C O L U M N S  
NIEUWS   |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns

DE DRAAD
JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG

3 juli 1999

Kraantje Lek


OPSPORING VERZOCHT.

De Rijksrecherche vraagt uw aandacht voor het volgende.

Op vrijdag 25 juni hebben één of meer tot dusver onbekende personen het misdrijf van geheimschending gepleegd. Het vermoeden bestaat dat zij informatie hebben doen uitlekken uit de die dag gehouden bijeenkomst van de Ministerraad. Hierop is van toepassing artikel 26 van het Reglement van genoemde raad, luidende: 'Ten aanzien van hetgeen ter vergadering besproken wordt of geschiedt, bestaat een geheimhoudingsplicht'. Op schending van deze geheimhoudingsplicht stelt artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht maximaal een jaar gevangenisstraf of een geldboete van 25.000 gulden.

Feiten en omstandigheden wijzen erop dat de verdachte of verdachten minister danwel ministers van de Kroon zijn. Inmiddels is een daderprofiel bekend. Verdachten zijn vermoedelijk lid van D66. Zij zijn ongewapend en bijzonder dom.

Als u ze tegenkomt moet u ze vooral niet aanhouden, want we kunnen allemaal nog ontzettend om ze lachen.

EINDE POLITIEBERICHT.

Stel je voor dat in de Trêveszaal op bevel van Peper dienders met getrokken vuurwapens binnen komen rennen. Van Boxtel, je bent er bij! Borst, meekomen! Brinkhorst, het spel is uit, ook al was het voor jou nog maar net begonnen. En daar gaan ze dan, geboeid en wel, de boevenwagen in.

Zo is het niet gegaan gisteren. Peper ontvouwde deze week in de Tweede Kamer een ander scenario. Ook hij had verhalen gehoord, zei hij, dat D66 uit het vertrouwelijke kabinetsberaad over de benoeming van de burgemeester van Utrecht had gelekt. Iemand had vrijdagavond de parlementsredacties van de landelijke dagbladen gebeld om te vertellen dat hij, Peper, met zijn portefeuille had gezwaaid om door te drukken dat niet de D66'er Kohnstamm, maar de PvdA-kandidaat Brouwer de post kreeg. Hij zegde in de Kamer toe dat hij zijn D66-collega's opheldering zou vragen, maar zag niet veel heil in het inschakelen van de rijksrecherche.

Natuurlijk niet: hij kende de daders allang en moet ernstig aan het voortbestaan van het kabinet twijfelen als een smaldeel daaruit gevankelijk zou worden afgevoerd. Daarom zei hij maar flauwtjes dat onderzoeken naar lekken zelden iets opleveren. Wel wilde hij kwijt dat 'het buitengewoon ernstig zou zijn, als iemand uit de ministerraad zich tot de openbaarheid had gewend'.

Hoe is het gegaan? Laat ik ook eens lekken. Na afloop van de ministerraad begaven de bewindslieden van D66 zich, zoals iedereen heeft kunnen zien, naar de werkkamer van fractievoorzitter De Graaf. Daar werd de brisante nederlaag briesend nabesproken. Wraak! Vervolgens ging tussen zeven en acht uur 's avonds de telefoon over op de Haagse krantenredacties. Eindelijk weer eens een Deep Throat aan de lijn: hard nieuws, een scoop voor de zaterdagkrant. Een adviseur (m/v) van een van de D66-ministers (m/v) deed uit de doeken wat hij/zij op de kamer van De Graaf had vernomen over de drie uur durende heibel in het kabinetsberaad.

Zoiets heet 'strategisch lekken', waarbij het gaat om de vraag wanneer en aan wie er gelekt wordt. In dit geval niet aan het ANP, het Journaal of NOVA, want dan zouden de kranten er zaterdag hun voorpagina niet mee openen.

Het strategische lek bleek uit te draaien op een tactische blunder. De voorspelbare reacties luidden namelijk dat D66 niet tegen zijn verlies kan, op schaamteloze wijze zijn gelijk probeert te halen en overeenkomst vertoont met een lastig kind dat zijn speelgoed kapot maakt omdat het zijn zin niet krijgt. Zo werd het uit verongelijktheid geboren stuntje een nieuw bewijs voor de ondergangsstemming waar D66 in verkeert. Desperaat is het woord.

Als journalist zou ik wel bijzonder hypocriet moeten zijn om te beweren dat ik tegen lekken ben. Voor ministers is het een doodzonde, mij daarentegen kan er niet genoeg gelekt worden. Het lek is nu eenmaal een levensader van de journalistiek. Maar 'the leak game' vereist enige subtiliteit. Een primeur is één ding, maar iets anders is het als iedere politicus, pr-figuur of ambtenaar meent dat journalisten zich als ezels voor elk karretje laten spannen. Je hebt lekkers en klokkenluiders. De eersten zoeken de publiciteit voor hun eigen, verborgen doeleinden (en journalisten proberen vervolgens ook deze doeleinden te onthullen). Klokkenluiders handelen uit gewetensnood, het zijn doorgaans insiders die geen verantwoordelijkheid willen dragen voor fraude, achterhouden van vitale informatie, vriendjespolitiek, corruptie enzovoort.

Laat nu maandagavond minister Peper zich op een bijeenkomst met de ABVA- Kabo in het lekcentrum Nieuwspoort hebben uitgesproken tegen wettelijke bescherming van klokkenluiders, zoals die onder meer in de VS bestaat (de Whistle Blowers Protection Act). Misschien dacht hij dat lekkende ministers zich daar dan voortaan ook op gaan beroepen.

In 1995 heeft het ministerie van Justitie wetenschappelijk onderzoek laten doen naar lekkers en klokkenluiders. In hun rapport schreven de onderzoekers, E. Beenakkers en M. Grapendaal, dat het lekken van vertrouwelijke informatie niet uit te bannen is. Iedere Prinsjesdag is het raak: de troonrede onthult wat er al in de kranten heeft gestaan. Inmiddels lijkt het erop dat naarmate de cohesie in de Paarse coalitie afneemt en naarmate het primaat van de politiek plaats maakt voor het primaat van de bureaucratie, het lekken meer en meer tot beleidsinstrument wordt verheven. Ontsporingen zoals deze week gemeld werden bij Defensie (uitlekken van geheime bedrijfsinformatie om daarmee invloed uit te oefenen op de Tweede Kamer inzake de aankoop van helikopters) hoeven in dat klimaat geen verbazing meer te wekken.

Van de dichter C. Buddingh' is bekend dat hij elk aforisme dat bij hem opkwam in de vorm van een Oud-Noors spreekwoord wereldkundig maakte. 'Wat drie mensen weten, weet het hele volk', wisten de oude Noren al.

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)