N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

24 februari 2001

De pastoor z'n hemd


Het CDA heeft bij monde van partijleider De Hoop Scheffer het voorstel gelanceerd een nieuw grondrecht in de Grondwet op te nemen: het recht op veiligheid. Dit klinkt sympathiek.

Wie zou een dergelijk recht niet willen? Wie zou, hosanna! hosanna!, niet grondwettelijk gevrijwaard willen worden van het risico op overvallen, geweldpleging, moord, brandstichting, verkrachting? Misschien ook wel van vuurwerkrampen, verkeersongelukken, overstromingen en aardbevingen? Nogmaals hosanna! Helaas zal niemand, zoals het CDA ook wel weet, aan zo'n recht op veiligheid een greintje of grammetje meer veiligheid ontlenen. Een dergelijk 'sociaal grondrecht', vergelijkbaar met de grondwettelijke overheidstaak om het onderwijs of de volksgezondheid te bevorderen, komt namelijk alleen maar neer op het voorschrift dat er politie, leger en brandweer moeten zijn. Nou, die zijn er al.

Uit de Grondwet moet volgens De Hoop Scheffer voortaan onomstotelijk blijken dat de politie de criminaliteit dient te bestrijden en dat de brandweer branden moet blussen. Geniaal idee! "De Hoop Scheffer heeft heel goed aangevoeld hoe belangrijk burgers veiligheid vinden", luidt dan ook het lovende commentaar van de staatsrechtsgeleerde A.K. Koekkoek (oud-Kamerlid van het CDA, hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant en ongetwijfeld zelf de bedenker van het voorstel). In Trouw loopt hij bijna over van bewondering voor zijn politieke leider. Het doet mij enigszins denken aan de stroopsmeerders die een Trujillo, de dictator van de Dominicaanse Republiek, in dienst had (lees daarover de nieuwste roman van Mario Vargas Llosa, Het feest van de bok, waarin een personage optreedt dat De Benevelde Constitutionalist heet, vleier en hofjurist tegelijk).

Vroeger, betoogt Koekkoek, stond het recht op veiligheid ook al in de Grondwet. Toen bepaalde artikel 4 dat allen die zich in Nederland bevinden gelijke aanspraak hebben op bescherming van persoon en goederen. Dat sloeg echter niet op de criminaliteitsbestrijding, het was de oude formulering van het gelijkheidsbeginsel. Bij de Grondwetsherziening van 1983 werd dit, overeenkomstig een amendement van het Kamerlid Marcus Bakker, vastgelegd in het nieuwe artikel 1: het verbod tot discriminatie op welke grond dan ook. Alle grondrechten - de zogeheten klassieke rechten zoals vrije meningsuiting en de sociale grondrechten die plichten aan de overheid opleggen - zijn gericht op bescherming van de burgers. Grondrechten hebben zoals de regering schreef in de toelichting bij de Grondwetsherziening, "tot doel bij te dragen aan de ontplooiing van elk individu naar eigen geaardheid door hem in een aantal facetten van zijn persoonlijk leven te beschermen, zoals zijn intimiteit, zijn uitingsmogelijkheden, zijn deelname aan het openbare leven. Zij vormen de grondbeginselen van een menswaardige samenleving."

De beschermingsplicht van de overheid jegens de burgers staat er dus al expliciet in. Het CDA-voorstel om een bij de rechter afdwingbaar recht op veiligheid in de Grondwet op te nemen is dan ook holle retoriek. Het speelt in op de, soms tot manie verwordende, angst voor 'allochtonen' en 'criminelen' en 'criminele asielzoekers' en 'blanke hooligans'. Angst voor wat Trouw-redacteur Jaffe Vink, auteur van het boek Brief aan mijn dochter, in navolging van de Duitse filosoof Enzensberger in volle ernst, dus niet als metafoor, "de huidige burgeroorlog" noemt: "een pandemonium van zinloos geweld, drugstoerisme, voetbalsupporters, drankzucht, porno, wapenhandel, injectienaalden, kunstpenissen en kapotte bierflessen. Dat permanente feest van drugs, drank, seks en geweld."

Ik zal het bestaan van (gevoelens van) onveiligheid niet ontkennen, evenmin als het probleem van de criminaliteit, noch dat van de spanningen die gepaard gaan met de integratie van grote aantallen nieuwkomers in de Nederlandse samenleving. Maar burgeroorlog? Burgeroorlog?!

Wie dat zegt, weet niet wat een burgeroorlog is. Uitmoording van bevolkingsgroepen. Totale vernietiging. Gruwelen zonder weerga. In de Amerikaanse burgeroorlog sneuvelden meer Amerikanen dan in alle andere oorlogen (inclusief twee wereldoorlogen, Korea en Vietnam) waar Amerikanen ooit in hebben gevochten; het bloedbad van de Spaanse burgeroorlog is onbeschrijflijk; de Russische burgeroorlog tussen roden en witten kostte miljoenen en miljoenen slachtoffers; Joegoslavië, Timor, de Molukken... Een vergelijking van al deze verschrikkingen met de in Nederland voorkomende criminaliteit en onveiligheid, hoe angstaanjagend ook voor wie ermee wordt geconfronteerd, is op zijn minst frivool en buiten proportie, op zijn ergst onverantwoordelijke stemmingmakerij en een bijdrage tot verpesting van het klimaat.

In die sfeer van beginnende hysterie past de poging van het CDA om, nu deze partij in de oppositie niets heeft klaar gemaakt en op financieel en economisch gebied geen alternatief heeft voor paars, demagogisch op de voorgrond te treden als de partij van de veiligheid, de moraal en de orde. Om zich te onderscheiden van de paarse regeringspartijen, legt het CDA de verantwoordelijkheid voor het 'pandemonium van zinloos geweld', waaraan de samenleving ten onder dreigt te gaan, zonder omwegen bij de coalitie die nu al zeven jaar God en gebod negeert.

Het CDA overschreeuwt zich. Niet alleen op de partijraad waar De Hoop Scheffer zijn zinledige voorstel tot Grondwetswijziging deed en waar PvdA, VVD en D66 op hoge toon werden beticht van 'ondermijning van de rechtsstaat' maar ook in het Europees Parlement. Daar veroordeelde de partij van De Hoop Scheffer het in Nederland bij de Eerste Kamer aanhangige wetsontwerp inzake de euthanasie als strijdig met het Europese mensenrechtenverdrag. Het kabinet-Kok zou zich schuldig maken aan schending van het recht op leven. Toe maar. Voor deze extreme stellingname oogstte het CDA instemming van de minstens zo benevelde constitutionalisten van de CDU die bij deze gelegenheid rondbazuinden dat Duitse bejaarden per ambulance naar Nederland worden gebracht om er snel de spuit in te zetten.

Troebele omgangsvormen, christelijke onverdraagzaamheid: waarom was paars ook alweer zo'n verademing? Zodra ik De Hoop Scheffer hoor over het recht op veiligheid en zodra de Eurofractie van zijn partij kans ziet het recht op leven te transformeren tot een totem van bigotterie, dan weet ik weer waarom ik mijn koffie altijd zwart drink. Uit angst voor een vel op de melk, oftewel: de pastoor z'n hemd. Iets viezers ken ik niet.

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad