|
|
ELSBETH ETTY
|
17 februari 2001 Prins Friso's coming out
Wilma Nanninga, hoofdredacteur van Privé, voelde toen al de broodnijd en branchevergaging aankomen. "Iets meer openheid zou ik toejuichen", zo reageerde ze in Broertjes' Volkskrant op diens verzoek aan de koningin, "maar natuurlijk niet volledige openheid, want daar bestaan bladen als Privé van. Wij hebben ons gespecialiseerd in het volgen en achtervolgen van de leden van het koninklijk huis. Als de RVD ineens over alles persconferenties gaat beleggen, blijft er voor ons niet veel meer over." Sneller dan was voorzien, is deze voorspelling van Nanninga uitgekomen. Nu de RVD alle me dia met Privé-berichten voedt, is de Privé echt overbodig geworden, evenals het overige schorriemorrie van de roddelbladen. Als dit de indertijd door Broertjes bepleite vooruitgang naar meer openheid aan het hof is, dan kan die openheid me gestolen worden. Journalistiek wordt zo een smerig spel van publicatie van geruchten om vervolgens de ontkenning ervan als nieuws te kunnen brengen. In dit geval gaat het om een journalistiek weinig hoogstaande passage in HP/De Tijd over de onwaarschijnlijkheid dat prins Johan Friso beschikbaar is voor de troon, mocht zijn oudere broer het laten afweten. "Er doen", aldus HP/De Tijd, "al jaren geruchten de ronde dat de prins (Johan Friso) de herenliefde is toegedaan. De nichtenglossy Squeeze publiceerde erover, de Gay Krant eveneens, net als een Engelse tabloid." En zulke onzindelijke nepjournalistiek ('al jaren geruchten', 'nichtenglossy') brengt de RVD - en dus naar valt aan te nemen de regering inclusief de minister-president - in actie. Zo langzamerhand krijg je het gevoel in een operetteland te leven. De staatsrechtelijke of politieke relevantie van de mededeling dat prins Johan Friso heteroseksueel is ontgaat me volledig. Die relevantie zou uitsluitend aanwezig zijn als homoseksualiteit iemand zou uitsluiten van de troonopvolging. Weliswaar is een homohuwelijk van een rechthebbende op de troon niet vatbaar voor toestemming van de Staten-Generaal, dus een homokoning kan geen homogemaal huwen, maar dat zegt niets over het recht op de troon van een homoprins. Welke seksuele voorkeur een mogelijke troonopvolger erop nahoudt, maakt volgens de Grondwet geen verschil. Of is de coming out van Johan Friso als hetero bedoeld als 'signaal'? In dat geval is het een Byzantijns-verhullende manier om hem als troonopvolger naar voren te schuiven met als impliciet dreigement dat Willem-Alexander, indien de bezwaren tegen zijn beoogde schoonvader aanhouden, geen toestemming zal vragen voor zijn voorgenomen huwelijk. Tot zulk gecompliceerd stratego acht ik de RVD echter niet in staat. Eef Brouwers wou gewoon modern uit de hoek komen, maar het pakt wat ranzig uit. De seksuele voorkeur van de prins is, ook al wenste hij zelf publiciteit erover, een privé-zaak. Laat hem een ingezonden brief schrijven aan HP/De Tijd of aan de door dat blad tot 'bron' verheven nichtenglossy. Of laat hem een contactadvertentie plaatsen, als hij zijn heteroseksuele voorkeur zo nodig van de daken wil schreeuwen. Intussen zal men aan het hof wel moeten beseffen dat er een precedent is geschapen. Impliciet betekent het RVD-bericht dat volgens de regering heteroseksualiteit de norm is en alle andere seksuele voorkeuren afwijkend zijn. Krijgen wij nu voortaan over alle leden van het Koninklijk Huis van regeringswege seksueel expliciete informatie van de RVD? Als formeel bekend wordt gemaakt dat iemand geen homo is (wie controleert dat eigenlijk?), kunnen we voortaan ook mededelingen verwachten in de trant van: prins A. houdt niet van SM, prins B. is niet overspelig en prins C. heeft het nog nooit met een wild zwijn gedaan. Ik voorspel dat de aandacht voor het privé-leven van de Oranjes, ook na het half fluisterend aangekondigde huwelijk van kroonprins Willem-Alexander, alleen nog maar zal toenemen. De koers is duidelijk: wij krijgen brood, spelen en sensatie, ons staan prinses Diana- en Monica Lewinski-achtige toestanden te wachten. Onvermijdelijk, want de commercie wil het, de markt vraagt erom, de betrokkenen doen eraan mee en de Rijksvoorlichtingsdienst leent zich ervoor. Het leerstuk van de koninklijke onschendbaarheid en de ministeriële verantwoordelijkheid zal bedolven raken onder liefdesperikelen, erotische escapades, seksuele voorkeuren, echtscheidingen, buitenechtelijke kinderen, afgebroken zwangerschappen, geloofscrises, liefdescrises, gezondsheidsproblemen: de minister-president wordt de minister van het Geluk en Verdriet van de Vorstelijke Personen. Helaas levert deze publieke exploitatie van het privé-leven alleen maar schijnopenheid op. Waarachtige openheid betekent dat het publiek inzicht kan krijgen in de machtsverhoudingen binnen de regering, dat wil zeggen tussen het staatshoofd en de ministers, en dat de volksvertegenwoordiging daarop democratische controle kan uitoefenen. Openheid, maar dan echte, van de RVD zou antwoord vergen op vragen die staatsrechtelijk en politiek relevant zijn. Bijvoorbeeld: is het waar, zoals volkenrechtgeleerde Richard van Elst in het Nederlands Juristenblad betoogt, dat het de Nederlandse regering juridisch niet is toegestaan gastvrijheid te verlenen aan Jorge Zorreguieta, als deze politiek medeverantwoordelijk is voor schending van de mensenrechten? Dat is een vraag die ertoe doet. Daar komt almaar geen antwoord op. Maar ja, het NJB is geen nichten glossy, noch een Engelse tabloid, dus daar reageert de RVD liever niet op.
Elsbeth Etty
|
Bovenkant pagina |
|