|
|
ELSBETH ETTY
|
23 september 2000 Generatieconflict
Elsbeth Etty
Het is al om te snikken van ellende dat al die politieke jongeren het zo roerend met elkaar eens zijn. Waar moet het straks heen met Nederland als jongerenclubs van SGP tot en met GroenLinks het nu al zo oergezellig met elkaar kunnen vinden? Hebben ze niets beters te doen? Moeten ze elkaar niet in de haren zitten over het milieu, de ontwikkelingssamenwerking, asielzoekers, onderwijs en cultuur? Ze zeggen dat het politieke debat scherper gevoerd dient te worden, maar beginnen zelf maar vast met het uitdragen van hun weeë consensusdenken. Nu al liggen ze met zijn allen onder een gewatteerde deken. Dit is geen poldermodel meer te noemen, dit is een moerasmodel, een nationaal kabinet in de dop. Schatjes, zo gaat het niet. Vraag niet om meer regeltjes, maar rek de regels op. Vraag niet om het stellen van grenzen, maar verleg de grenzen. Vraag niet om minder gedogen, maar verlang meer tolerantie voor afwijkend gedrag. Wonen jullie in gemeenten waar B en W kiezen voor de nul-optie in het coffeeshopge doogbeleid? Gebruik dan die leuke subsidie die jullie krijgen om terstond zelf coffeeshops te openen. Everybody must get stoned!Als de politieke jongerenorganisaties wetshandhaving en orde prioriteit geven, hadden ze maar beter kunnen voorstellen de subsidie die zij ontvangen voortaan direct op de politiebegroting bij te schrijven. Maar daarmee zouden ze hun doodvonnis tekenen, omdat de jongerenafdelingen van de politieke partijen alleen maar bestaan bij de gratie van Haags zakgeld voor dat handjevol politici in opleiding, niet bij de gratie van engagement of idealisme. Inmiddels heeft staatssecretaris Vliegenthart het verzoek binnen om een miljoen extra uit te trekken voor een - door onder andere de politieke jongerenorganisaties - op te richten Nationale Jeugdraad, waar de vroeg-oude toekomstige gezagshandhavers alvast aan het pluche kunnen wennen. Als 'jaren-zestig-overlevende' en 'stoffige (bijna)vijftiger', om even een kwalificatie van Het Parool te lenen, zou ik zeggen: doe eens wat, papkindjes, in plaats van je hand op te houden. Ik kan me niet herinneren dat provo subsidie kreeg. Op waterkanonnen en charges met de blanke sabel werden jullie vaders en moeders getracteerd. O, natuurlijk, maar daar zetten jullie je juist tegen af met je oproep voor heldere en strenge wetstoepassing. Het is allemaal de schuld van de protestgeneratie, die jullie niet autoritair genoeg heeft opgevoed en altijd maar heeft laten hunkeren naar een flink pak rammel. Daarom roepen jullie nu met z'n allen, van rechts tot (groen)links, om herstel van orde en gezag, om strakke regels en een straffe hand. Jullie weten je geen raad met je vrijheid. Het gedoogbeleid dat de politieke jongerenorganisaties afwijzen, is in essentie een historisch compromis tussen het overheidsgezag en de rebellen die jong waren in de jaren zestig en zeventig. Neem het Witte Kippenplan van provo. Daarin werd voorgesteld de politie om te scholen tot aardige sociaal-werkers die het publiek zouden voorzien van nuttige zaken zoals lucifers, verband en voorbehoedsmiddelen. Of het Witte Wijvenplan, dat de vrije liefde proclameerde en in essentie is overgenomen door de opheffing van het verbod op de verkoop van voorbehoedsmiddelen, de liberalisatie van de echtscheiding, de legalisering van abortus en de vrije verstrekking van de pil. Het Witte Ambtenarenplan voorzag in het opblazen van het bevolkingsregister. Er ligt een belangrijk werkterrein braak voor de Nationale Jeugdraad. Een Zwarte Kippenplan voor de omscholing van sociaal werkers tot politie-agenten, een Zwarte Wijvenplan voor de bescherming van het gezinsleven door een verbod op echtscheiding en de verkoop van voorbehoedsmiddelen, een Zwarte Ambtenarenplan voor uitbreiding van persoonscontroles en jacht op illegalen en hasjgebruikers. In De eindeloze jaren zestig beschrijft historicus Hans Righart dat rond 1960 zelfs rock & roll nog maar amper gedoogd werd. "Aan de bekende gereformeerde pedagoog J. Waterink legde De Telegraaf de voor vaders en moeders zo prangende vraag voor: 'Is mijn kind ook zo; kan hij van de ene dag op de andere veranderen in een losgeslagen dier, dat bij het horen van wat wilde muziek de boel kort en klein slaat?"'Mocht de pedagoog Waterink nog leven, dan wil ik hem de vraag voorleggen die ouders zich nu kunnen stellen: 'Is mijn kind ook zo; kan hij van de ene dag op de andere veranderen in een gezagsgetrouwe kweepeer die bij het constateren van wat wetsontduiking gaat jengelen om Law and Order?' Elsbeth Etty
|
Bovenkant pagina |
|