N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

9 december 2000

Taaie symbolen


In Nice onderhandelen de regeringsleiders over het Europa van de toekomst, maar nog altijd blijven de symbolen van het verleden ons achtervolgen.

In een bos op honderd kilometer ten noorden van Berlijn is maandag een hakenkruis van lariksen omgezaagd. Op het hoofdbureau van politie aan de Marnixstraat in Amsterdam prijkt sinds jaar en dag ook een hakenkruis. Misschien moet dat naar Duits voorbeeld nu ook maar eens weg. Ik kijk er vaak even naar als ik langsfiets. Kwaadsprekende Amsterdammers (en dat zijn er veel) beweren bij hoog en bij laag dat het een erfstuk is van tijdens de Duitse bezetting foute politiemensen (en dat waren er veel), maar dat is typisch wat men noemt een broodje-aapverhaal. De omvangrijke constructie van stalen buizen is ongetwijfeld bedoeld ter verankering van allerlei antennes en zal wel om bouwkundige redenen de vorm van een swastika hebben. Moet je daar aanstoot aan nemen? Dat lijkt me overdreven, al blijft het een naar gezicht, het verboden nazi- symbool pontificaal bovenop het bastion van de rechtshandhaving.

Het verschil met de swastika in het Brandenburgse bos is het verschil tussen toeval (hopelijk) en nazi-propaganda. De bedoeling was in 1938 dat het kleurverschil tussen de lariksen en het omringende naaldwoud een weerkerend eerbetoon van de natuur aan Hitler zou zijn. Nu men 25 lariksen heeft omgezaagd is het bos, om de Duitse pers te citeren, verfassungsgemss geworden, dat wil zeggen: in overeenstemming gebracht met de Duitse grondwet. Had men de foute bomen laten staan, dan zou in het woud een verfassungsfeindliche situatie hebben voortgeduurd. Maar de echte reden om de bijl aan de wortel van het kwaad te zetten, zo verklaren de autoriteiten van de deelstaat Brandenburg, is de vrees dat neo-nazi's anders het hakenkruisbos tot bedevaartsoord zouden hebben gemaakt.

Als zij nu maar niet naar het Amsterdamse politiebureau komen! Moet de swastika in de Marnixstraat niet voor alle zekerheid worden verwijderd? Maar wat dan te doen met gebouwen die een hakenkruisvormige plattegrond hebben? Ik herinner me vagelijk dat er nogal wat te doen is geweest over het Utrechtse provinciehuis omdat het uit de lucht gezien op een immens hakenkruis zou lijken. Afbreken?

Een andere vraag is intrigerender. Hoe ver in de tijd reikt de angst voor en de kracht van symbolen? De nu alsnog voor Hitler gesneuvelde lariksen waren onschuldig tot 1995. Een halve eeuw na de nederlaag van het Derde Rijk had niemand er ooit van gehoord. Zelfs de plaatselijke houtvester in de DDR-tijd wist van niets. Begin jaren negentig maakte een lokale krant melding van het hakenkruis in het bos, het Franse dagblad Le Figaro nam het bericht over, de toenmalige Franse president Mitterrand deed er persoonlijk zijn beklag over bij zijn Duitse collega Herzog, er werden aarzelend enkele bomen gekapt, maar onvoldoende: het hakenkruis kwam elke lente en herfst terug. Zelfs nu is nog niet zeker dat men de juiste bomen te pakken heeft, dat kan pas in het voorjaar uit luchtfoto's blijken.

Niets zo hardnekkig als symbolen. Het lijkt alsof ze een taaier leven leiden dan de werkelijkheid waar ze voor staan of stonden. Hoe lang duurt het voor zij hun relevantie en hun gezag, ten goede of ten kwade, verliezen? Waarom schrik ik telkens eventjes bij het zien van een swastika op het politiebureau, terwijl ik het tegelijkertijd eigenlijk ironisch vind dat onlangs het Van Heutsz-monument in Amsterdam alsnog officieel is omgedoopt in 'Monument Nederland-Indië'?

Tientallen jaren is dat monument inzet geweest van een bij wijlen hartstochtelijk gevoerde strijd tussen tegenstanders van het kolonialisme en bewonderaars van de militaire houwdegen die Van Heutsz in Atjeh was. Ten lange leste werd er een compromis gesloten over de toekomst van het beeldhouwwerk, waarbij het van zijn oorspronkelijke symbolische betekenis is ontdaan. Maar nu hoeft het van mij niet meer en heb ik de neiging hier een poging in te zien de geschiedenis te retoucheren. Een modern mens is blij met ieder heiligenbeeld dat in de beeldenstorm van 1566 is gespaard.

Symbolen roepen hartstochten wakker. Als een dictatuur valt, zoals tien jaar geleden in heel Oost-Europa was te zien, gaan eerst de standbeelden van hun sokkels. En dan moet er soms ook een nieuw volkslied komen, een project waar de Russen nog altijd niet uit zijn. Na de bolsjewistische machtsovername in 1917 proclameerde Lenin de Internationale, het lied van de Europese en Amerikaanse arbeidersbeweging, geschreven door een Fransman, tot het volkslied van de Sovjet-Unie. Dat bleef zo tijdens de ergste Stalinterreur. Niettemin was het lied tegen het stalinisme bestand en het is als zodanig nooit besmet geraakt.

In 1943 kreeg Stalin bij de opheffing van de Kommunistische Internationale zijn eigen volkslied, martiaal en bombastisch, dat door Jeltsin werd afgeschaft en nu naar het schijnt opnieuw, zij het met een nieuwe tekst, door Poetin wordt ingevoerd. Als muzikale uitdrukking van Russisch nationalisme is het Stalin-volkslied dus taaier dan de Sovjet- staat. Ook het Deutschlandlied heeft het Derde Rijk overleefd, zij het dat bij de oprichting van de Bondsrepubliek het eerste couplet (Deutschland, Deutschland über alles) werd geschrapt. Ook weer zoiets: de aanstootgevende tekst van Hoffmann von Fallers leben was historisch gezien eerder progressief dan chauvinistisch, niet gericht tegen andere volken, maar tegen de vermolmde absolute vorstendommen die in de negentiende eeuw de Duitse eenheid in de weg stonden. Het kreeg de bijklank van Duitse heerszucht en superioriteit en is daarom terecht besmet verklaard. Ook in Brandenburg zingen de bossen nu weer het Deutschlandlied. Het volkslied van de DDR, een sobere compositie van Hans Eisler en één van de minst nationalistische volksliederen ooit geschreven, is natuurlijk afgeschaft.

Waar ze het bij de Europese top in Nice gelukkig niet over hebben is een Europees volkslied. Niemand zit daar op te wachten. En de EU-vlag, een ring van gele sterren op een blauw veld, roept geen enkele emotie op. Goed zo. Zou er dan toch vooruitgang bestaan?

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad