C O L U M N S
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
DE DRAAD
JL HELDRING
|
19 november 1999
Het verdwenen kind (2) Internet wordt een serieuze bedreiging voor de televisie. Mensen met thuis een Internet-aansluiting kijken, zo blijkt uit onderzoek van Het Media Loket en Intomart, zo'n 9 procent minder televisie dan de overige Nederlanders. Een jaar geleden was dit nog 6 procent. Alleen op het moment dat Big Brother uitzendt, gaat de pc uit en de televisie aan. In de Verenigde Staten, vanouds op mediagebied ons voorland, is deze ontwikkeling al verder doorgezet, vooral onder jongeren. Gisteren citeerde ik uit recent onderzoek van America Online en bureau Starch. Daaruit bleek dat van de 500 ondervraagde Amerikaanse kinderen 63 procent de voorkeur aan Internet boven televisie geeft. Net nu de belangstelling van de jeugd verschuift naar dat andere scherm, is een instituut in het leven geroepen om leeftijdsgrenzen aan te geven voor het genre dat zich grotendeels op de vertrouwde beeldbuis afspeelt. Het Nicam, Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media, is al verouderd bij de oprichting ervan. 'Iedereen in de audiovisuele branche' is volgens de trotse initiatiefnemers betrokken bij het instituut: de videotheken, de handel, de distributeurs en de omroepen. De produkten waar de branche zelf leeftijdsetiketten op gaat plakken, omvatten behalve tv-programma's en videofilms ook computerspelletjes. Deze zullen behalve op de mate van seks en geweld ook beoordeeld worden op mogelijk racisme of 'grof gedrag'. Uit een onderzoek van de Dienst Kijk- en Luisteronderzoek, dat gisteren tegelijk met het onderzoek van het Nicam werd gepresenteerd, blijkt dat zeventig procent van de ondervraagden vindt dat ook Internet aan een zelfde beoordeling moet worden onderworpen. Nicam-directeur W. Bekkers moest op de vraag hoe aan die wens tegemoet te komen, het antwoord schuldig blijven. Voor het onafhankelijk instituut van de Filmkeuring, waarmee generaties zijn opgegroeid, komt een geheel in dit tijdsbestek passende 'zelfregulerende' instantie in de plaats. Het instituut is 'uniek in Europa', jubelde oud-minister van Cultuur Hedy d'Ancona gisteren bij de oprichting, omdat er geen overheidsbemoeienis of 'waarschuwing voor wat vies en voos is' meer aan te pas komt. Het Nicam pretendeert niet, aldus de directeur gisteren in het Journaal, te 'keuren, verbieden en censureren', maar uitsluitend leeftijdscriteria vast te stellen. Pas nadat uit klachten blijkt dat die herhaaldelijk worden overschreden, kan het instituut een geldboete van 'tienduizenden guldens' opleggen. Nicam-directeur W. Bekkers vergeleek gisteren in het Journaal de activiteiten van zijn instituut met de wijze waarop op de verpakking van levensmiddelen wordt vermeld welke ingrediënten erin zitten. Controle daarop is redelijkerwijs mogelijk bij een zowel in geografisch als distributie- technisch opzicht begrensd assortiment. Het Internet-aanbod laat zich niet vanuit een klein land vooraf classificeren, omdat het verspreidingsgebied nu eenmaal grenzeloos is. En als het al praktisch mogelijk was, dan zouden de distributeurs van grof, gewelddadig, pornografisch of racistisch materiaal op Internet zich van Nicam- keurmerken in het geheel niets aantrekken. De invloed van het Nicam zal zich dus tot een steeds kleiner deel van de audiovisuele supermarkt beperken.
|
Bovenkant pagina |