, laten ze zich gezeggen met wie ze wel en niet mogen omgaan, proberen ze op te klimmen in de sociale hiërarchie en interesseren ze zich voor niets anders dan hun eigen status.

Ik dacht tot voor kort dat die Siebelink enorm had overdreven. Mijn recensie van zijn bundel in deze krant viel daarom nogal negatief uit. "God verhoede", schreef ik, "dat Siebelink hier een getrouw beeld van de hedendaagse leraar heeft geschetst." Voor de zekerheid, om niemand te blameren, fictie is ten slotte fictie, voegde ik daar nog aan toe: "Waarschijnlijk heeft het fictieve Willem de Zwijger College te E. niets van doen met het Marnix College in Ede waar de auteur al vijfentwintig jaar docent Frans is."

Ik heb Siebelink verkeerd beoordeeld. Hij overdreef niets, simplificeerde niets. De werkelijkheid van het Marnix College in Ede is erger dan de fictie over het Willem de Zwijger College te E.

Siebelink, ook u alsnog geslaagd, dikke voldoende!

(PS. Ik ben de komende twee weken mèt vakantie).

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)