C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK


T O M   R O O D U I J N


30 november 1999

Hedendaagse idiotismen (2)

Schrijven over taal, leert de ervaring, lokt veel reacties uit. De al 47 jaar in Vancouver (Canada) woonachtige H.J. van Norden merkte bij het raadplegen van Nederlandse kranten op Internet dat het Nederlands "heel wat meer veranderd is dan wat Hollandse mopperaars ontdekken". Maar wij moeten ons daar volgens hem helemaal geen zorgen over maken: "De slordigheid van vandaag is de grammatica van de toekomst. Voorbeeld: het Hollandse 'knie' = Duits 'Knie' = Engels 'knee', maar de 'k' wordt in het Engels niet meer uitgesproken. Er moet dus een tijd geweest zijn dat de ouderen en ouders 'knee' zeiden en de jongeren 'nee'." Van Norden stelt zich voor dat ooit een Angelsaksische jongen thuis kwam en zei: 'I hurt my nee', en dat zijn vader toen tegen hem uitviel: 'Speak proper Anglosaxon, say KKKnee!'

"Tegenwoordig leest en hoort men vaak 'namens mij' als er duidelijk sprake moet zijn van 'van mij'," schrijft Piet Jonker ('Een dagelijkse lezer van uw kolom'). Hij noemt een voorbeeld: "Namens ons gefeliciteerd met je verjaardag." Fervent radioluisteraar Frans Smelt noemt een ander hinderlijk verschijnsel: nieuwslezers die lidwoorden aan het begin van een zin niet uitspreken. "Als je erop gaat letten, dan kun je per nieuwsuitzending van 5 minuten zeker vier of vijf gevallen aanwijzen." Clairy Polak van Radio 1 kan volgens Smelt 'geen vloeiende zinnen uitspreken': "Vooral bij het aan- en afkondigen van items heeft ze de gewoonte bepaalde woorden langzaam en heel 'vettig' uit te spreken", constateert hij. "En ze heeft school gemaakt: let maar eens op bepaalde filemelders. Die hebben het ook over de 'A-taaaaawaaaluf' en over 'Baaallllleiswijk' (waarbij 'leiswijk' heel snel wordt uitgesproken)." Dit lijkt mij een prachtig voorbeeld van het 'Poldernederlands', een serieuze studie van neerlandicus Jan Stroop naar het 'kunstmatig plat praten' dat vooral onder vrouwelijke randstadbewoners in zwang is. Op hun site leggen Stroop en taalkundige Renée van Bezooijen aan de hand van beluisterbare voorbeelden uit waar hun theorie op is gestoeld.

"De taalconstructiefouten die in je column aan de orde komen", schrijft mevrouw H. Weirauch uit Breda, "spelen al zeker sinds begin jaren tachtig. Alleen dacht ik tijdens mijn middelbare schooltijd dat het een soort puberaal afzetten tegen correct taalgebruik was (wie netjes sprak, was een 'watje' of een 'kakkie'), dan wel wat men zou kunnen omschrijven als 'limburgismen'. Een voorbeeld: de verwarring tussen 'als' en 'dan', 'ik' en 'mij' komt volgens mij voor veel Limburgers voort uit een onwillekeurig directe vertaling van de dialectgrammatica. Zo maakte ik vroeger regelmatig de fout 'mijn broertje is nu al groter als mij', waarop een correct ABN sprekende vriendin me er meestal op attendeerde dat het 'dan ik' moest zijn. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nog steeds even moet nadenken en twijfel of het wel goed is zo, maar ik ben niet meer de enige met dit probleem." Het feit dat deze 'limburgismen' ook op radio en tv terrein winnen doet mevrouw Weinrauch vermoeden dat "het platte Nederlands" in opmars is. "Ik denk dat een en ander te maken heeft met het verdwijnen van de schrijfcultuur. Er wordt nog maar zeer weinig met de hand geschreven, en als dan ook nog eens gebruik wordt gemaakt van tenenkrommend slecht werkende spellingscorrecties van computerprogramma's is de ellende niet te overzien. Nu is taal levend en altijd in ontwikkeling. Spelling verandert, zegswijzen veranderen van betekenis of raken in onbruik, maar ik waag te betwijfelen of het er allemaal beter op wordt. Het communiceren per e-mail gaat vaak in halve zinnen vol afkortingen, en door de dure belminuten zijn de meeste mobiele telefoongesprekken ook kortaf. Het Nederlandse spraakgebruik wordt luier, onzorgvuldiger en dat geeft te denken."

De collega-mierenneukers die mij op mijn beurt menen te betrappen op een taal- of grammaticafout ontbreken uiteraard niet. De zin "Het gebruik van het woord 'dan' is in dit voorbeeld gemakshalve correct toegepast" is inderdaad niet fraai, Koen Gommers; je alternatief "Het woord 'dan' is in dit voorbeeld gemakshalve correct toegepast" is inderdaad beter. De zinsnede "'hen en hun', woordparen waarvan volgens deze e-mailer eveneens steeds minder sprekers in het openbaar weten hoe ze te gebruiken" lijkt mij correct, J. Huber. Of zegt u wanneer u uw sleutels zoekt: "Misschien heb ik hen op kantoor laten liggen?" Het door Huber gesignaleerde vervagen van het onderscheid tussen 'zootje' en 'zooitje' wordt al in de elfde uitgave van Van Dale (1984) opgemerkt: Onder 'Zootje' staat: "Dikwijls zooitje gezegd en geschreven." Alle inzenders worden hartelijk bedankt voor hun bijdrage.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)