C O L U M N S  
NIEUWS  |  TEGENSPRAAK   |  SUPPLEMENT   |  AGENDA   |  ARCHIEF   |  ADVERTENTIES   |  SERVICE  

DE DRAAD
Eerder verschenen
columns

De column De Draad verschijnt vijf keer
per week.
Lees De Draad en

schrijf Tom Rooduijn rooduijn@nrc.nl

JL HELDRING
HJA HOFLAND
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
ELSBETH ETTY
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
LEO PRICK


T O M   R O O D U I J N


18 november 1999

Het verdwenen kind

"Vroeger ging een kind naar school om te leren lezen en schrijven, om daarmee toegang te krijgen tot de wereld van de volwassenen", zei hoogleraar ontwikkelingspsychologie Willem Koops vorige week zaterdag in NRC Handelsblad. "Nu kunnen jonge kinderen op televisie en Internet dezelfde geweld- en seksscènes zien als volwassenen, zonder echter te beschikken over passend inzicht of ervaring. Het zijn geen kinderen meer, maar waarden-loze volwassenen-in-zakformaat. Ongemerkt is een einde gekomen aan de wereld van het kind. De volwassene heeft de controle over de opvoeding verloren."

Een belangrijk verschil tussen de vaardigheden die het kind vroeger ontwikkelde en die vandaag zijn vereist, is dat nu de feitenkennis minder prioriteit heeft dan het kunnen opzoeken en vergaren van de feiten met behulp van moderne elektronica. "Daarmee verdwijnt de afstand tussen het kind en de volwassene", stelt Koops. "Er is geen respect meer en misschien ook niet meer nodig voor de in de jaren opgebouwde kennis en boekenwijsheid van een oude professor." Daarbij komt nog het - in het vraaggesprek ongenoemde - aspect van de handigheid van de jongere met computers die meestal die van de oudere overtreft. Koops wil niet terug naar het 'apart zetten van kinderen', waarop de 'klassieke opvoeding' een aantal eeuwen was gebaseerd. "Dat zou inhouden dat je seks en geweld op tv en Internet voor kinderen en jongeren zou moeten verbieden en dat lijkt me niet meer mogelijk. Je moet accepteren dat je kind in deze maatschappij opgroeit."

Koops' ideeën zijn niet nieuw. Zeventien jaar geleden schreef Neil Postman het boek The Disappearance of Childhood, waarin hij de toetreding van het kind tot de wereld der volwassenen eveneens toeschreef aan de opmars van seks en geweld in de media. Postman situeert het ontstaan van de notie 'kindertijd' in dezelfde periode als de opkomst van de drukpers, zo'n vierhonderd jaar geleden. De ondergang ervan greep de afgelopen decennia plaats, in het tijdperk van de elektronische media en van de direct op kinderen gerichte reclame en marketing. De tijd lijkt rijp voor een geactualiseerde versie van zijn boek; in 1982 was er nog geen sprake van Internet. Inmiddels verruilen steeds meer kinderen de televisie voor Internet, blijkt uit recent onderzoek van America Online en bureau Starch. Van de 500 ondervraagde Amerikaanse kinderen gaf 63 procent de voorkeur aan Internet boven televisie. Kinderen van 9 tot 11 jaar gaan gemiddeld drie keer per week het net op, in de categorie 15 tot 17 jaar zelfs vijf keer per week.

Een herziene versie van De verdwijning van de kindertijd zou waarschijnlijk een optimistischer karakter hebben. De door Postman gesignaleerde passiviteit ten gevolge van het televisiekijken maakt bij de waarden-loze volwassenen-in-zakformaat in elk geval plaats voor een actiever en prikkelender beeldschermgedrag.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)