N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

13 januari 2001

Fischer (en Aantjes)


Joschka Fischer, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, is min of meer ingehaald door zijn radicaal-linkse verleden. Hij heeft in de jaren zeventig fouten gemaakt. Politieke fouten. Zijn grootste fout is geweest dat hij heeft deelgenomen aan politieke geweldpleging. Een terrorist is Fischer niet geweest, maar hij heeft wel op het randje gebalanceerd.

Fischers verleden en het debat daarover is om verschillende redenen interessant. Om te beginnen is er de vraag of iemand die zichzelf ernstige fouten te verwijten heeft, zulke zware politieke verantwoordelijkheden kan dragen. Maar daarachter doemt de hypotheek van de Duitse geschiedenis op. De excuses van het Duitse gewelddadige links- radicalisme heten: Hitler, holocaust en de generatie van de foute ouders. Vervolgens ontspoorden de kinderen. De vraag is, zeker als het om publieke figuren gaat, in welke mate.

Fischer is nooit wegens geweld veroordeeld. Wel staat vast dat hij in 1973 een politieman in elkaar heeft geslagen terwijl deze weerloos op de grond lag. Als hij daarvoor was veroordeeld, vraagt Der Spiegel hem deze week, zou hij dan evengoed minister van Buitenlandse zaken en vice-kanselier kunnen zijn? Zijn antwoord luidt: 'Waarom niet? Men kan mensen niet alleen op hun verleden beroordelen.'Achteraf is vrijwel iedereen in Nederland van mening dat zo'n benadering ook in 1978 in Nederland zou hebben moeten gelden voor de toenmalige CDA- fractievoorzitter in de Tweede Kamer Willem Aantjes. Daar zijn we ruim twintig jaar later nog niet over uitgepraat. De onthulling door dr. L. de Jong dat Aantjes lid was geweest van de Germaanse SS dwong de CDA'er indertijd tot aftreden, maar zo zwaar als in 1978 is gebeurd, valt de fout hem waarschijnlijk niet aan te rekenen. Hij had geweigerd voor de Waffen- SS te tekenen en was alleen bij de Germaanse SS gegaan om aan de Duitsers te ontsnappen. Volgende week komt de toenmalige premier Van Agt in het televisieprogramma Het zwarte schaap op de kwestie terug. Hij zal dan vertellen dat Aantjes indertijd groot onrecht is aangedaan. Mogelijk door het CDA zelf. Dit neemt niet weg dat Aantjes gedurende zijn hele politieke loopbaan heeft gezwegen over zijn oorlogsverleden, wat hem extra kwetsbaar maakte.

Fischer heeft nooit een geheim gemaakt van zijn Werdegang. Hij geeft toe dat hij als centrale figuur in de Frankfurter kraakbeweging aanvoerder is geweest van een knokploeg, die in het bos oefende op confrontaties met de politie. Hij vond geweld lekker en opwindend, erkent hij. Tegelijkertijd wijst hij de beschuldiging af dat hij in 1976 met molotovcocktails zou hebben gegooid. Er is toen een politieman levensgevaarlijk verbrand bij rellen na de zelfmoord van de kopstukken van de terroristische Rote Armee Fraktion in de Stammheimgevangenis. Fischer nam wel deel aan de demonstraties tegen wat door de de links- radicalen als moord werd beschouwd, maar pleegde naar eigen zeggen geen geweld...

De gebeurtenissen van 1976 zijn, zegt Fischer, in retrospectief gezien juist een stopsignaal geweest. De terreur van de RAF bracht hem tot het inzicht "dat wij onszelf aan het veranderen waren in precies het beeld van onze ouders dat wij wilden bestrijden", met andere woorden: de links-radicalen waren bezig zelf nazi's te worden. Met dit inzicht gewapend zou Fischer zich er vervolgens voor hebben ingezet de Frankfurter 'Sponti's van het terrorisme af te houden.

Het is de dochter van Ulrike Meinhof - de op 41-jarige leeftijd in Stammheim gestorven oprichtster van de RAF - die deze versie niet pikt en Fischer, generatiegenoot van haar moeder, in de publiciteit aanklaagt als gewezen terrorist, geweldpleger, wolf in schaapskleren. Kan zij het niet uitstaan dat Meinhof als moordenares wordt verguisd, terwijl Fischer in driedelig pak het moderne Duitsland in de wereld vertegenwoordigt? Had Meinhof ook minister van Buitenlandse Zaken kunnen zijn?

Natuurlijk niet. Wie Fischer en Meinhof op één lijn stelt, mist ieder onderscheidingsvermogen. En dat was nu juist in de jaren zeventig ook het punt: zowel de RAF-terroristen als Fischer en de zijnen, de niet-terroristische Sponti's, misten het vermogen onderscheid te maken tussen de kapitalistische Bondsrepubliek en het nazi-Duitsland van hun ouders (zoals ik, met vele anderen, in 1978 het onderscheidingsvermogen miste om Aantjes' keuze voor de Germaanse SS te relativeren).

Het hele links-radicalisme van de jaren zeventig in Duitsland, inclusief de verschrikkelijke ontsporing ervan, is terug te voeren op de holocaust en het zwijgen van de ouders daarover. De kinderen gingen alsnog in het verzet. Hun ouders hadden de staat gehoorzaamd, zij zouden de staat omverwerpen. Het verschil tussen Fischer en de terroristen waarmee zijn politieke tegenstanders hem nu alsnog in verband willen brengen, was geen verschil in doelstelling, maar in methoden. Wel een essentieel verschil, trouwens. Er is, voor zover ik weet, nooit een bevredigende analyse gemaakt van het verband tussen het uit de studentenbeweging voortgekomen terrorisme van de jaren zeventig en de Tweede Wereldoorlog. Toch is het geen gekke hypothese dat zo'n verband bestaat. Uitgerekend in Duitsland en Italië, de verliezers van de Tweede Wereldoorlog, gaf de studentenbeweging uitwassen te zien als de RAF en de Rode Brigades.

Het pleit voor Joschka Fischer dat hij zich voor dat verleden niet afsluit. Hij geeft zich, in ieder geval tot op zekere hoogte, rekenschap van zijn ontwikkeling en drijfveren. Hij heeft zijn militante activisme nooit verzwegen, wat meteen een nuttige aanvulling is op zijn stelling dat iemand niet afgerekend mag worden op zijn verleden. Fischer heeft gelijk, maar alleen onder voorwaarde dat een politicus openlijk verantwoording aflegt over al zijn daden en zich niet laat verrassen door de ontdekking van lijken in de kast. Wanneer uit zou komen dat Fischer de grens tussen straatvechterij en terrorisme wel heeft overschreden, zal het hem niet zo makkelijk vallen zijn verleden van zich af te schudden. Want ook al mag je politici hun vroegere misstappen niet eeuwig nadragen, het maakt toch wel verschil hoe ernstig die misstappen eventueel zijn geweest.

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad