N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

ELSBETH ETTY
Eerder verschenen
columns


JL HELDRING
HJAHOFLAND
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
LEO PRICK

24 juni 2000

Post mortem


Het voorstellingsvermogen schiet tekort. Misschien is dat een ingebouwd zelbeschermingsmechanisme. Iedere levensreis eindigt met de dood en niemand kan zich daar een voorstelling van maken, zelfs niet van de doodsstrijd. Het leven zou onleefbaar zijn als het beheerst werd, tot gekwordens toe, door vergeefse pogingen zich in te leven in andermans dood.

Probeer aan andere dingen te denken, houd ik mezelf voor, aan de vakantie, mooie natuur, prachtige boeken, denk desnoods aan Oranje dat toch zeker de finale wel zal halen, maar zet de dode Chinezen in de vrachtwagen te Dover uit je hoofd. Het lukt maar niet. Komt er een truck met containers voorbij, vraag ik me af hoeveel stuks menselijk vee daarin op weg is naar een beestachtig einde.

De pathologen verschillen van mening. Volgens de een hebben de 58 in Dover dood aangetroffen vluchtelingen voor hun overlijden nauwelijks pijn gevoeld. Als gevolg van zuurstoftekort treedt al snel een totaal verlies van bewustzijn op, voorafgegaan door een 'eufoor gevoel'. Andere verklaringen post mortem maken daarentegen gewag van een helse kwelling, ernstige ademnood, onbeschrijflijke paniek, mensen die tot het laatste moment in het pikkedonker voor hun leven moeten hebben gevochten, worstelend, slaand, schreeuwend.

Probeer liever niet je daarin te verplaatsen. Maar kunnen we ons dan tenminste een voorstelling maken van wat de slachtoffers van de mensensmokkel bewoog om zichzelf uit te leveren aan criminele vervoerders? Iemand zegt: ga in die container met z'n allen. Je gaat. Je bent afgesneden van alles wat je kent, alles wat vertrouwd is, je bent ontmenselijkt, een object, geen individu. Je bent al maanden onderweg, er is betaald, het reisdoel is dichtbij gekomen. Al die tijd heb je de instructies opgevolgd. Papieren inleveren, hier je verschuilen, daar wachten, nog langer wachten, meekomen. Je gehoorzaamt, want alles staat op het spel.

Probeer je ook daarin niet te verplaatsen, het is in theorie misschien makkelijker, maar in de praktijk even ondoenlijk als je een voorstelling maken van de doodsstrijd. Wie niet in die verre Chinese provincie een perspectiefloos en ondraaglijk bestaan leidde, noch in Ethopië hongerde, noch zich uit Afghanistan heeft moeten redden, zal er niet in slagen de totale wanhoop te voelen die mensen in containers over de aardbol jaagt. Het denken en de fantasie staan allebei even onmachtig. Geen identificatie mogelijk met wie zich vrijwillig - vrijwillig? wat een waanzinnig begrip in dit geval - overlevert aan de diensten van mensensmokkelaars. Ook in deze daders, of het nu een halfdebiele chauffeur betreft of een listige organisator met grote logistieke talenten, is het onmogelijk zich te verplaatsen. Hoe kan iemand elk gevoel ontberen, welke mutatie heeft een mens ondergaan bij wie een geweten volledig ontbreekt? Ze bestaan, doen grinnikend hun werk, het risico hoort erbij net als de winst, ze hebben altijd bestaan en zullen, vrees ik, nooit weggaan: slavenhalers, kampbeulen, dat slag.

Ai, wat zeg ik nu? Ik mag deze historisch getinte vergelijkingen helemaal niet maken van modegevoelige ideologen die zich baseren op de gezaghebbende Franse filosoof Alain Finkielkraut. In zijn recent vertaalde boek Ondankbaarheid - Een gesprek over onze tijd beticht hij 'de predikers van de rechten van de mens en van het kosmopolitisme' ervan, dat zij met hun 'discours van de tolerantie' onze verhouding tot het verleden verwringen. 'De herinneringen die we tegenwoordig koesteren zijn de herinneringen aan misstanden, Auschwitz, oorlogen en slaven. Maar waar is de aandacht voor de grootheid van het verleden?'Finkielkraut trekt van leer tegen 'de lekengodsdienst van de rechten van de mens', maar die bewustwording van het universele gaat volgens hem gepaard met een toenemend gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel. Onverantwoordelijk zouden met name diegenen zijn die het begip 'menselijkheid' stellen boven het begrip staatsburger en zodoende aan vreemdelingen een onaantastbare status verlenen. Volgens Finkielkraut, wiens opvattingen zwaar doorklonken in het Nederlandse debat over het 'multiculturele drama', is heden ten dage niet het vergeten, maar 'het obsessieve zich-willen-herinneren' de grootste bedreiging voor 'onze' samenleving.

Zou het, vraag ik me dan af, wél van verantwoordelijkheidsgevoel getuigen als we de slavernij of de holocaust uit ons geheugen bannen? De mensenrechten tot quantité negligeable verklaren? Het kosmopolitisme en westerse humanisme de schuld geven van de wereldwijde migratiebewegingen en spanningen?

In het jongste nummer van de Amsterdamse daklozenkrant Z noemt asieladvocaat Vincent Kuit de negatieve manier waarop over asielzoekers wordt gesproken onbegrijpelijk. 'Mensen die net een salarisverhoging op zak hebben en in een lease-auto rondrijden en dan roepen dat die vluchtelingen het land moeten worden uitgeschopt. Er vallen echt slachtoffers.' Dat zei hij voor de Chinese lijken in Dover werden gevonden.

Ik vermoed dat de vijandigheid jegens vluchtelingen waarover Kuit zich verwondert, te verklaren is uit een algemeen gevoelde onmacht: niemand weet namelijk een oplossing voor de migratieproblemen. Het is dezelfde onmacht die Finkielkraut en zijn aanhang proberen te overschreeuwen met minachting voor de lekengodsdienst van de mensenrechten. Op dat moment wordt de onmacht omgezet in een ideologie van de onverschilligheid jegens de vreemdeling en de vluchteling. Het is deze onverschilligheid voor het lot van 'gelukzoekers' (heeft niet ieder mens het recht om het geluk na te jagen?) die in de politiek leidt tot een beleid van anti- tolerantie.

De verscherping van het toelatingsbeleid beantwoordt aan de opvatting van Finkelkraut dat tolerantie een gevaar voor 'ons' is geworden. Intussen leiden, zoals de praktijk uitwijst, intolerantie en scherpere grensbewaking niet tot verminderde activiteit van mensensmokkelaars, maar tot verhevigde, roekelozer en profijtelijker handel in goedkope arbeidskrachten.

Jack Straw, de Britse minister van Binnenlandse Zaken, erkende dat vluchtelingen wel gedwongen zijn zich achter tomatenkisten te verstoppen, omdat zij pas na aankomst in hun land van belofte een asielaanvraag kunnen indienen. Ook hij weet niet hoe dat probleem valt op te lossen. Gelegaliseerde arbeidsmigratie, gebonden aan quota, kan enige verlichting bieden, maar heft de oorzaak - armoede en ongelijkheid - niet op. Niemand heeft een panacee voorhanden, toch lijkt onverschilligheid me de slechtste remedie. Die leidt tot massamoord in containers.

Elsbeth Etty

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad